Carter Nick : другие произведения.

Our Agent in Rome is Missing

Самиздат: [Регистрация] [Найти] [Рейтинги] [Обсуждения] [Новинки] [Обзоры] [Помощь|Техвопросы]
Ссылки:
Школа кожевенного мастерства: сумки, ремни своими руками
 Ваша оценка:

  NC 83
  
  
  
  
  
  Agent vermist in Rome
  
  
  
  Oorspronkelijke titel: Our Agent in Rome is Missing.
  
  No by Universal-Award House, Inc.
  
  No 1980 NL by Tiebosch Uitgeversmaatschappij BV - Amsterdam
  
  Vertaling: Jacob Bigge
  
  Omslagfoto: F. André de la Porte
  
  ISBN 90 6278 642 1
  
  Gescand en bewerkt @ 2016 John Yoman
  
  
  
  Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers.
  
  No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 1
  
  
  
  
  AXE heeft een aantal suites in een hotel in Manhattan dat ik niet bij naam zal noemen. Ik liet me daar inschrijven na twee weken van R&H (Rust en Herstel voor u) op de AXE-boerderij op de jachtgronden van Virginia, vlak bij Washington DC.
  
  De organisatie heeft een aantal eigen mensen bij het personeel en het geeft me een 'huiselijk' gevoel. Tevens bevredigt het Hawks overgevoeligheid ten aanzien van de veiligheid; Hawk, de grijze, anonieme en ironische chef van AXE. Met evenveel gemak stuurt hij me weg naar het een of andere havenlogement dat wordt geteisterd door geboefte, maar op het moment dat ik terugkom in de VS, weg uit de actieve dienst, waakt hij over mij alsof ik een weerspannig kind ben.
  
  Ik had nog twee maanden achterstallig verlof en dit was een uitstekende plaats om te beginnen. Mijn suite beschikte over een enorme slaapkamer met een super badkamer en een woonkamer aan de voorkant met een volledig voorziene bar. Het had kamerservice van een keuken, met een chef die je deed geloven in het Parijs van Napoleon de Derde te zijn in plaats van in het grimmige New York. En de bediening was diskreet en efficiënt. Ook had ik nog een stoot achterstallig loon dat zich behaaglijk had opgestapeld op mijn bankrekening.
  
  Ik pakte de telefoon die naast het bed stond en gaf de centrale het nummer van Tiggy.
  
  Tiggy is Tabitha Inchbald. Eén meter zeventig perfect geproportioneerde Engelse adel (papa is graaf) die de privileges van de lokale adel had ingeruild tegen een baantje als receptioniste bij een public relations firma op Madison Avenue.
  
  'Nick Carter hier, Tiggy.'
  
  'Houwieieie.' Haar stem was een mengeling van Cockney en Australisch. 'Hier? In de stad?' Tiggy kon een heleboel beloftes samenpakken in een paar korte woordjes.
  
  Het duurde slechts een paar minuten van geanimeerd gebabbel - Tiggy's conversatie zat vol verholen toespelingen op onze laatste, gedenkwaardige avond samen - om een afspraak te maken voor een borrel en een etentje samen.
  
  Op dat moment was het half vier. Ik nam een langdurig bad en beëindigde dat met een ijskoude douche om me af te spoelen en weer tot leven te komen. De badkamer had een spiegel die tot aan het plafond reikte en ik was tevreden met wat ik zag. Ik was weer in orde. Ik had mijn verloren gewicht weer terug, mijn spieren functioneerden weer zoals het hoorde en er was geen litteken te zien van de pogingen van een bevriende concurrent om mijn darmen eruit te halen en die te gebruiken als een strop om mij aan op te hangen. Slechts een vage, zilverwitte lijn liet zien waar zijn vlijmscherpe kukri met het werk was begonnen.
  
  Ik zeepte mijn gezicht in en schoor me glad en schoon voor ik de prikkelende aftershave aanbracht. Terug in de slaapkamer kleedde ik me aan met een luie zorgvuldigheid.
  
  Ik gleed in mijn colbertje. Om het kleermakerswerk voor Wilhelmina te compenseren, vulde ik de linkerbinnenzak met een leren portefeuille. Ik keek even in de spiegel van de slaapkamer en vond het geheel niet onbevredigend. Ik trok mijn das recht en was toen klaar om te vertrekken naar de bar die Tiggy en ik als uitgangspunt hadden uitgekozen.
  
  Op het moment dat ik mijn hand op de deurknop legde, liet de telefoon een schel gerinkel horen.
  
  'Godverdomme,' zei ik hardop, maar toch draaide ik me om en nam op.
  
  Ik bracht de hoorn naar mijn oor en hoorde iets dat leek op een bandopname van het karnaval, maar dan achterstevoren. Ik drukte de rode knop in van de telefoonomvormer, de gewone uitrusting op de kamers van een hotel van onze organisatie, en ving midden in een zin een bekende stem op. '...en ik weet dat je verlof hebt, maar het luizige budget waarmee ik moet werken maakt dat ik zonder mensen als jij zit. Hoe gammel je misschien ook bent, je bent onze enige, beschikbare agent.'
  
  Het was Hawk. De coïtus interruptus himself. Hij bevond zich aan de andere kant van de rode telefoon en sprak tot me vanuit zijn kantoor in Washington.
  
  'Ik heb het begin gemist, chef,' zei ik, terwijl ik al mijn geduld te hulp riep. 'Zou u me misschien nog eens willen vertellen wat er... ' 'Rome,' barstte hij los, me verder de mond snoerend. 'Iets stinkends in de Tiber. Dat iets is Clem Anderson, en verrekte dood.' Clem Anderson was een onbelangrijke informant in Italië. Hij had nooit werkelijk deel uitgemaakt van onze organisatie, maar van tijd tot tijd was hij ons van dienst door ons te voorzien van informatie die de grote knullen, van de CIA en Interpol, misschien over het hoofd hadden gezien.
  
  Hawk, chef van de meest geheime, meest kleine en meest dodelijke tak van Amerika's wereldomvattende inlichtingendienst, vervolgde: 'Hij heeft ons een zooitje vage vermoedens gestuurd over de een of andere klote film die zij willen gaan maken. Zo'n film waarin spionage en contraspionage worden voorgesteld als een glamour aangelegenheid. Maar daar weet jij alles van.'
  
  Eén keer, op een onbewaakt ogenblik, had ik Hawk verteld ontzettend genoten te hebben van een film die ik had gezien. Vanaf die dag had hij me een stempel opgedrukt op zijn eigen kinderlijke en halsstarrige manier. Ik was filmfan. Eén van die hardnekkige, niet weg te werken misvattingen over mijn privé (haha) leven.
  
  'Ik dacht eerst dat het weer zo'n gewone filmzwendel was van zo'n tien tot twintig miljoen,' vervolgde Hawk. 'Maar Clem bleef beweren dat het allemaal veel dieper ging. Ik liet hem ermee doorgaan omdat hij een goede man was om in ons netwerk vast te houden. Ik had er verder geen aandacht aan geschonken, maar nu is Clem dood. Misschien was Clem dus iets groots op het spoor. Je bent geboekt voor de Alitalia-vlucht van 20.15 uur vanaf Kennedy Airport. Je hebt een uur om de helikopter te pakken die je van Manhattan naar het vliegveld brengt.'
  
  'Maar, meneer...' zei ik, terwijl ik het visioen van de mollige en weelderige Tiggy in de mist zag verdwijnen.
  
  'Je zal niet meer dan een uur nodig hebben om het papier met gegevens te lezen,' zei hij sussend. 'Op dit moment komt het over de telex van het hotel binnen. Je vindt een codering in je postvakje aan de balie. Alles wat je nodig hebt zit in die envelop. Onkosten, identiteits-achtergronden, twee paspoorten. Ik zal je niet langer ophouden. Ik zie je ogen al oplichten bij het idee van een vrolijk Italiaans dolce vita. Maar denk eraan: het is werk, geen uitstapje.' Ik zei nog iets over een extra dag in New York waar ik behoefte aan had, maar Hawk had al opgehangen. Dit was het spel dat ik speelde en Hawk bepaalde de regels.
  
  Ik belde de balie en vroeg ze de telex naar boven te brengen die ik verwachtte, samen met alles wat in mijn postvakje zat. Toen belde ik naar de bar en liet een boodschap achter voor lady Inchbald, waarin ik zei dat ik helaas was weggeroepen voor dringender zaken. Toen de loopjongen kwam met de telex en een dikke, bruine envelop, gaf ik hem twee briefjes van twintig. Vijf dollar waren voor hem zelf en de rest was voor bloemen die bij Tiggy bezorgd moesten worden. Ik had zo het vermoeden dat die voor haar een even grote troost zouden zijn als de opdracht voor mij was die ik op het randje had gekregen.
  
  Het telexbericht, twee meter die zich lieten uitrollen als een enorm stuk pleepapier, was zo op het eerste gezicht niets anders dan een saai rapport over de toekomst van de sojahandel in Chicago. Toen ik het echter las door het gepolariseerde, transparante plastic vel van codering nummer vier uit de envelop, onthulde het zijn belangrijke inhoud. Een volledig verslag van de activiteiten en vermoedens van Clem Anderson, mijn dekmantel voor deze opdracht, compleet met achtergronden, en een tweede dekmantel voor als het eventueel nodig was. Adressen van twee contacthuizen in Rome en wat haastig verzamelde gegevens over de namen die er werden genoemd in Andersons rapporten.
  
  Ik las het snel en nauwkeurig, terwijl ik het papier regel voor regel afwikkelde en in de papiervernietiger stopte, standaard in onze suites. Hoe meer ik las, des te meer zekerheid kreeg ik dat Hawk me op een soort spokenjacht uitstuurde. Hij had gelijk gehad in het begin. Het waren geruchten en roddels die meer op hun plaats leken bij de publiciteit van een film, dan bij een AXE-onderzoek. Een paar deugdelijke feiten en de rest niets meer dan luchtbellen. Lorenzo Conti, de Italiaanse producent van wide-screen spektakelstukken, zwaar van de seks en het geronnen bloed, grofweg betrokken bij alle klassieke producties vanaf De Odyssee tot aan Het Lam van Maria, bereidde een nieuw epos voor dat Wereldeinde heette. Een film met een internationale bezetting over wat er kon gebeuren bij een Derde Wereldoorlog.
  
  Verrek, iedereen die wel eens kranten las wist ervan. Behalve misschien Hawk die zich door het buitenlandse nieuws heen worstelde, dan even genoot van de strips om daarna de krant weg te smijten.
  
  Conti was een onbetrouwbare, handige jongen waar het geld betrof. Zelfs bij zijn meest succesvolle films hielden de investeerders maar een fractie winst over, terwijl Lorenzo aan de andere kant de winsten opstreek voor het onderhoud van zijn palazzo in Rome, zijn villa op Capri, zijn kasteel in Zuid-Frankrijk en voor een grote hoeveelheid mannelijke knuffeldieren, dienstknechten en alle meelopers. Maar dat was nauwelijks vertrouwelijk nieuws. Andere, hoogst gerespecteerde producenten uit Londen of uit Hollywood, vertoonden hetzelfde hebberige patroon.
  
  Clem Anderson had een voetnoot geplaatst bij de nooit opgehelderde moord op een jong Oostenrijks sterretje. Een moord die Conti op zijn geweten scheen te hebben vooral omdat hij kort na haar dood een inzinking had gekregen en zich voor twee maanden rust had teruggetrokken thuis en in een kliniek. Maar ook dat was normaal. Sterretjes zijn even vervangbaar als geheimagenten. En inzinkingen zijn voor de grote filmbonzen al even gewoon als een verhouding met een aankomende actrice. Conti's medevennoten in de nieuwe film waren Sir Hugh Marsland, een Britse oud-minister met een dubieuze, financiële reputatie, maar geen vreemde in de wereld van de showbusiness en een begrijpelijk contact met de Engelse distributiemaatschappijen. Dan Piero Simca, een wispelturige, Italiaanse dwerg; politicus en bankier-playboy, ook al een heel normale partner in een onderneming als Wereldeinde. En ten slotte Studs Mallory, een onafhankelijke, Amerikaanse producent-regisseur, bekend door twee films die zo'n tien jaar geleden een Oscar hadden gewonnen.
  
  De bezetting was zoals men van Conti's epos mocht verwachten. Een tiental topnamen uit Engeland, Frankrijk, Italië en Amerika. De meesten zouden slechts een gastrol vervullen van een vijf tot tien minuten, maar hun namen zouden het fantastisch doen op de aankondiging. De twee hoofdrollen waren weggelegd voor Camilla Cavour, de nieuwste Italiaanse seksbom, en voor Michael Sport, een Engels kopstuk dat zijn beste jaren had gehad, behalve dan in publiciteitswaarde.
  
  De telexboodschap was nu geheel versnipperd, evenals het transparante vel. Ik liet mezelf in een yoga-houding op de grond zakken om me te concentreren en voor het opnieuw doornemen van het materiaal dat ik inmiddels al in mijn hoofd had zitten. Ik liet mijn geest volledig leeg worden en toen ontrolde het hele bericht zich weer, alsof ik het op een hoger niveau van concentratie las.
  
  Er gebeurden geen wonderen. Toegegeven, de belangrijkste mensen bij de film waren zwendelaars, Clem had een heleboel notities gemaakt over de hoeveelheid militair materieel die was verzameld voor Conti's versie van de Derde Wereldoorlog: tanks, vliegtuigen, imitatieraketten compleet met ondergrondse betonnen opslagbunkers, maar ook dat was routine. En hij had tevens moeten constateren dat er een heleboel Italiaanse, Engelse, Amerikaanse en NATO-verbindingsofficieren meekwamen met het materiaal.
  
  Elke grote oorlogsfilm, al is die maar voor de helft legaal, kan rekenen op de officiële medewerking van de regering. Ook daarin stak niets ongewoons. Het enige dat overbleef was dat Clem was vermoord. Maar zelfs dat hoefde niet noodzakelijkerwijs te maken te hebben met zijn onderzoek naar Wereldeinde. Uit een handjevol notities kwam Clem als een behoorlijke vent tevoorschijn, maar twijfelachtig genoeg in zijn verslaving aan het gokken en in zijn voortdurende schuldrelatie met illegale geldschieters. En het kon veel meer redenen hebben dan zijn nieuwsgierigheid naar een film-epos om hem in de Tiber te laten eindigen.
  
  Ik had nog tien minuten om weer te pakken. Ik nam Wilhelmina, mijn Luger, Hugo, mijn stiletto, en Pierre, het gasbommetje, uit hun vakantieruimte onderin de koffer en pakte weer de kleren die ik zoeven keurig had opgehangen in de klerenkast van de slaapkamer. Ik trok mijn colbertje uit om mijn schouderholster weer om te doen. Ik rolde mijn mouw op en maakte de smalle schede van mijn stiletto vast. In dit stadium had ik het gasbommetje nog niet nodig op de plaats waar ik hem gewoonlijk opborg en ik stak Pierre dus in mijn broekzak. Ik had al gebeld voor de rekening en de piccolo klopte op de deur op het moment dat ik mijn colbertje weer aantrok.
  
  Ik bande alles uit mijn gedachten en concentreerde me op mijn nieuwe identiteit. Vanaf Kennedy Airport zou ik Roger (Gerry) Carr zijn, een rijke Texaanse olieboer met niets anders aan zijn hoofd dan te genieten van het leven en het besef dat hij over een inkomen beschikte dat misschien nooit uitgeput kon raken. Het was de soort rol die ik graag speelde en die Hawk me, verdomme, niet vaak genoeg geeft.
  
  Als Carr hoefde ik niet in die film te investeren om winst te maken maar om het vooruitzicht van rijpe sterretjes aan het ontbijt, aan de lunch en bij het diner en misschien zelfs nog voor een heel, heel laat hapje. Zoiets staat me ook wel aan in mijn rol van Nick Carter, ware het niet dat het mijn werk hinderde. Als ik uit de rol van Gerry Carr moest stappen, dan had ik een tweede huid, met paspoort; die van Ben Carpenter, freelance journalist. Een ietwat drankzuchtige, losbandige figuur met een grotere, maatschappelijke bewegingsvrijheid dan de Texaanse playboy.
  
  Op Kennedy Airport geen problemen. Een glimlachend meisje dat eruit zag alsof ze was weggelopen uit een Renaissance schilderij, of uit een van de laatste Italiaanse films, gaf Gerry Carr zijn eersteklas vliegticket. Ik gaf de juiste tekens bij de passagierstunnel en werd doorgelaten zonder dat ik gefouilleerd werd op mijn persoonlijke kleinodiën: Luger, mes en bom.
  
  Bij de kiosk in de vertrekhal kocht ik voldoende tijdschriften en pockets om de vlucht van New York naar Rome mee te vullen voor het geval ik niet kon slapen. Het liefst heb ik voldoende slaap gehad aan het begin van een opdracht, maar het moet dan wel op een natuurlijke manier gebeuren. Zelfs de beste artsen van AXE zijn nog niet voor de dag gekomen met een pil die me de slaap geeft waaruit ik met zoveel fitheid en tegenwoordigheid van geest tevoorschijn kom als ik wel graag zou willen.
  
  De Jumbojet was maar half gevuld en ik zat bijna alleen in de eersteklas. De lichten sprongen op no smoking en ik maakte mijn veiligheidsgordel vast. Ik had vijf minuten de gelegenheid gehad om mijn medepassagiers te observeren, een voorzorg die ik altijd neem, of ik nu in een vliegtuig, in een bus of op een ezelwagen reis. Ik dacht eraan in hoeverre ik me kon ontspannen en hoe veilig dat was.
  
  Er waren maar tien passagiers. Vier zakenlieden, dicht bij elkaar, bijna identiek door hun donkere kostuums en die diplomatenkoffertjes alsof ze ermee waren geboren. Drie echtparen van middelbare leeftijd met gouden naamplaatjes die hen identificeerden als leden van een luxueus reisgezelschap op wereldreis. Alles normaal en onschuldig en ver weg, waardoor ik een hele rij stoelen voor mezelf alleen had, met een paar lege rijen vóór en achter me.
  
  Zodra de lichten weer op groen waren gesprongen en we goed in de lucht zaten, liep ik naar achteren, naar het toilet. Daar maakte ik de holster van mijn Luger en de schede van mijn stiletto los. Terug in mijn stoel deed ik ze in mijn eigen diplomatenkoffertje en draaide het veiligheidsslot om. Als ik mazzel had dat ik tijdens de vlucht een oogje dicht kon doen, wilde ik niet het risico lopen dat mijn colbertje open zou vallen en mijn medereizigers vreemde ideeën zouden gaan krijgen over vliegtuigkapingen en dat soort dingen. Ik dook net in wat lichte lectuur toen de intercom zijn aanwezigheid liet horen. Een verleidelijke, zachte vrouwenstem zei in het Italiaans, Frans en Engels dat het eten zou worden opgediend.
  
  Er waren twee stewardessen. Van de één zou ik weinig meer kunnen vertellen dan dat ze er was. Maar de andere trok mijn aandacht vanaf het moment dat ik haar voor het eerst opmerkte. Het was een grote vrouw. Een paar centimeter groter dan mijn achtergelaten Tiggy. En weelderig. Niet plomp of mollig, maar passend bij het oude woord 'struis' toen mensen dat nog gebruikten als compliment. Ze vulde haar fancy uniform tot en met de laatste centimeter toen ze zich voorover boog om mijn eten neer te zetten. Op dat moment was het allemaal zo overvloedig dat het bijna de hele ruimte vulde. Ik herinnerde me dat er eens een Franse koning had bestaan die zijn wijnglazen liet blazen in de precieze vorm van de borsten van zijn op dat moment favoriete maîtresse. Ik kon me voorstellen hoe die man zich gevoeld moest hebben.
  
  'Grazie, ' zei ik.
  
  Ze glimlachte. En zij was het soort vrouw dat helemaal glimlachte, van haar lange, glanzende, roodbruine haar tot helemaal beneden, langs haar kilometerslange in nylon verpakte benen, naar de tenen van haar glimmende minilaarsjes.
  
  'Er is rode wijn bij het eten,' zei ze. 'Maar we hebben ook Colognola. Een rode wijn die zeker zo goed is als de Soave bij de witte wijnen en hij komt uit de streek waar ik ben geboren. Dat kan ook geserveerd worden.'
  
  Haar Engels was bijna accentloos; slechts wat stijf in de woordkeus, maar heel boeiend.
  
  'Jouw landstreek?' vroeg ik.
  
  'De Veneto,' zei ze. 'Bij Venetië. Maar ik kom uit Padua. Meer landinwaarts.'
  
  'Ik zal die Colognola proberen,' zei ik. 'Maar op één voorwaarde ... '
  
  'En die is, meneer... ' Ze keek op de passagierslijst die ze in haar hand hield. 'Meneer Carr?' Ik was de laatste passagier van dit gedeelte die bediend moest worden en de andere stewardess was al met haar wagentje doorgelopen. 'Dat je samen met mij die wijn zal proberen,' zei ik.
  
  'Dat is helemaal tegen de regels,' zei ze strak. Maar het klonk meer als het begin van iets dan als een totale afwijzing.
  
  'Regels zijn er om gebroken te worden, of tenminste gebogen, signorina,' zei ik. 'Signorina?'
  
  'Signorina Morandi,' zei ze. En weer schonk ze me een van die tintelende, alles omvattende glimlachjes.
  
  'Rosana Morandi, Meneer Carr.'
  
  'Gerry, Rosana,' zei ik. 'Kunnen we het niet zo regelen dat er een paar van die regels omgebogen worden? Het ziet er niet naar uit dat jouw afdeling hier overbevolkt is.' Ik herinnerde me mijn tijdelijke rol van olierijke playboy en vond een briefje van twintig in mijn portefeuille. 'Als je dit aan je vriendin geeft, zal ze toch zeker wel voor de rest van de aanwezigen kunnen zorgen?'
  
  De glimlach was nu die van een samenzweerdster.
  
  'Dit is nog veel meer tegen de regels, Gerry,' zei ze, het biljet aannemend. 'Maar Angela zal het enig vinden. Het is voor haar weer een paar kousen. Ik ben zo direct terug met de Colognola. Hij is net zo licht en zacht als de Soave, maar sterker.'
  
  'Zoals jij?' zei ik voor ze weg liep.
  
  'Misschien,' zei Rosana. 'We zien wel.'
  
  Snel was ze terug met twee flessen Colognola en een klein blad met eten voor zichzelf. Ze liet zich zakken in de stoel naast me en zette het blad voor zich op het rek.
  
  'Nog maar twee weken,' zei ze. 'En dan breekt de pleuris weer uit. Dan begint het toeristenseizoen. Alle stoelen bezet. Allemaal willen ze wel wat anders. En die dikke, oude zakenmensen die me beginnen te knijpen omdat ze ergens iets hebben gelezen over dat Italiaanse knijpwerk en het nu eens in de praktijk willen brengen. Ik vind het veel leuker als het niet zo druk is, zoals nu. Ook al vindt de maatschappij dat niet.'
  
  Ze verbrak de zegels van de flessen en ontkurkte ze met een geoefende beweging van haar kurkentrekker. Ze schonk een beetje in mijn glas om me te laten proeven. Hij was net zo goed als zij had gezegd, licht en geurig, met een goede afdronk.
  
  Ik knikte en zij vulde beide glazen. We klonken met elkaar in een onuitgesproken toast. Ik had sterk het gevoel dat wij op hetzelfde toastten.
  
  Na een paar glazen sloeg Rosana de onhandige stoelleuning die ons van elkaar scheidde omhoog en leunde met haar volle gewicht tegen me aan.
  
  'Dit is toch beter, Gerry,' zei ze, terwijl ze haar onschuldige, bruine ogen op die van mij liet rusten en een hand weg dwaalde naar mijn hand die op weg was naar haar borsten. Ze duwde die hand niet weg, maar hield hem nog steviger tegen zich aangedrukt.
  
  De andere stewardess haalde onze dienbladen op en de twee lege wijnflessen. Het licht in het vliegtuig werd lager gedraaid en voor zover ik kon zien sliepen de andere passagiers wat, de zakenlieden en de rondtoerende, welgestelde echtparen van middelbare leeftijd. Ik ben niet bepaald een vreemde op het terrein van liefde op het eerste gezicht, maar zoiets gebeurt gewoonlijk op momenten van dreiging, spanning, van crisis. Nooit zoals nu: simpel, spontaan en opwellend vanuit een eerste uitwisseling van blikken over een plastic maaltijd heen in de richting van een snelle ontlading die niet meer te vermijden valt. Binnen een paar seconden hadden we de andere stoelleuningen naar beneden en kregen we alle ruimte, privacy en gerief die twee mensen zich maar kunnen wensen.
  
  Rosana hielp me uit mijn jasje zonder haar lippen van mijn mond weg te nemen. Haar tong was in mijn mond als een verdwaalde, in paniek geraakte vis. Ze schudde het bovenstuk van haar uniform van zich af en worstelde zich snel uit haar kousen en laarzen. Een grote, energieke vrouw met de onverwachte tederheid van een op hol geslagen seksvlinder.
  
  Haar tastende handen waren overal. Onder mijn open overhemd, nu schaamteloos lager en dringender, gevolgd door een bijtende mond en een zoekende tong. Ik gaf haar evenveel als ik kreeg. Toen drong ik in haar binnen op die plek waar die lange, klassieke benen bij elkaar kwamen en er volgden langzaam voortlopende minuten van een wederzijdse extase. Er waren geen woorden voor nodig; onze lichamen vertelden alles al.
  
  Toen we samen ons hoogtepunt bereikten, liet Rosana slechts een diepe zucht van voldoening horen.
  
  Ik was nog steeds verkreukeld toen Rosana, vaardig in het gladstrijken van die kreukels, rechtop en glimlachend naast me zat. Buiten de lichte blos en het feit dat haar glimlach nu meer weg had van die van een weldoorvoede poes, was zij op en top het model van de respectabele en eerbiedwaardige stewardess die een paar minuutjes had uitgetrokken voor een babbeltje, en niets anders, met een respectabele passagier.
  
  'Mocht je ooit nog eens met ons willen vliegen, Gerry,' zei ze, 'zorg er dan voor dat je dat buiten het seizoen doet, zoals nu.'
  
  'Vrij je alleen maar als je in de lucht bent?' vroeg ik. 'Per slot van rekening ben ik van plan een paar weken in Rome te blijven. Misschien kan ik wel een gids gebruiken om me alle hoogtepunten te laten zien. En dat houdt in, pop, dat jij van alle hoogtepunten wel het hoogste punt bent.'
  
  'Nou, dank je, Gerry,' zei ze. 'Ik vlieg veel heen en weer. Maar als ik vrij heb kun je me op dit nummer bereiken.' Ze gaf me een telefoonnummer dat ze keurig opschreef op een velletje van een memoblok. 'Het lijkt me leuk om eens uit te zoeken wat we allemaal nog meer aan de grond kunnen doen, zonder al die mensen om ons heen.' Met een hand wuifde ze naar de andere, slapende passagiers en giechelde. 'Waar logeer je? Als het niet al te brutaal is, zou ik je daar misschien kunnen bellen.'
  
  'Albergo Le Superbe,' zei ik. 'En mocht ik er niet zijn, laat dan een boodschap achter.'
  
  'Wat ga je in Rome doen, Gerry?' vroeg ze.
  
  Het was een onschuldige en zeer voor de hand liggende vraag, maar ik voelde mijn waarschuwingssysteem in werking treden. Een lichte tinteling in mijn nek, waarvan ik heb geleerd dat het een instinctief teken van gevaar betekent.
  
  Het was een vraag die iedereen me had kunnen stellen, maar het moment was verkeerd. Bijna iedereen zou het veel eerder hebben gedaan. De aanloop tot intimiteiten gebeurt altijd met behulp van prietpraat en men wacht dan niet tot seks het doelwit wat verzacht heeft. En 'doelwit' was wat ik me vanaf het eerste moment had gevoeld. Het kostte me slechts een paar tienden van seconden om die gedachte in mijn hoofd uit te werken.
  
  'Ik wil daar wat filmmensen gaan opzoeken,' zei ik, zonder het gespreksritme te onderbreken. 'Die Lorenzo Conti. Misschien stop ik wat geld in zijn nieuwe productie.'
  
  'Ach, Wereldeinde, ' zei Rosana en bijna zag ik nu de relais op hun plaats klikken in de geest achter dat glimlachende, sensuele, kastanjebruin omlijste madonna-gezichtje. 'Als je dat soort mensen gaat opzoeken, zul je wel weinig tijd overhouden voor je onbeduidende Rosana.'
  
  Ik verzekerde haar dat zij, na ons gezamenlijk hoogtepunt, nooit onbeduidend kon zijn voor mij.
  
  We babbelden wat over onszelf, over de beste restaurants in Rome, over hoe geweldig hotel Le Superbe was, en ga zo maar door. Weer was het onschuldige prietpraat, maar wat haar verried was, dat zij, nadat zij mijn reis naar Rome aan Wereldeinde had gekoppeld, verder alle nieuwsgierigheid liet varen.
  
  Zo babbelden we wat en doezelden een paar uur, nog steeds heerlijk allemaal. Toen verontschuldigde Rosana zich.
  
  'Er moet nog een maaltijd worden geserveerd,' zei ze. 'Het ontbijt voor we landen. Verlies je mijn telefoonnummer niet, Gerry?'
  
  Ik zei haar dat ik dat niet zou doen.
  
  Ik zei haar niet dat ik het naar de AXE-connectie in Rome zou sturen voor een diepgaand onderzoek naar signorina Morandi, haar achtergronden en al haar vroegere en huidige connecties met Wereldeinde en wijlen Clem Andersom
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 2
  
  
  
  
  Het vliegveld Leonardo Da Vinei van Fumicino, buiten Rome, was een complete chaos. Ik liet de juiste naam vallen en kwam snel door de douane en de veiligheidscontrole heen. Ik stortte me in de strijd om een taxi. De gebruikelijke luchthavenstaking was bezig en de concurrentie om een taxi was enorm. Uiteindelijk kreeg ik een vriendelijke beunhaas te pakken die mij en mijn koffers wel naar de stad wilde rijden, samen met twee andere passagiers, voor slechts een fractie per man boven het totaalbedrag.
  
  Bij het Le Superbe hadden zij mijn reservering aangekregen en Hawk had zijn gewone, kundige voorbereidingen gepleegd. Ik werd met een fluwelen handschoen aangepakt, alsof ik werkelijk Texaanse miljoenen onder mijn beheer had. Toen ik me liet inschrijven vroeg ik of Studs Mallory of Sir Hugh Marsland ook ingeschreven stonden.
  
  'Allebei, Meneer Carr.' De balieklerk bevestigde gelukkig de gegevens van AXE dat het Le Superbe het onofficiële hoofdkwartier was van de makers van Wereldeinde.
  
  'Dan zal ik maar even een boodschap opschrijven,' zei ik. Een blok hotelpapier was al in mijn hand voor ik mijn pen uit mijn zak had. Ik schreef aan allebei hetzelfde, zo het risico dekkend dat één van beiden weg zou zijn. Ik wilde zo snel mogelijk een contact hebben. 'Beste Sir Hugh,' schreef ik (en 'Beste Mallory' voor de tweede boodschap), 'Lew Kevin zei me u in Rome op te zoeken. Ik zoek naar een gok in de film. En hij denkt dat er misschien nog een kans is dat in Wereldeinde te doen.'
  
  Ik voegde er een forse, onleesbare handtekening aan toe en de klerk haastte zich om paperclips te pakken voor de visitekaartjes waar Hawk me van had voorzien en die me identificeerden als lid van een indrukwekkende herensoos in Houston.
  
  De piccolo bracht me naar de zesde verdieping, naar een suite die er nog eleganter uitzag dan die ik in New York had achtergelaten. Le Superbe was het hotelbestaan begonnen in de zwierige tijden rond de eeuwwisseling en had, met zijn vele stijlveranderingen en renovaties, nooit meegedaan met de moderne trend om tot een grotere bezetting te komen door zijn suites in kleinere ruimtes onder te verdelen. Ik pelde twee nieuwe 1.000 lire biljetten af voor de piccolo en gaf hem er daarna één van 5.000 en zei hem op topsnelheid terug te komen met de nieuwste en meest complete plattegrond van Rome. Ik kende de stad redelijk goed, maar was van plan een supersnelle opfrissing te nemen terwijl ik wachtte op antwoord van mijn uitgezette aas: de twee boodschappen.
  
  Hij was terug voor ik klaar was met uitpakken. Als beloning wuifde ik het wisselgeld weg dat hij me terug wilde geven.
  
  Ik besteedde vijf minuten van geconcentreerde aandacht aan de kaart die opengevouwen de helft van mijn barokke bed bedekte. Ik bevestigde mijn kennis van vroeger, vulde een paar vage plekken in mijn geheugen aan en lokaliseerde de plaats van onze contact-adressen: één in het deftige Parioli, het andere in het lawaaierige Trastevere aan de andere kant van de Tiber.
  
  Voor verdere, noodzakelijke en gewoontegetrouwe routine haalde ik de Luger uit het diplomatenkoffertje, nam hem uit elkaar en deed een druppeltje olie op het hamermechanisme. Toen kleedde ik me uit voor vijf minuten yoga. Daarna ging ik liggen om wat rust te krijgen, waarvan Rosana me zo plezierig had beroofd in het vliegtuig, bereid om het voor de rest van de dag te vergeten als het nodig mocht zijn.
  
  Als ik geen antwoord kreeg op mijn boodschappen, zou er iets aan de hand zijn, want hoe meer ik over Rosana nadacht - het feit dat haar stimulerende voorspel zowel doeltreffend als erotisch was geweest - des te meer zekerheid kreeg ik dat zij iets met Wereldeinde te maken had.
  
  Ik viel in een diepe slaap en had een prettige droom, die een ontspannen herhaling was van mijn ontmoeting met Rosana. Alleen was er in mijn droom niemand anders in het vliegtuig aanwezig en werden de zaken nog iets grondiger aangepakt. Tot er een alarmbel o verging.
  
  Ik werd snel en ongelukkig wakker. De telefoon rinkelde. Ik nam de hoorn van de haak.
  
  'Meneer Carr?' Een vrouwenstem met een licht buitenlands accent.
  
  'Spreekt u mee.'
  
  'Sir Hugh Marsland voor u. Een ogenblikje alstublieft.'
  
  Ik wachtte en een te warme, te vibrerende stem nam de plaats in van die van het meisje.
  
  'Met Hugh Marsland, Meneer Carr,' zei hij. (Altijd oppassen als een Engelsman te vroeg in het spel zijn titel laat vallen.) 'Ik heb uw boodschap ontvangen. Het was heel attent van Lew om u te zeggen contact met ons op te nemen. Hoe is het met die oude gek?'
  
  Ik reageerde met de gegevens die Hawk me via de telex had gegeven. Lew, die oude gek, was op een cruise met zijn jacht, de Crazy Jane, voor de kust van Diamond Read, samen met Mimi, de vijfde mevrouw Kevin. Hij moest van beiden de groeten hebben.
  
  'Ik ben bang dat de financiële kant van Wereldeinde helemaal rond is, beste man,' zei Sir Hugh na enig heen en weer gepraat over Lew. 'Maar er is geen enkele reden waarom we elkaar niet zouden ontmoeten voor wat ontspanning in la bella Roma. Renzo Conti en nog wat van het stel komen toevallig langs om wat te drinken en om vanavond te gaan stappen. Ik zou het geweldig vinden als je mee deed. Zullen we zeggen: zo ongeveer half acht in de Monza-kamer?'
  
  Ik zei dat ik het geweldig zou vinden.
  
  Het korte gesprek was bijna voldoende voor me om een beeld van vlees en bloed te krijgen van Sir Hugh. De geletterde en wel opgevoede Engelsman met het valse vernis van de toffe-jongens-onder-mekaar-vereniging dat zijn snobbisme moest verhullen zodat hij een pond, een mark, een franc of een lire kon verdienen die hij niet had geërfd zoals de andere jongens. En het was bijna zeker dat er ruimte bestond voor nog meer geld in Wereldeinde. Het werd alleen wat aantrekkelijker gemaakt voor de platte, rijke Texaan, door hem ogenschijnlijk onnodig te laten zijn zodat zij, als ze me te pakken zouden nemen, me goed te pakken zouden nemen en zouden voorwenden mij er nog een plezier mee te doen ook.
  
  Het was pas vijf uur in de namiddag en mijn lange rust had elk ongemak van het verschil in tijd ongedaan gemaakt. Ik kon die twee uur die ik nog had nuttig doorbrengen nu het spel was begonnen. Ik kleedde me aan (en maakte mentaal een aantekening nog wat bonte overhemden en bijbehorende artikelen te kopen om mijn image nog overtuigender te maken) en ging met de lift, een vergulde metalen kooi, naar beneden naar de lobby.
  
  De portier riep een taxi en ik reed naar de Piazza Navona, een opmerkelijk prachtige en toeristische trekpleister. In plaats van een tafeltje te nemen op het terras van Tre Scalini, stak ik het plein over, sloeg een paar hoeken om en kwam weer terug op mijn route, de Corso Vittorio Emanuel. Ik was daar juist op tijd om op de bus naar Trastevere te springen. Het was een warme dag in de lente en de bus zat vol, waardoor het leek alsof je gevangen zat in een pakhuis vol okselgeurtjes, maar ik wist dat ik eventuele achtervolgers had afgeschud.
  
  Het contactadres was een vervallen, schaars gemeubileerd appartement op de hoek boven een tabachi die sigaretten, zout en loterijbriefjes verkocht. Via een gammele trap ging ik naar boven en liet daar de codeklop horen. De deur werd opengemaakt door een mager, vlasharig jochie van begin twintig dat eruit zag als een ww-trekker. Een perfecte mengeling van de internationale, zwervende studentenbevolking van de wijk. Hij bleef vasthouden aan zijn lusteloze houding tot hij de deur achter me had gesloten en vergrendeld.
  
  Toen kwam hij uit zijn slungelachtige houding overeind en zag er wat menselijker uit.
  
  'Hyman, CIA,' zei hij. 'Ze hebben me verteld dat je zou komen. Jij bent toch Gerry Carr?'
  
  'Precies.' Ik gaf hem een hand.
  
  'Het spijt me van Anderson,' zei Hyman. 'We hadden geen enkele aanwijzing waarmee hij bezig was. Ik heb al zijn spullen doorzocht en nog steeds hebben we geen aanwijzing. Hij had een bepaald woeste theorie over Wereldeinde. Maar het enige samenzweerderige dat ik erin kan ontdekken is de gebruikelijke poging om de investeerders uit te melken en misschien zelfs ook nog het publiek.' Hij liet me de achterkamer binnen die eenzelfde soort doodse atmosfeer te zien gaf als de eerste kamer. Toch moest er een soort van organisatie in bestaan, want hij liep recht op de oude sofa af, schoof de rommel op de vloer opzij en haalde er een kartonnen doos onder vandaan.
  
  'Misschien dat jij iets vindt dat wij over het hoofd hebben gezien,' zei hij zonder veel overtuiging. 'Dit zijn z'n bullen, afgezien van de kleren waarin hij werd gevonden, zijn enige goede pak waarin hij werd begraven en nog wat kleren die zijn meid op de rommelmarkt heeft verkocht.'
  
  'Zijn meid?' Mijn oren spitsten zich bij een mogelijke aanwijzing. 'Cora. Een Amerikaanse studente. Zogenaamd,' zei Hyman. 'De laatste van een lange reeks. In die richting geen motief. We zijn het nagegaan. Maar je kunt haar adres krijgen als je dat wilt.' 'Misschien,' zei ik. 'Maar laat me dit eerst doorkijken.'
  
  Het is niets voor mij om de CIA af te katten. Maar er hebben momenten bestaan dat AXE dingen aan de weet kwam die zij over het hoofd hadden gezien. En zelden was het andersom.
  
  'Ik ben in de andere kamer als je me nodig hebt,' zei Hyman. 'Ik wed dat ik de enige ben die hasj in een wierookvat moet branden om te verbergen dat ik Camel rook.'
  
  Ik zette me neer op de gammele sofa en doorzocht de inhoud van de doos. Verrekte weinig voor mij om op door te borduren. Allemaal herhalingen van wat ik al wist uit het telexbericht. Een rotzooitje van onhandig geschreven memo's van Anderson aan zichzelf over alles; vanaf afspraakjes met Cora en met andere meisjes tot en met notities over Conti, Marsland en Mallory. Clem zaliger Anderson was een chronische krabbelaar. Een al even slechte gewoonte voor iemand van de geheime dienst als praten wanneer je dronken bent. Aan de andere kant heb ik een paar goede agenten gekend (nooit eersteklas, maar toch goed) die zó lulden als ze dronken waren en zoveel tegenspraken door elkaar haspelden, dat ze die gasten van de contraspionage horendol maakten in hun pogingen er een paar korreltjes waarheid uit te ziften. Hetzelfde ging op voor Andersons krabbels en notities. Alleen was het niet de vijand die er horendol van werd, maar ik, Nick Carter, zoekend naar een mogelijkheid die vergelding kon uitsluiten en zoekend naar een aanwijzing wat zijn dood dan wel had kunnen veroorzaken.
  
  Er waren maar drie notities die geen duplicaat waren van de zaken die ik al eerder in mijn hoofd had opgeslagen. Een vage schets met de namen van Conti, Marsland en Mallory die een driehoek vormden om een letter L heen. Daarachter een vraagteken en een onleesbare aantekening die CH kon beduiden, de kenteken-aanduiding voor Zwitserland. En daar weer achter iets dat als Jungfrau las, de Alpenspits in Zwitserland of het Duits voor maagd (hoogst onwaarschijnlijk), of als Junker voor edelman in het Duits, of Junkie voor druggebruiker. Of misschien het een of andere codewoord. De tweede was een duidelijker notitie die niet meer was dan 'R'. I en koerier? Maar voor wie? In een flits gingen mijn gedachten terug naar Rosana.
  
  Ten derde, in het midden van een blanco kaartje de letters 'AA'. Clem had een alcoholprobleem gehad en misschien had hij op het punt gestaan zich in verbinding te stellen met de Romeinse afdeling van Anonieme Alcoholici, maar dat leek al even vergezocht als mijn eerdere 'maagd.'
  
  Ik bedankte Hyman, schreef Cora's adres op en vertrok. Ze woonde in een pension in de buurt. Alleen maar voor het geval dat. Ik ging een paar stegen door naar de Piazza Santa Maria, een al even gewone toeristenhalte in Trastevere, en hield een taxi aan.
  
  Ik had nog wat tijd om een paar bontgekleurde overhemden te kopen en een paar halfhoge laarsjes van krokodillenleer, om mijn image van Texaan te ondersteunen. En ik had nog wat tijd om me te scheren in mijn suite en andere spullen aan te trekken voor mijn afspraak.
  
  De Monza-kamer van Le Superbe was geïnspireerd op de mystiek van de stockcarraces en was versierd met prenten van antieke auto's op de manier zoals sommige Engelse pubs worden versierd met prenten van paarden en jachthonden. Nu, om half acht in de avond, werd hij bevolkt door Conti's filmmensen, wat aanhang en door de mooiste en meest keurig geklede vrouwen die ik ooit onder één dak bij elkaar had gezien.
  
  Ik kwam de Monza-kamer binnen met de ietwat schizoïde houding die me het beste bij Gerry Carr leek passen. Half de onzekerheid van een vreemde en half de arrogantie van een man die weet dat hij elke cheque kan uitschrijven tot aan een bedrag van acht cijfers. Ik negeerde een ober die me naar een tafel probeerde te loodsen, bleef waar ik was, blokkeerde de ingang voor de helft en tuurde het verleidelijke duister binnen.
  
  Ik was nog steeds aan het turen toen een lange, potige man met een rood gezicht, een kalend hoofd en een strakke, rode snor boven zijn bovenlip, me aansprak.
  
  'Gerry Carr? Hugh Marsland.' Ik herkende de stem van het telefoongesprek. 'Ben blij dat je hebt kunnen komen. We zitten met ons allen in die hoek daar.' Hij wuifde met een vlezige hand in een vage richting. 'Kom mee en houdt de gelukkige groep met zijn harem gezelschap.' Hij liet een snorkend gehinnik horen en ik liep achter hem aan.
  
  Zijn groep, en die van Conti, hadden een stuk of wat piepkleine tafeltjes tegen elkaar aangeschoven. Ik werd voorgesteld aan Lorenzo Conti, Renzo voor vrienden, aan Studs Mallory, aan de vergrijzende ster Michael Sport, aan de bloeiende, bloedmooie Camilla Cavour en aan de anderen. Ik bestelde een dubbele Chivas Regal met ijs en ging in een vergulde stoel zitten, tussen Sir Hugh en Conti in, en probeerde door de duisternis heen turend mijn nieuwe makkers op te nemen.
  
  Sir Hugh heb ik al beschreven. Het is alleen noodzakelijk eraan toe te voegen dat hij, tussen zijn kalende schedel en zijn rode snor in, een vrolijk en onschuldig, Engels kostschoolgezicht had hoewel hij al ver in de veertig was. Een vrolijk en opgeruimd kind, tot je de ogen zag. Koele, berekenende knikkers van roestvrij staal. Hij was groot en ietwat gezet, als gevolg van het lang geleden stopzetten van zijn sporttraining.
  
  Renzo Conti was het andere uiterste. Een kort, zo ongeveer één meter vijfenzestig, slank en elegant mens, net 56 volgens mijn gegevens, met gitzwart haar. Of het was natuurlijk, öf het was het beste verfwerk dat ik ooit onder ogen had gekregen. Hij was gladgeschoren, had een aristocratische neus en donkerbruine ogen in een gebruind gezicht. Zijn grijsgroene mohair kostuum was met een Italiaanse perfectie op maat gegoten. Hij droeg een bleekgroene, zijden koltrui. Om zijn linkerpols had hij een gouden Rolex. Aan zijn rechter ringvinger zat een antieke zegelring van bleekgoud. Hij glimlachte en liet een volledig stel glanzend witte tanden zien; een betere stifthandel dan van de meesten van zijn sterren.
  
  Studs Mallory was groot, zoals Marsland. Maar hij was duidelijk veel dikker, ondanks het dure kleermakerswerk van zijn harige tweedpak. Alles aan hem was zó nieuw, zijn nieuwe welvaart weerspiegelend, dat je geen achtergrond informatie nodig had om dat op te merken. Ik weet niet waarom, maar iemand als Renzo kan voor het eerst in een pak lopen en je toch de indruk geven dat het al generaties lang in zijn familie wordt gedragen. Terwijl iemand als Studs een kern van onechtheid verried, ondanks alle ponden sterlings die hij in zijn dure kostuums had gestoken. Studs had een lang en lelijk gezicht, het soort lelijkheid dat sommige, makkelijk te imponeren dames aantrekkelijk noemen. Zeker met het litteken dat over zijn linkerwang liep. In elke welvarende periode van zijn carrière had hij het kunnen laten weghalen. Dus moet hij het prettig hebben gevonden het te behouden, als een herinnering aan zijn minder vadsige, bruisende jeugd. Zijn ogen waren van een bleek, dof blauw.
  
  Michael Sport. U kent hem ongetwijfeld van foto's. Het is een ongewoon knappe Engelsman, een beetje minder sjofel dan zijn wide-screen voorkomen doet vermoeden. Ziet eruit als veertig en verraad zijn werkelijke, vijftig-plus leeftijd pas aan het einde van een drukke nacht vol wijven en drank.
  
  Camilla Cavour was weer eens iets heel anders. En iets dat het waard is om je even op te concentreren. Ze zag er beter uit dan haar filmimage deed vermoeden en dat filmimage had haar al binnen twee korte jaren tot sekssymbool gemaakt. Ze kon nauwelijks langer zijn dan één zestig op blote voeten, of meer dan honderd pond hebben gewogen, schoon aan de haak, maar de uitkomst was perfectie. Haar zachtbruine haar werd opgehouden door een geel, fluwelen lint en hing in stromende banen langs haar rug naar beneden. Haar fantastische lichaam zat opgesloten in een strakke, oranje jurk die zich spande om twee vooruit priemende, pruimvormige borsten. Toen ze zich omdraaide om zich door Sir Hugh te laten voorstellen hadden twee donkerbruine ogen, bijna zo zwart als rijpe olijven, het verblindende effect van twee 250 watt lampen.
  
  De rest werd gevormd door mindere goden, medewerkers, acteurs en actrices, wat Sir Hugh me ook al door de telefoon had gezegd. Ik kreeg sterk het gevoel dat de hele party in elkaar was gezet voor de onnozele Gerry Carr, playboy en mogelijke geldschieter.
  
  De ober, gekleed alsof hij was weggelopen uit een zeventiende eeuws strijdtoneel, bracht me de whisky en Renzo, inmiddels al mijn grote vriend, bood me een sigaret aan uit een platte platina koker die was versierd met een wapenschild. Mogelijk dat van zijn familie. Ik sloeg de sigaret beleefd af en haalde mijn eigen merk te voorschijn, de filtersigaretten waar ik de voorkeur aan geef. Ze worden in opdracht gemaakt en versierd met een C-monogram, dat zowel voor Carr als voor Carter kon doorgaan. Camilla kirde van plezier en vroeg of zij er ook een mocht hebben. Ik wilde haar maar al te graag een pleziertje doen. Ze boog zich vertrouwelijk naar me toe en maakte het eenvoudige vuurtje geven tot een speciale, intieme handeling.
  
  'Oooh,' zei ze teleurgesteld na een lange haal. 'Het is gewone tabak, meneer Carr.'
  
  'Sorry,' zei ik. 'Ik had begrepen dat de Italiaanse politie nogal moeilijk doet over pot.'
  
  'Poeh,' zei ze. 'Voor zwervers en hippies, ja, maar niet voor mensen zoals wij. Dottore Simca, die gauw zal komen, is van hoog politiek aanzien en iedereen weet dat hij zijn uithoudingsvermogen onder meer aan cocaïne heeft te danken. Voor Renzo geldt hetzelfde.'
  
  'Nee maar,' zei ik, gepast onder de indruk. 'Noem me maar gewoon Gerry,' voegde ik eraan toe.
  
  'Als jij me Camilla noemt,' zei ze. Ze keek me even aan. 'Ik geloof dat ik maar naast je kom zitten, Gerry,' zei ze. 'Ook al is je sigaret gewone tabak.' Ik weet niet wat zij met de G deed, maar het klonk als iets tussen Tsj en de Dsj in en het gaf me een vreemde tinteling langs mijn ruggengraat.
  
  We hadden nu een klein vierkantje voor ons vieren: Camilla, Sir Hugh, Renzo en ik. Camilla nestelde zich zo dicht tegen me aan dat er tussen ons in zelfs geen ruimte meer was voor een sigarettenvloeitje.
  
  'Gerry hier heeft plannen deel te nemen aan Wereldeinde, ' zei Sir Hugh met een onderdrukt lachje. 'Maar ik heb hem gezegd dat ik vrees dat we helemaal vol zitten wat geld betreft. Juist, Renzo?' 'Ik vrees het ook,' zei Conti. 'Het is een budget van acht miljoen, erg hoog tegenwoordig, en we hebben al twee miljoen extra voor mogelijk oponthoud en inflatie. Het meeste van ons budget gaat naar de ongebruikelijke rekwisieten en de "special effects". Hele sleden verwoesten we. Zo'n stuk of tien invasies gaan van start. Grote vloten worden tot zinken gebracht, en dan heb ik het nog niet eens over het zakcentje van een half miljoen dollar voor ornamenten als Camilla hier en de populaire meneer Sport. We gebruiken ook nog eens de grootste sterren van elk land, inclusief Rusland en voor het eerst China, voor de gastrollen.'
  
  'Wat een pech, Renzo,' zei ik zuchtend. 'Ik zou mijn laatste dollar er voor over hebben een keertje te maken te krijgen met zo'n film.' Daar verondersteld werd dat die laatste dollar begraven lag onder meer dan twaalf miljoen broertjes en zusjes, werd het zuchten ontvangen door een betekenisvolle frons van Conti.
  
  Ik zou het heerlijk vinden als Gerry een aandeel kreeg in onze film,' zei Camilla hoffelijk. 'Ik heb hem zojuist hier ontmoet, Renzo. Je stelt hem aan me voor en dan jaag je hem weer weg. Dat maakt me ongelukkig en je weet hoe slecht dat kan zijn voor een film, oponthoud, retakes, artsen, injecties, als ik ongelukkig word.' Haar laatste film Madonna de Sade had een paar honderdduizend ballen meer gekost dankzij haar humeur en temperament. 'Dank je, Camilla,' zei ik.
  
  'Maar Camilla, popje,' protesteerde Sir Hugh. 'Je moet toch weten dat er een grens aan deelneming is. Met die twee miljoen extra kunnen we ons wel een paar van je buien veroorloven.'
  
  'Een paar langdurige buien, Hugh?' vroeg Camilla terwijl één van haar handen met bloedrood gelakte nagels op mijn knie bleef rusten en er een licht kneepje in gaf.
  
  'Alsjeblieft, Camilla, schat,' zei Renzo. 'Ik bedoelde niet dat het onmogelijk zou zijn om Gerry van dienst te zijn, alleen maar moeilijk. En als jij er een probleem van wenst te maken, kunnen we misschien iets ritselen. Maar we moeten op Piero, meneer Simca, wachten, onze financiële deskundige. Hij heeft zijn eigen, Zwitserse bank en is onze politieke verbindingsman. Wind je nu nog niet op, lieve Camilla, en jij ook niet, Gerry.'
  
  Ik vroeg wanneer deze meneer Simca zich bij ons zou voegen. Die Zwitserse bank was misschien net het verband dat ik zocht in Clem Andersons rare schets.
  
  'Wie zal het zeggen,' zei Renzo. 'Als Piero komt, dan komt hij. En als hij er op dit moment gelukkig mee is om kattenkwaad uit te halen in de senaat, komt hij wat later.'
  
  'Hij maakt zijn eigen wetten,' zei Studs Mallory. 'Zoals hij de wetten maakt voor Italië.'
  
  'Of wetten breekt,' tjilpte Camilla.
  
  'Nou, nou,' zei Sir Hugh vaderlijk fronsend. 'We moeten Gerry geen vreemde ideeën laten krijgen.'
  
  Renzo lachte alsof Sir Hugh net de grootste mop van de wereld vertelde. En misschien was dat ook wel zo.
  
  Er volgden een paar uren van drinken en doelloos feestvieren in de Monza-kamer voor Renzo op zijn Rolex tuurde en zei dat het tijd werd de hele menagerie naar het restaurant te verplaatsen voor het diner; een heel bijzonder eethuis in zijn geheel had hij afgehuurd voor de avond.
  
  'Daar kunnen we wat eten en dan kan Studs aan Gerry wat van onze geleende luchtmacht laten zien,' zei hij. 'Ik heb mijn miljoenen verdiend door zaken en pleziertjes te combineren.' Die opschepperij veegde hij ook weer weg met de toevoeging: 'En zo heb ik ze ook weer verloren.'
  
  Volgens mijn telex-informatie zat hij tot aan zijn glanzende, zwarte luren in de schulden bij banken en minder verdraagzame privé-geldschieters. Maar ik moest zeggen dat hij zich bleef gedragen als de man zonder ook maar één zorg op deze wereld.
  
  Er stonden zes limousines te wachten op de gebogen oprit van het hotel. Ik kreeg de eer van de eerste. Renzo, Camilla en ik op de achterbank. Mallory en Sir Hugh op de klapstoeltjes tegenover ons en Michael naast de chauffeur in livrei.
  
  Van het hotel naar het restaurant duurde een goede vijfentwintig minuten die ik geheel in beslag genomen doorbracht. Aan de ene kant Renzo met discrete maar diepgravende vragen over mijn financiële situatie voor het geval dat Wereldeinde me als investeerder zou binnenhalen. Aan de andere kant Camilla die me in een aantal activiteiten van haarzelf betrok. We waren nauwelijks vertrokken van de ingang van het hotel toen ik een kleine, zijdeachtige hand op mijn dij voelde die mijn reacties peilde op haar aanraking.
  
  'Er zijn nogal wat problemen om een behoorlijke som uit de Verenigde Staten te krijgen, Gerry,' zei Renzo. 'Ondanks al dat gepraat over vrij ondernemerschap.'
  
  'Ik heb altijd een paar miljoen in reserve in Nassau,' vertrouwde ik Renzo toe.
  
  'Goede regeling daar in Nassau.' Sir Hugh had zich omgedraaid om zich in het gesprek te mengen. 'Nooit problemen als je je zaken snel wilt regelen.'
  
  Camilla giechelde en kneep mij in mijn dij. 'lk vind het veel leuker als je je zaken wat langzamer regelt,' fluisterde zij me in mijn oor. Ze liet haar woorden gevolgd gaan door een actie van haar tong die de losse bewegingen van haar hand versterkte.
  
  'Ik kreeg een keertje geld overgemaakt vanuit Nassau en het duurde maar twee dagen,' droeg Studs Mallory zijn steentje bij. 'Als ik geprobeerd zou hebben het via Amerika te krijgen, zou het twee, drie weken hebben geduurd.'
  
  'En je moet wel vijftig formulieren invullen voor een armzalige 400.000 pond,' snoof Sir Hugh.
  
  Ik snoof ook, maar dat was van frustratie en het daaraan verbonden genot. Ik wist niet hoe veel langer ik het nog uit zou kunnen houden onder Camilla's tedere liefkozingen zonder te exploderen. Yoga heeft me enige beheersing gegeven, maar voor een maximaal resultaat is een volledige concentratie vereist. En met Camilla's tong in mijn oor, haar spelletjes in de buurt van mijn lies, moest ik het andere oor open houden voor Conti, Mallory en Sir Hugh en ze antwoorden zonder me direct aan verplichtingen te verbinden.
  
  Ik beet mijn tanden op elkaar en sprak met kennis van zaken over de faciliteiten van een aantal multinationale bedrijven met kantoren in Rome of Milaan. Ik fluisterde een stil dankgebedje toen de limousine ten slotte een door cipressen omzoomde laan indraaide in de richting van het restaurant van onze bestemming. Camilla liet een bijna onhoorbaar, nijdig geluidje horen, als een klein, verwend kind dat zijn speelgoedje kwijtraakt, toen ze haar hand wegtrok. De wagen stopte. Toen de chauffeur het portier voor ons had geopend, ging Renzo ons voor door een enorme houten deur van een oude, gepleisterde boerderij. De hele benedenverdieping was veranderd in een eetgelegenheid. Het achtereinde werd ingenomen door twee open haarden vol gloeiend vuur, die werden gestookt met houtblokken, onder twee reusachtige braadspitten. Aan één spit hing een heel wild zwijn, waarvan het vet kleine vuurtongetjes ontlokte aan het vuur eronder. Aan het andere spit zaten drie ganzen en vijf kippen.
  
  'We krijgen Toscaans eten op z'n best,' zei Renzo. Hij gebaarde ons naar de hoofdtafel toen hij stilhield om de eigenaar een paar culinaire aanwijzingen te geven.
  
  De rest van de groep zwermde binnen. Een traditioneel Italiaans diner van meerdere gangen, was spoedig aan de gang. Antipasta werd gevolgd door dikke boerengroentesoep en/of pasta. Dan het geroosterde zwijn met gebakken aardappeltjes en artisjokken. Vervolgens de kip of gans met gemengde salade en zuchini. Dan enorme schotels met tamme kastanjes en slagroompasteitjes. Daarna een kaasplank bijna zo groot als een van de tafels en ten slotte, om het af te ronden, allerlei verschillende liflafjes die met cognac, champagne en grappa werden weggespoeld.
  
  Camilla zat naast mij. Ze at met evenveel eetlust van alle gangen als de vraatzuchtige Studs tegenover ons. Als ze altijd zo at, dan moest dat kleine figuurtje van haar van één meter zestig met de één of andere constante en rigoureuze oefening op peil worden gehouden. Onze rit hierheen gaf me enig idee wat voor oefening dat was. 'Christus,' zei Mallory terwijl hij vorken vol met spaghetti inlaadde en met chianti wegspoelde, 'ik zweer het je. Er zit iets in die Italiaanse lucht waardoor mijn maag uitzet. Thuis zouden twee van die gangen al een compleet diner zijn geweest, maar hier blijf ik maar dooreten.'
  
  Zo ergens tussen de pasta en het wilde zwijn in, ontstond er enige opwinding bij de ingang en een fluistering ging door de hele eetzaal.
  
  'Piero komt eraan,' zei Renzo. 'De kleine, wijze man.'
  
  De dikke kastelein kwam achteruitlopend in het zicht, diepe buigingen makend. En achter hem aan zag ik de kleinste man die ik ooit had gezien. Piero Simca was een keurige, opvallend geklede dwerg met een ruige bos, kortgeknipt haar en een keurige, hartvormige sik. Hij droeg een korte rotting met een ivoren knop die niet langer was dan veertig centimeter. Op zijn hooggehakte plateaulaarsjes was hij misschien één meter vijfentwintig lang.
  
  Hij werd naar onze tafel geleid waar een kelner al twee kussens op een stoel had gelegd. Iedereen ging staan om hem te begroeten, inclusief Camilla en, onhandig volgend, zoals mijn rol dat voorschreef, ondergetekende.
  
  'Piero.'
  
  'Professore. '
  
  'Eindelijk,' riep Renzo uit. 'Professore Simca. Meneer Carr, waarover ik heb verteld.'
  
  'Genoeg van dat professore,' zei de kleine man terwijl hij mijn hand in een ferme, klauwachtige greep nam. 'We zijn hier als vrienden onder elkaar. Ik ben Piero, Gerry, en ik ben blij je te ontmoeten. Ga zitten, dan kan ik wat van deze losbandige vraatzucht inhalen.'
  
  Hij sprak vlekkeloos Engels met een vleugje Amerikaans accent, verschillend van die Britse stijfheid die je gewoonlijk bij de geletterde Italianen aantreft.
  
  Zijn glimlach was open en argeloos. Maar er hing een sterke sfeer van kwaadheid om zijn kleine gestalte heen. Het was niet alleen die altijd waakzame blik in zijn groenachtige ogen, maar een soort van zacht gedruis in zijn iele gestalte. Het enige waarmee ik dit kon vergelijken, was met een nacht, heel lang geleden, in Palembang op Sumatra. Toen bracht ik woelend zeven slapeloze uren op mijn bed door. Tot ik eronder keek en een nietige, kleurrijke en schitterende krait ontdekte; een van de meest fatale verpakkingen van de slangendood in de hele natuur.
  
  Zijn formaat stond Piero's voorstelling van de gezonde eter niet in de weg. Zijn woord getrouw bunkerde hij antipasta en spaghetti met een halsbrekende snelheid en haalde ons in toen het everzwijn werd opgediend. Toen had hij tijd om te praten.
  
  Sir Hugh vertelde van mijn wens om in Wereldeinde te investeren, van zijn eigen twijfels of dat wel gearrangeerd kon worden en van Camilla's opmerking dat zij heel ongelukkig zou zijn als ik niet één van haar betaalmeesters kon worden.
  
  'En je zou toch niet willen dat ik me ongelukkig zou voelen, Piero,' voegde Camilla er zelf aan toe.
  
  'Nooit, mijn lieve kind,' zei Piero, terwijl hij een groot stuk van de ham van het zwijn afsneed en het vastpinde aan zijn mes als een miniatuur havik die op zijn prooi duikt. 'Om jou gelukkig te zien zou een man bergen verzetten. En daar ik niet van het formaat bulldozer lijk, is er des te meer reden voor mij ze wel voor je te verzetten. Laat me nadenken.'
  
  Hij sloot zijn ogen toen hij het vlees in zijn mond stak en nadenkend kauwde. De grijze sik bewoog zich op en neer boven zijn brede das terwijl hij kauwde en nadacht.
  
  Hij opende zijn ogen met een tevreden knipoog. 'De kanker voor de Argentijnen,' zei hij.
  
  Ik hoefde het niet te spelen om er onthutst uit te zien. 'Wat was dat, Piero?' vroeg ik.
  
  'Ik denk hardop, Gerry,' zei hij. 'Soms niet al te netjes. Wat ik bedoel is, dat er een combinatie van rijke idioten bestaat in Buenos Aires die een aandeel wil hebben in onze film; een kleine deelname van zo om en nabij de half miljoen. Er is niets getekend, er is zelfs geen handdruk geweest. En de hele wereld weet dat Piero dan ook zijn woord gestand doet. Maar als die handdruk er niet is geweest, waarom zou onze vriend Gerry Carr hier dan niet de plaats innemen van die Argentijnen?'
  
  'Waarom heb ik daar nou niet aan gedacht,' riep Sir Hugh uit in een overdreven bewondering, alsof hij er inderdaad niet over had gedacht die beste Gerry Carr van een aantal van zijn oliedollars af te helpen op het moment dat hij mijn boodschap in Le Superbe had gelezen.
  
  'Denk je echt dat je dat kunt doen?' vroeg ik in een gepaste verbijstering.
  
  'Kan doen?' zei de kleine Piero. 'Ik heb het al gedaan, Gerry Carr.
  
  Hier heb je mijn hand, waar al onze vrienden getuige van kunnen zijn.' Weer die ferme, klauwachtige greep. 'Voor vijfhonderdduizend dollar deelname aan Wereldeinde, plus de gebruikelijke meerkosten-bepalingen. Maar dat is een zaak voor de advokaten en voor morgen, of de dag erna. Vanavond geen gepraat meer over geld. Vanavond zijn we alleen nog maar een stel vrolijke vrienden dat zich amuseert. Akkoord?'
  
  'Akkoord,' zei ik.
  
  'Geweldig,' zei Sir Hugh.
  
  'Prettig je erbij te hebben,' mompelde Studs Mallory.
  
  'Bravo,' riep Renzo uit.
  
  Een lange, liefkozende druk op mijn dijbeen was Camilla's antwoord.
  
  De rest van het diner werd er niet meer over zaken gesproken. Later propten we ons weer in de limousines en reden naar het vliegveld waar Piero's politieke waardigheid ons langs de wachtposten voerde naar het achtereinde van het vliegveld toe waar het eerste deel van Wereldeindes luchtmacht stond verzameld. Clem Andersons rapporten hadden me voorbereid op iets indrukwekkends, maar toch was ik nog verrast. Niet alleen had Conti de diverse regeringen ertoe overgehaald het puikje van hun luchtmacht uit te lenen - Phantom straaljagers, Sabre jets en iets dat zelfs, in het zwakke licht, een werkelijke B-52 bleek te zijn - maar er stond tevens een handjevol vliegend speelgoed dat ik slechts uit de rapporten van AXE kende: toestellen waarover zelfs niet werd gesproken in de laatste aflevering van All the World's Aircraft, dat onmisbare jaarlijkse register van wie wat maakt om wie om zeep te helpen. Twee van die geheime toestellen waren Amerikaans. Drie andere zagen eruit als Russische modellen die ik slechts bij geruchte kende en van die paar gesmokkelde foto's. Er bleven er nog drie over, wat alleen maar het bewijs kon betekenen dat onze ondoorgrondelijke oosterburen heel wat sneller vorderingen maakten dan onze beste spionagedienst kon bijhouden.
  
  Voor het eerst merkte ik enig werkelijk enthousiasme op bij Renzo, Sir Hugh en Studs. De piepkleine Piero beende voorop, wijzend met zijn kleine rotting van de ene schat naar de andere als een miniatuur schoolfrik.
  
  'Stel je eens voor dat één van deze dingen boven Washington DC verscheen met de kentekenen van de Sovjet Unie,' zei hij, 'op het moment dat een Amerikaans toestel boven Leningrad verschijnt en één van deze, met laten we zeggen een swastika, boven Peking. Stel je je in al die drie gevallen eens de reactie voor en hoe snel er een einde komt aan de beschaving zoals wij die kennen.'
  
  'Dat is het hoofdthema van Wereldeinde,' fluisterde Renzo me toe. 'We zullen Waterloo van de Laurentis eruit laten zien als een oude komedie van Shirley Temple.'
  
  'Een soort film met een boodschap?' vroeg ik.
  
  Studs Mallory liet zijn lach over het verlaten vliegveld schallen. Hij had zich tijdens het diner gestaag vol laten lopen met grappa, een drank die je bijna als straaljagerbrandstof kunt gebruiken zonder al te veel aan het distillatieproces te veranderen.
  
  'Een boodschap is het wel,' zei hij. 'Een boodschap aan een dode wereld.' Met zijn enigszins gebogen gestalte in het licht van de maan, de basstem die uit zijn lange, verkreukelde gezicht kwam en met die zwarte regenjas over zijn schouders geslagen, zag hij eruit als een vampier uit een film van een van zijn mindere filmbroeders. 'Wat Studs bedoelt,' zei Sir Hugh ernstig, 'is dat je gelijk hebt. Het is een film met een boodschap, Gerry. En die boodschap is, dat deze dwaze, oude aardkloot eenvoudig geen derde wereldoorlog zal overleven met al het wapentuig dat nu zelfs voor de kleinere landen beschikbaar is.'
  
  'Zelfs voor de filmmaatschappijen,' voegde ik er droog aan toe. Sir Hugh lachte. 'Inderdaad. Natuurlijk is dit zware werk alleen maar nodig voor de details: opstijgen, landen, dat soort dingen. Onze actiescènes, waarvan sommige de meest fantastische zullen worden die er ooit zijn gemaakt, worden op verkleinde schaal opgenomen. Speelgoedvliegtuigjes boven speelgoedstadjes, vijvers die eruit zullen zien als oceanen, maar alles ongelooflijk levensecht.' 'Het is een nieuw procedé,' zei Renzo. 'Met computers kunnen we hele sekwenties van te voren programmeren. Twee legers die met elkaar in gevecht zijn, de vernietiging van New York door een bombardement, nagebootste nucleaire explosies. Eén druk op de knop en draaien maar.'
  
  'Eigenlijk heb je nauwelijks nog een regisseur nodig, hè Hugh,' zei Studs plagend. 'Ik kan maar beter weer mijn koffers gaan pakken.' 'Jij, Studs? De man die de Zoeloe-opstand in Impi regisseerde?' protesteerde Renzo verhit. 'Onze kleine, grote oorlog wordt net zo goed als de gegevens die we in de computers stoppen. En, Studs, er is geen regisseur die dat programma beter kan uitdenken dan jij.' 'Moet je horen..kwam Sir Hugh tussenbeide.
  
  'Het is laat en ik krijg het koud,' klonk Camilla's zachte stem door het grote-jongensspel heen. 'We gaan terug, hè?'
  
  'Je hebt gelijk, mijn lieve kind,' zei Piero die zich met moeite losmaakte van zijn bewondering voor een jager. 'Mijn oude botten beginnen het ook koud te krijgen. Ik benijd jullie, jongeren, die zo snel weer op temperatuur kunnen komen.' Hij keek Camilla en mij openlijk aan.
  
  We reden terug in dezelfde limousine. Camilla had zich weer tegen me aan genesteld. Minder actief maar niet minder verleidelijk.
  
  'Ik blijf vannacht bij jou, Gerry,' zei ze toen we uit de auto stapten.
  
  'Maar het hotel...' dacht ik hardop.
  
  'Poeh. Jij denkt dat Le Superbe zo'n goedkoop hotelletje is waar de gelegenheidssnol zich bij de leiding moet melden voor toestemming? Het is een luxe en beschaafd hotel en zeker voor een heer die de beste suite heeft gehuurd en in het bijzonder voor een vriend van Renzo en van mij.' Ze drukte mijn hand tegen haar stevige, kleine borst. Haar tepel priemde hard door het dunne laagje tekstiel heen. Mijn aantekeningen over Camilla hadden me duidelijk gemaakt dat zij drie jaar geleden ook één van die gelegenheidssnolletjes was geweest die haar voorstellingen in goedkope, roze hotelletjes opvoerde. Maar geld, populariteit en een wat selectievere teeltkeuze hadden die periode uit haar geheugen gewist.
  
  Net voor we de laatste bocht vóór Le Superbe bereikten kregen we bijna een aanrijding. Een gedeukte, oude, blauwe Fiat 500 schoot uit een zijstraat de Piazza della Republica op, recht op onze gedimde koplampen af. Renzo's chauffeur gaf een heroïsche ruk aan het stuur en de bestuurder van de Fiat, een zwaargebouwde gorilla in een geruit sportjasje, deed hetzelfde. De twee wagens kwamen gierend naast elkaar tot stilstand, de neuzen elk een andere richting op wijzend. Ik zag zweet parelen op het gezicht van de andere bestuurder. Onze chauffeur wierp hem een paar Italiaanse vloeken toe, kreeg er meteen een paar terug en reed toen weer verder.
  
  De enige winst was dat Camilla op mijn schoot terecht was gekomen, terwijl ze me in een heerlijk afgrijzen vastklemde.
  
  'Mijn God,' zei ze, 'ik dacht dat we dood zouden zijn voordat we in bed zouden liggen.'
  
  Renzo, minder geschokt, lachte. 'Ons heerlijke, Romeinse verkeer,' zei hij. 'Het is niets, hoewel wat minder gebruikelijk zo midden in de nacht.'
  
  In de lobby van het hotel lieten Studs, Sir Hugh en Michael Sport die een productie-assistente had veroverd in de wagen achter ons, ons alleen. Renzo ging met Camilla en mij in de vergulde liftkooi naar de derde verdieping waar hij een permanente suite bezat met een niet minder permanente doorstroming van schandknapen. Wij gingen verder naar de zesde verdieping onder de bijna moederlijke glimlach van de piccolo.
  
  'Oh, ik ken deze suite,' zei Camilla, terwijl ze langs me heen van de salon naar de slaapkamer danste. 'Ik vind hem prachtig. Kijk.' Ze gaf een ruk aan een gordijnkoord en het gordijn dat ze wegtrok onthulde een spiegel aan de muur die van de grond tot aan het plafond reikte. 'Oh, je zal weg van me zijn in wide-screen,' beloofde ze toen ze vrijpostig de badkamer indook.
  
  Ik had geen aanmoedigingen nodig om me uit te kleden. Maar Camilla had minder uit te trekken en was al naakt als een pasgeboren baby toen ik nog maar mijn colbertje en mijn broek uit had. Ze hielp me met de rest en ik was blij dat ik het pistool en de stiletto in mijn koffer had gestopt. De kleine gasbom, die eruit zag als een gouden snuisterij, kon op het nachtkastje blijven liggen. Ik hoefde geen verwarrende vragen te beantwoorden die mijn huidige bedoelingen konden doorkruisen...
  
  Mijn huidige bedoelingen, mijn gevoelens, mijn hitsigheid, alles werd weerspiegeld in die lange spiegel. Camilla had gelijk dat ik weg van haar zou zijn in wide-screen. En ik had gelijk over de manier waarop zij haar mammoetmaaltijden van vlees, pasta en anti-pasta verwerkte. En we vonden het allebei heerlijk om gelijk te hebben.
  
  De eerste keer was snel, ademloos en instinctief. Toen we even zij aan zij hadden gelegen om weer wat op adem te komen en om elkaar teder te verkennen, gingen we over naar een tweede, tragere ronde met lange pauzes en lome veranderingen van posities. We voelden ons allebei tintelend van leven en lagen warm en verstrengeld in elkaar. In de spiegel leken we gewichtsloos in de ruimte te hangen, voortglijdend op de een of andere vierde dimensie van seks.
  
  Het AXE-gedeelte van mijn hersenen werd door dit alles niet verdoofd. Ik heb het geluk in de seks altijd een sterkere stimulans te vinden dan in bijvoorbeeld amfetamine. Misschien was seks even verslavend, maar minder schadelijk voor het centrale zenuwstelsel. Als Camilla toevallig iets meer wist over Wereldeinde dan alleen maar haar salaris van zes cijfers, was het bed voor mij de geijkte plaats om daar achter te komen. En ik kon er alleen maar achter komen als zij volledig ontspannen was. Gezien de actie tot dusver scheen zij nog verscheidene rondes verwijderd van een wat minder sterk verdedigingswerk.
  
  Haar kleine lichaam was centimeter voor centimeter even heerlijk als de meer weelderige gestalte van Rosana. Camilla had bovendien een licht voordeel in ervaring en achtergrond. Op dit moment voelde ik een lichte huivering door haar heen gaan, een huivering die niets met kou te maken had. Ik maakte me op om weer in haar door te stoten.
  
  'Si, Gerry. Si, ja nu,' zei ze.
  
  Ik zag in de spiegel haar kleine lichaam een boog vormen, gereed voor mij, en ik wilde net mijn ogen sluiten voor de eerste beweging. Toen deed ik ze weer wijd open, maar veel te laat. In de spiegel zag ik twee vlezige gestaltes uit de deur naar de salon de kamer binnenkomen.
  
  Ik probeerde me om te draaien, maar de eerste, een plompe gorilla met een geruit jasje aan, had me al geraakt tegen mijn achterhoofd met een vuist ter grootte van een achterham; een slag die een os had kunnen vellen. Ik viel van het bed af en kwam terecht op het dikke tapijt waar hij een zwaar geschoeide voet in mijn ribben plantte. Door een waas van pijn en vertroebeld bewustzijn leek het alsof ik Hawks blaffende stem hoorde, zoals in vroeger dagen van mijn opleiding. Hij zei: 'Het eerste waar je altijd aan moet denken is, dat er geen enkel excuus voor je bestaat als je wordt gepakt op het moment dat je niet op je hoede bent.' Misschien dat de belastingbetalers van een dankbare natie dat ooit op mijn grafsteen zullen zetten.
  
  Ik was me half bewust van de tweede bezoeker die Camilla uit ons lusthof wegsleurde, één hand over haar mond geslagen en de andere hand bezig haar worsteling te smoren. Toen deed hij een prop in haar mond, maakte die vast met plakband en boeide haar met de afgescheurde repen van het fijne, linnen laken van Le Superbe.
  
  Ik voelde dat ik buiten bewustzijn raakte, maar toen Ruitjesjas zijn makker hielp om Camilla stevig te binden, greep ik Pierre, het gasbommetje. Ik stopte hem onder mijn oksel. Niemand fouilleert een man die hij naakt uit bed heeft gevist, dacht ik. Nog een gedachte kwam in me op. Ruitjesjas was de bestuurder van de Fiat 500 die ons bijna had geramd. Toen hield ik op met denken.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 3
  
  
  
  
  Het duurde enige tijd voor ik weer aan denken toekwam. Maar na een minuut of tien, vijftien, kwam ik misselijk en ongemakkelijk weer bij bewustzijn, vastgebonden als een rollade, op de achterbank van een Fiat 500 die door onbekende achterafstraatjes schokte. Ze hadden niet de moeite genomen me te blinddoeken, wat een slecht teken was. Ze hadden kennelijk niet de menslievende bedoeling me weer heelhuids terug te brengen.
  
  De kloppende pijn in mijn hoofd was hevig, maar voor zover ik kon nagaan was er niets gebroken en had ik geen ernstige kwetsuren. Mijn hoofd werd weer langzaam helder, in ieder geval voldoende om mezelf te bekennen dat ik nu nog verwonderder was dan toen mijn missie begon.
  
  Toen had mijn opdracht niets anders geleken dan een vervelende klus. Ga naar Rome en zoek zo snel mogelijk uit of er enige grond is in Clem Andersons bedenkingen, of er meer is dan alleen maar een dure en flitsende filmproductie. Als Clem het bij het verkeerde eind zou hebben gehad, kon ik mijn boeltje weer pakken en naar huis terugvliegen om mijn achterstallige verlof weer op te pakken en mijn afgebroken relatie met Tiggy weer te herstellen. Nu wist ik dat Clem het niet verkeerd had gehad, maar waar had hij dan gelijk in?
  
  Oppervlakkig bezien had alles zich ontwikkeld zoals Hawk het had berekend. Wereldeinde was gewoon weer eens zo'n ongebruikelijk bewerkelijke en dure film, gemeten naar de huidige budgetnormen. Maar de buitenissige kosten vertegenwoordigden waarschijnlijk niets anders dan een zwendel door Conti en zijn lotgenoten. De snelheid waarop zij in mijn aas beten was een verdere bevestiging hiervan, evenals hun plezierige presentje van Camilla om mijn belangstelling wat hechter te maken.
  
  Hun uitgebreide alarmerende verzameling en ingewikkelde wapens was veel meer dan de film werkelijk nodig had, maar niet bevreemdend gezien die opgeblazen grootheidswaanzin die je zo vaak aantreft onder de filmgroten. De B-52 en de andere kwaadaardige gevechtsvliegtuigen waren dure speelgoedjes, maar in principe zonder vuurkracht niet gevaarlijker dan het luchtschip van Goodyear dat vol reclame boven Rome rondvliegt.
  
  Ik moest toegeven dat er onder die oppervlakte andere niveaus bestonden. Maar ze waren nog steeds zo vaag en zo weinig onderzocht dat niets, vanaf Clems haastig neergeschreven notities tot en met mijn huidige ontvoering enige relatie scheen te hebben met een internationale samenzwering. Het enige dat ik had opgemerkt bij Renzo, Sir Hugh, Studs en zelfs bij die gevaarlijke dwerg Piero, was dat het in hun voordeel leek mij in leven te houden en (met medewerking van Camilla) uiterst gelukkig. In ieder geval voor de tijd die nodig is om een cheque van een half miljoen getekend te krijgen en het geld te laten overmaken van de Bahamas naar hun Zwitserse bank. We mochten die avond dan kip hebben gegeten, geen van de mensen die ik had ontmoet leek me het type om de kip met de gouden eieren ook maar te pesten. En Gerry Carr was in hun ogen zo'n kip.
  
  Mijn onsamenhangende gedachten kwamen tot een abrupt einde toen de wagen tot stilstand schokte. Ruitjesjas trok het portier open en sleurde me naar buiten, op de harde grond. Tot mijn verrassing zag ik mezelf opkijken naar de ingang van het landelijke restaurant waar we nog geen zeven uur geleden feest hadden gevierd. Nu lag het dodelijk rustig en verlaten in het sombere licht van de maan. Ik herinnerde me dat Renzo, of iemand anders, me had verteld dat de eigenaar een paar kilometer verderop op een boerderij woonde. Het personeel was al lang geleden naar huis gegaan, naar Rome of ergens in de omgeving.
  
  Ruitjesjas trok me overeind en sleurde me mee. Zijn omvangrijke metgezel opende de hardhouten deur met een blinkend nieuwe sleutel. Stond deze terugkomst naar de plaats van ons feestje in nauw verband met Wereldeinde... of niet?
  
  Als Ruitjesjas en degene voor wie hij werkte een degelijke achtervolging hadden opgezet - en ik kon zweren dat die niet was begonnen voor het vertrek van ons limousine defilé vanaf het hotel - dan zouden ze het restaurant hebben aangewezen. Verlaten na sluitingstijd was dit de aangewezen plaats voor de spelletjes die zij met mij wilden spelen. Zelfs de meest minimale onderwereldconnectie zou al binnen de kortst mogelijke tijd voor een sleutel zorgen. En de nieuwigheid van de sleutel wees eerder een andere kant op dan naar Renzo en zijn kornuiten. Als die het opgezet hadden, zouden zij hun eigen sleutel hebben gehad. Studs Mallory had tijdens het diner gezegd dat dit oord, met al het land er omheen, ooit had toebehoord aan Renzo's familie, vóór gokken, dure jongetjes en twijfelachtige, financiële bokkensprongen hem hadden beroofd van zijn half adellijke erfgoed. Ik viste nog in even erg troebel water als eerst.
  
  De deur was open. Ruitjesjas en zijn metgezel droegen me tussen hen in naar de eetzaal. Half slepend en half dragend brachten ze me naar het achterste gedeelte van het vertrek, naar de reusachtige spitten, nu verlaten en stil boven de flauwe rook van het half uitgerakelde vuur eronder. Ruitjesjas liet me tegen een tafeltje aan vallen alsof ik een zak kolen was.
  
  'Hier bewaren ze het hout,' zei hij in het Italiaans tegen zijn makker in het kwaad. 'Pak zoveel dat we een beetje vuur aan de gang kunnen krijgen, Pepé. We zullen eens een gezellig Texaans barbecuetje houden.'
  
  Ik had het niet zo lang bij AXE uitgehouden door toe te geven aan de opkruipende angst voor het vooruitzicht op marteling. Dat is één van de risico's van het vak. Maar ik geef toe dat het idee om geroosterd te worden boven een klein vuur mijn hart niet tot vreugdeslagen bracht. Ik had nog die makkelijk op te roepen herinnering aan het reusachtige varken dat zijn enorme hoeveelheden vet druipend liet neerkomen op de roodgloeiende houtblokken eronder. Pepé kwam terug met een armvol houtblokken. Hij porde de gloeiende as vrij en wierp de helft van zijn last erop. Opschietende vlammetjes likten langs de onregelmatige blokken en binnen een paar minuten was het middenin weer één leven van vuur.
  
  Ruitjesjas scheurde de kleefpleister weg van mijn mond. 'Goed, meneer Carr,' zei hij. 'Nu is het tijd om eens wat te praten.'
  
  Hij sprak Engels met een dik Italiaans accent dat ik niet zal proberen over te brengen.
  
  Ik hield mijn lippen even stijf gesloten als met de kleefpleister er overheen en probeerde mezelf een uitdagend air te geven. Dat is niet zo makkelijk als je piemelnaakt bent en aan handen en voeten gebonden, maar hij scheen het te begrijpen. Hij sprak met Pepé in een Italiaans dialect en Pepé maakte het zware, metalen spit los, zwartgeblakerd en met nog steeds een paar restjes van het zwijn dat ik nog aan het verteren was.
  
  Ruitjesjas dwong me voorover met een minachtende stoot van zijn zware laars en Pepé legde het spit tegen mijn ruggengraat. Ze haalden sterk nylonkoord tevoorschijn en begonnen me samen onbeweeglijk vast te binden tegen het eind metaal.
  
  Samen droegen ze me naar de vuurhaard en lieten het spit zakken in zijn houders. Daarna maakten ze het vast met vleugelmoeren. Het spit werd gedragen door twee rechtop staande stukken smeedijzer waarin, op gelijke afstanden, inkepingen waren gemaakt om de afstand tot de vuurplaat te regelen. Vol menslievendheid begonnen ze met de bovenste inkeping.
  
  'Zo zonder kleren,' zei Ruitjesjas, 'zal dit een plezierige afwisseling geven na de kille nachtlucht buiten, meneer Carr. Voor we nu ons geduld verliezen en je al te oververhit laten worden, zijn er een paar vragen.'
  
  Ik spoog hem mijn antwoord toe, samen met mijn mening over hem, zijn opdrachtgevers en zijn eventuele vragen in een regen van korte zinnen.
  
  'Heel goed, meneer Carr! Pepé!'
  
  Ze lieten me een inkeping zakken en de warmte kon niet langer gerieflijk genoemd worden. Ik kon het transpireren niet stoppen en elke druppel liet een sissend geluid horen.
  
  'Wat is je werkelijke relatie met Wereldeinde?' vroeg Ruitjesjas. 'Godallemachtig,' zei ik tussen opeengeklemde tanden. 'Ik ben een investeerder. Ik stop er geld in omdat ik denk dat het meer geld zal opleveren.'
  
  Ruitjesjas liet een grafachtig lachje horen. 'Je kunt het vast wel beter, meneer Carr, als je zo heet,' zei hij. 'Je zal het in ieder geval beter moeten doen. Wat is je werkelijke relatie met Wereldeinde? 'Precies wat ik heb gezegd,' gromde ik.
  
  'Niets meer? Een lieve, onschuldige investeerder?' snauwde Ruitjesjas. Hij gebaarde naar Pepé.
  
  Weer een inkeping lager. Wat eerst een vervelende hitte was, werd nu een branderig gevoel.
  
  'Alleen dat,' flapte ik eruit. 'Alleen dat, zelfs al maak ik er geen winst op, dan nog haal ik mijn geld er dubbel en dwars uit door Camilla Cavour. Ik kan me daarvoor alleen al het geld permitteren.' 'Dus niet helemaal de onschuldige investeerder, Meneer Carr,' gorgelde Ruitjesjas met een hyena-achtig lachje. 'Maar toch nog niet overtuigend genoeg. Jij wilt me laten geloven dat je een half miljoen dollar investeert in een klein meisje als je er al een dozijn kunt krijgen voor vijfhonderd en je signorina Cavour nog niet zo lang geleden al voor vijftig mocht naaien? Pepé!'
  
  Weer een gaatje lager. Ik wist nu dat ik het niet zou uithouden. Praten zou ik ook niet, maar dat schonk geen enkele uitkomst aan het probleem van AXE. Zeker, Hawk kon een volgende agent op pad sturen, maar afhankelijk van hoe lang het zou duren voor ze mijn lichaam vonden of om te weten of mijn verdwijning onvrijwillig was, zou dat een vertraging geven van dagen of zelfs weken. En als Anderson werkelijk iets op het spoor was geweest, als er werkelijk een internationale bedreiging tegen de wereldorde aan de gang was, zou dat een te kleine marge zijn.
  
  Pepé wierp drie nieuwe houtblokken op het vuur en de vlammen kwamen hoger. Ruitjesjas gaf een een halve draai aan het spitarm. 'Volgens mij is hij aan die kant al gaar, Pepé,' zei hij met zijn walgelijke humor.
  
  Ik hing nu met mijn rug naar beneden. Eerst gaf dat enige opluchting omdat de afstand tot het vuur groter werd, maar door de nieuwe brandstof die Pepé erop had geworpen kwam het vuur ook hoger en ik voelde de blaren al trekken op mijn schouders en billen... En ik voelde nog iets...
  
  Met mijn samengebonden polsen direct boven de hitte van de vuurplaat, voelde ik een geringe afname in spanning toen het nylon-koord begon te smelten in de hitte. Ik hield mijn polsen dicht tegen elkaar aan geklemd en vocht voor sterkte om dit nog even uit te houden. Ik spande de spieren van mijn linkerarm om Pierre vast te blijven houden, die veilig zat weggestopt in mijn oksel.
  
  'Wat is je werkelijke relatie met Wereldeinde, meneer Carr?' Ruitjesjas was de eentonigheid zelve. Maar hij was een doorzetter. De hitte scheen nu overal om me heen. 'Kom eens voor de dag met iets dat wat overtuigender klinkt dan je grollen over geld en die film-trut. Want anders ben je veel te snel gepiept om nog onderhoudend gezelschap te kunnen zijn voor onze kleine conversatie.'
  
  Pepé gierde van de lach en kwam naast zijn baas staan om het roosteren wat beter te kunnen bekijken.
  
  Nu was de tijd aangebroken, nu ze allebei zo dicht naast me stonden. Godzijdank staarden zij meer naar mijn gezicht dan naar mijn samengebonden polsen toen ik er nog een smeekbede uitperste. 'Godseerlijkwaar,' zei ik op jammerende toon, een betere voorstelling gevend dan wie ook in Conti's filmstudio. 'Dat is echt het enige. Ik ben gewoon maar een olieboer, met meer geld dan hersens. Ik hoorde dat je op deze manier wat dichter bij de film-glamour kon komen. Brand me niet verder, signore... '
  
  'Geroosterd als een varken, gillend als een varken,' hoonde Ruitjesjas. 'We willen een beter antwoord dan dat, meneer Carr. Misschien nog een keertje met je gezicht naar de vlammen?'
  
  Hij maakte aanstalten om me weer om te draaien. Dat was het moment.
  
  Toen hij in beweging kwam, stak ik mijn vrije rechterarm uit en kreeg met een snelle beweging Pierre te pakken. Ik ontstak hem met mijn duim en wierp hem tussen Pepé en Ruitjesjas in.
  
  'Wel, verdomme...' was zo'n beetje alles wat Ruitjesjas er nog snauwerig uit kon brengen. Pepé zakte naast me naar de grond. Met een slingerende beweging zwaaide ik me weg van de vuurplaat en de vlammen en rolde snel om. Snel ontdeed ik me van mijn half-gesmolten boeien om mijn enkels en dook in elkaar, gereed voor mijn kwelgeesten. Ik hoefde me geen zorgen meer te maken.
  
  Het mooie van die gasbom ligt in zijn snelle en geconcentreerde effekt op een klein gebied. Ik hield mijn adem in, maar het was nauwelijks meer nodig.
  
  Ruitjesjas en Pepé waren al kandidaten voor het kerkhof van Campo Verano toen ik weer uitademde. De lucht die opsteeg boven de vuurplaat nam het laatste beetje gas mee dat er nog restte.
  
  Toen ik weer op mijn eigen benen stond, voelde ik me niet al te slecht, niet zo verrekte veel slechter dan iemand die al zonnebadend in slaap is gesukkeld op het strand van Miami. Waarschijnlijk hield ik er wat blaren aan over en een paar dagen ongerief, maar ik zou weer in actie zijn.
  
  Plotseling, een combinatie van opluchting en het besef van mijn positie, barstte ik in lachen uit. Hier stond ik, alleen in een eetzaal met twee lijken, geheel van mijn maaksel. Hier stond Nick Carter, zijn hoofd weer borrelend van de plannen om terug te keren naar de AXE-zaken, kreeftrood van het grillen en nog steeds even naakt als Adam voor de zondeval, op een goede tien kilometer afstand van Rome.
  
  Voor ik me weer zou storten in de indrukwekkende, of betekenisvolle actie van een agent van AXE, had ik eerst nog een paar minder dramatische dingen af te werken. Ik vond mijn weg naar de keuken van het restaurant en vond daar in een kast wat dienstkleding. Ik leende een smerig wit hemd dat me drie maten te klein was, een broek met een uitgezakt kruis, een smoezelig koksjasje, ook al te klein, een een paar uiteenvallende werkschoenen. Ik was in het geheel niet toonbaar voor welke omgeving dan ook, behalve voor het schaduwrijk van de zelfkant, maar in ieder geval liep ik nu niet het risico gearresteerd te worden wegens obsceen gedrag.
  
  Dood of niet, ik had het gevoel dat Ruitjesjas me nog iets verschuldigd was. Na de verzameling kledingstukken voorzichtig over mijn halfgaar gekookte karkas getrokken te hebben, richtte ik me weer op zijn lichaam. Ik verwijderde zijn jasje dat me meer warmte gaf dan het witte, korte jasje van de koksmaat en verzekerde me ervan dat de sleutels van de Fiat zich in een van de zakken bevonden. Ik verliet de rustieke eetgelegenheid en trok de enorme voordeur achter me dicht. Toen stapte ik in de Fiat 500 en reed de oprit af. Ik kwam op de Via Tiburtina en reed naar het westen, richting centrum.
  
  Het was even voor vijf uur in de ochtend en de eerste stralen van de opkomende zon wedijverden met de duisternis. Er was nauwelijks verkeer en weinig tekenen van leven tot ik met een halve draai de Piazza della Republica opkwam en vóór Le Superbe, een verzameling politiewagens zag staan. Van overvalwagens tot en met patrouillewagens en gemeentelijke ziekenauto's.
  
  Ik parkeerde de Fiat in een zijstraat en liep terug naar Le Superbe. Toen ik probeerde de ingang binnen te gaan, werd ik aan twee kanten vastgegrepen door twee reusachtige carabinieri, de belangrijkste groep van het politieapparaat van Rome.
  
  'Documenti?' vroeg degene aan mijn rechterkant, terwijl hij mijn arm pijnlijk omdraaide.
  
  'Uw papieren,' zei degene aan mijn linkerkant, die mijn andere arm in een greep had. 'Paspoort? Identiteitskaart?'
  
  'Ze liggen op mijn kamer,' zei ik. 'In hotel Le Superbe.
  
  Ik herhaalde mijn verklaring in het Italiaans en beide agenten keken me ongelovig aan. Eén van hen keek naar mijn slonzige, bontgekleurde jasje. En een blik langs mijn uitgezakte broek, mijn in lompen gehulde voeten, was voldoende om hem ervan te overtuigen dat ik nooit en te nimmer gast van Le Superbe kon zijn. Ze overlegden met elkaar of ze me nu in de goot moesten laten liggen, of dat zij me in hechtenis moesten nemen voor een lange lijst onopgeloste misdaden, variërend van verkrachting, eksport van gestolen kunstschatten tot en met oplichting. De smeris die me wilde arresteren scheen op punten te winnen, tot ik ten slotte werd gered door een vrouwelijke kreet van vreugdevolle herkenning die opsteeg vanuit het raam op de zesde verdieping van het hotel. 'Gerry, caro mio! Gerry. Hij is het. Kijk, Piero!'
  
  Ik keek naar boven en zag Camilla gehuld in mijn koningsblauwe pyjamajasje aan het raam van mijn hotelsuite. Naast haar stond de kleine Piero Simca die autoritair gebaarde naar een geüniformeerde commissaris van politie die zich bij hen voegde. Met een megafoon liet die explosieve bevelen naar beneden knetteren die de toch al verstoorde stilte van deze vroege ochtend verder aan flarden scheurde.
  
  'Sergeant Blandi. Korporaal Inverno. Laat die man ogenblikkelijk los en breng hem naar zijn kamer hier.' Hij raadpleegde Piero die tot aan zijn middel reikte. 'Kamer 79. Ogenblikkelijk!'
  
  Mijn twee belagers veranderden ogenblikkelijk in twee vriendelijke, bezorgde begeleiders. Ze behandelden me alsof ik in de watten moest worden verpakt - na mijn letterlijke grilling een behandeling die ik wel kon waarderen - en leidden me door wijkende rijen nieuwsgierige omstanders en politiemannen naar de lobby, in de lift naar boven en verder naar mijn suite waar de kolonel ze wegzond met een kort dank je.
  
  'Mijn God,' riep Renzo die ons bij de deur opving. Camilla, Piero, Sir Hugh en Studs stonden achter hem, allemaal gekleed in diverse soorten nachtkleding. 'We dachten dat we je voorgoed kwijt zouden zijn.' Hij was producent, geen acteur, en het was moeilijk zijn oprechtheid in twijfel te trekken aangezien hij het 'je' duidelijk spelde in dollartekens.
  
  'Ik ook,' riep Camilla uit. 'Die verschrikkelijke mannen. Ik dacht dat je dood was.'
  
  'Maar waar heb je die kleren vandaan?' blafte Piero. Zelfs in dit toneel van verwarring, bleef hij van allemaal de keurige modeplaat in zijn satijnen Valentino pyjama, zijn kardinaalrode kamerjas en zijn Cucci kamerslippers.
  
  Ik zal geen tijd verliezen met herhalen wat er was gebeurd, zoals ik het hen uitlegde. Ik wees de chauffeur van de Fiat die ons eerder bijna had geramd als mijn ontvoerder aan en Renzo en Piero wisselden begrijpende blikken uit.
  
  'Er bestaan vijanden in de filmwereld die je niet kunt stoppen in hun pogingen de productie van Wereldeinde in de beginfase al te saboteren en Lorenzo Conti te ruïneren,' zei Renzo.
  
  'Of het is wraak van die heetgebakerde Argentijnen,' dacht Piero hardop. 'Hoewel, hoe kunnen zij zo snel weten dat wij hun belangen hebben ingeruild tegen die van Gerry?'
  
  Deze reacties troffen me als meer dan een beetje paranoïde. De ongerustheid over mijn veiligheid had oprecht geklonken. Maar hun redenering over de achtergronden van mijn ontvoering kwam dicht bij het punt van waanzin. Al waren ze dan misschien paranoïde, het wees op geen enkele manier naar betrokkenheid van mijn filmpartners in deze grap. Ze hadden hemel en aarde bewogen om mij te vinden. Ze hadden de Romeinse politie en een eenheid van de veiligheidsdienst van het Italiaanse leger opgepord om mij te vinden, sinds het moment dat zij mijn verdwijning hadden opgemerkt. Laat ik in het kort even schetsen wat er was gebeurd sinds mijn verdwijning. Het had Camilla minder dan vijftien minuten gekost om zich los te maken van de repen gescheurd laken en de telefoon te grijpen om Piero en Renzo te alarmeren. Die hadden op hun beurt alle instanties gealarmeerd. Haar beschrijving van de twee binnendringers was overdreven onjuist. Ze had ze beschreven als zo ongeveer tweeënhalve meter lang en gespierd als gewichtheffers uit de Oekraïne. Maar de onmiskenbare feiten van mijn verdwijning zelf, de gescheurde lakens, de duidelijke krassen op de deur bij het slot dat ze hadden geforceerd, waren meer dan voldoende bewijs voor smerig spel.
  
  De politie en de mensen van de veiligheidsdienst die met het onderzoek waren belast, werkten snel en efficiënt. Binnen tien minuten nadat Ruitjesjas en Pepé me de trattoria hadden binnengeduwd, waren er rond de hele stad al wegversperringen opgeworpen. Drie mannen waren aan drie verschillende telefoons aan het werk getogen om teams detectives erop uit te sturen een aantal van Camilla's vroegere minnaars te ondervragen.
  
  'Niet dat ik iemand zo ongelukkig zou achterlaten,' zei ze voldaan. 'Maar jaloezie is iets onvoorspelbaars en zij moesten nu eenmaal elk spoor natrekken om jou te vinden, Gerry.' Die ochtend moesten er een heleboel rode gezichten en weinig overtuigende verklaringen aan echtgenotes zijn geweest in Rome. 'Omdat ik nog niet klaar met je ben,' beloofde ze met een ondeugende glimlach. Ze draaide zich om op het bed waar zij zat en maakte gebaren naar de kamer vol filmmensen, politiemensen en inlichtingenofficieren. 'Hier is iemand die nog geen slaap heeft gehad en een verschrikkelijke tijd heeft doorgemaakt. Nu houden jullie hem ook nog wakker met jullie vragen en flauwekul. Eruit. Jullie allemaal. Camilla zal wel '7oor hem zorgen.' Zelfs Renzo en Piero knikten op haar heftige bevelen en de kamer werd weer wat leger. Camilla stuurde een piccolo naar haar eigen suite en vertelde hem haar beauty case van de kaptafel te halen.
  
  'Je bent nu van geen enkel nut voor mij, of voor wie ook, arme Gerry', zei ze. 'Maar ik heb een heerlijk zalfje. Het is mooi van kleur. Net mannelijk sperma.' Ze giechelde. 'En binnen een paar uur zijn je brandwonden genezen. Het zit vol speciale dingen, enzymen en zo. Ik was een keertje zo verbrand, op lokatie op Sardinië, dat de dokter zei dat ik zeker een week met filmen moest stoppen. Maar 's ochtends smeerde ik me met die magische crème in en dezelfde middag stond ik weer vlekkeloos als altijd voor de kamera. Die film bracht in Italië alleen al twee miljoen op en ik krijg nog steeds recettes, als mijn advokaten Renzo tenminste wat opporren, dus je ziet... '
  
  Ik zag helemaal niets, maar ik liet haar wat aanrommelen. Vaardig ontkleedde ze me. Ze nam de kleine, rechthoekige beauty case aan van de piccolo toen die terugkeerde. Hij knipperde geen enkele keer met zijn ogen over de blaren op mijn vuurrode lichaam, zoals ik daar naakt op het bed lag uitgespreid, en over Camilla nog steeds gekleed in de bovenste helft van mijn pyjama, zoals die over me heen gebogen stond. Er valt veel te zeggen voor die eersteklas hotels met hun topprijzen.
  
  Camilla vond een karafje ter grootte van een klein soort melkfles, met een parelgrijs mengsel erin en bracht snel iets van de inhoud aan op mijn hele lichaam. Direct voelde ik al enige opluchting. Ik zou de medische dienst van AXE hier maar eens een tip over geven, wat het ook mocht zijn.
  
  Terwijl zij mij insmeerde, schakelde mijn geest over op de hoogste versnelling. Zoals altijd op een missie van AXE had ik een onmogelijke mengelmoes van allemaal zaken die ogenblikkelijk gedaan moesten worden, zonder dat ik een duidelijke weg had waarop ik die kon doen. Hoe op het nippertje ook, is het in werkelijkheid veel eenvoudiger om te ontsnappen aan twee boeven die je aan het spit hebben geregen, dan weg te glippen uit een hotel dat werd bewaakt door de helft van de beste krachten van de Romeinse en Italiaanse veiligheidsdiensten.
  
  Camilla had een kamermeisje naar de kamer laten roepen en liet haar het bed weer opmaken. Zij en het plompe, niet in verlegenheid gebrachte meisje, rolden me zacht op één zij en dan weer terug, terwijl zij schone, zachte lakens neerlegden en me toen toedekten met een lichte deken. Het was inmiddels al licht geworden buiten en Camilla trok de gordijnen voor de twee balkonramen dicht.
  
  'Nu moet je gaan slapen, Gerry,' zei ze. 'Als je dat moeilijk vindt, zal ik twee kleine pilletjes achterlaten die zelfs een olifant nog naar dromenland kunnen sturen. Maar volgens mij ben je moe genoeg om uit jezelf al te slapen.
  
  Ze bukte zich om mij een niet overtuigende, zusterlijke kus op mijn voorhoofd te geven.
  
  'Ik moet zelf ook gaan slapen,' zei ze. 'Mijn God, ik zie er waarschijnlijk uit als een oude heks.'
  
  Ze zag er meer uit als een veertienjarige, oversekste padvindster dat doktertje speelde en ik vertelde haar dat ook. Het plezierde haar enorm. En het plezierde mij dat zij niet van plan was haar barmhartige taak voort te zetten door op de rand van mijn bed te blijven zitten.
  
  Ik bedankte haar nogmaals en zij zei me dat ik in mijn slaap uiterst veilig zou zijn, want kolonel Dinges had wachtposten neergezet op de gang, in de lift en in de lobby. Enorm. Voor een man die twee uur geleden al op één van de contactadressen van AXE had moeten zijn.
  
  Ik gaf mezelf vijf minuten nadat Camilla was vertrokken, voor het geval dat zij terug zou komen om het een of andere vergeten artikel op te halen, voor ik probeerde rechtop te gaan zitten om wat orde op zaken te stellen. Camilla's lotion was een mirakel. Ik voelde me bijna weer mens. Ik wil hiermee niet zeggen dat ik het leuk zou hebben gevonden tegen iets harders aan te lopen dan tegen zijde of tegen Camilla, maar het branderige gevoel was verdwenen en ik merkte dat ik me kon aankleden zonder meer te voelen dan wat lichte pijnscheuten. Ik nam de fles op met de twee gele kapsules die Camilla had achtergelaten, als slaapmiddeltje, en liet dat in een van de zijzakken van mijn colbertje glijden in een automatisch wie-wat-bewaart-die-heeft-wat-gebaar. Dit keer maakte ik de stiletto vast aan mijn linker onderarm en bracht de schouderholster met Wilhelmina op zijn plaats. Ik vond één van de tweelingbroertjes van Pierre in het geheime vakje van mijn koffertje en stak dat in mijn broekszak. Ik wist niet waar ik naar toe ging, nog minder hoe, maar ik was niet van plan me nogmaals ongewapend te laten pakken.
  
  Ik merkte dat ik mezelf zelfs in die yoga-houding kon vouwen die me het meeste hielp bij een diepe concentratie. Dus ik zette me, volledig aangekleed en bijna weer bij mijn volle verstand, met gekruiste benen neer op het Tabriz tapijt van mijn luxe appartement. CIA's en AXE's eigen netwerk zouden Hawk inmiddels al in kennis hebben gesteld van de herrie van mijn ontvoering en van mijn terugkeer. Maar God mag weten hoe verminkt, onjuist, beslist onvolledig en verwarrend die versies konden zijn. Ik moest mijn eigen, juiste rapport voeden aan AXE's computers en aan Hawks zelfs nog subtielere geest, AXE's financiële wonderkind, Goldie Simon, moest ook worden gewaarschuwd om wat te goochelen voor het moment aanbrak dat ik mijn nieuwe partners de cheque van 500.000 dollar moest afschuiven van die Nassau-bank waar ik zo over op had zitten scheppen. De naam en het adres van de bank hadden al bij mijn achtergrond-verhalen gezeten, dus ik nam aan dat de weg al voor een deel was geplaveid. Maar Goldie zou willen weten wanneer en hoeveel. Een voordeel van mijn ontvoering en mijn veronderstelde verwondingen was, dat Renzo een belangrijke zakelijke bespreking voor een dag of twee, drie had uitgesteld. Die tijd was gekocht tegen de uren die ik had verloren en die ik nog steeds moest inhalen.
  
  Eén gedachte kwam ten slotte rond. Ik rommelde in mijn koffer en haalde er een onschuldig uitziende herdruk van een boek van Zane Grey uit. Je kon echter niet door de pagina's bladeren, daar het geen pagina's had. Het had slechts een klein, compact hart van geligniet dat veertig seconden na de activering ontplofte in een geluid van twintig oudejaarsavonden en dan zijn inhoud aan confetti-achtige linten in een reusachtig tumult over ruim vijftig vierkante meter verspreidde.
  
  Ik liep naar het raam en trok het gordijn net voldoende opzij om naar de ontwakende straat beneden te kijken. Op straat twee surveillancewagens en vijf duidelijke politiemannen, plus nog een aantal agenten in burger onder de anonieme voorbijgangers. De straat onder het raam aan de zijkant leverde slechts drie geüniformeerde agenten op die hun automatische karabijnen hadden weggestoken onder hun armen. Elke verstoring aan de voorzijde zou hen die kant op doen rennen om hun makkers te gaan helpen. Ik had het gebouw aan de buitenzijde verkend voor ik me had laten inschrijven en dacht na waar ik de dienstingang had gezien. Die was er nog steeds. Het gebouw stamde uit 1897 en was gebouwd door een architect met een goed oog voor het imiteren van de glorie van de grote, zestiende eeuwse palazzos. Alle bovenste suites bezaten balkons waarvan de hoeken waren gemaakt van massieve, zware hoekstenen. Rechthoekige stukken steen met tussen elk een tien centimeter diepe richel. Het zou weinig moeite kosten om in tien, vijftien minuten op je gemak beneden te komen. Maar om onopgemerkt naar beneden te komen in de drie a vijf minuten die ik hoopte te krijgen, was een beetje lastiger.
  
  Ik stapte weg, trok mijn colbertje uit en rolde mijn broekspijpen op. Toen trok ik mijn kamerjas aan. Nog ongeschoren en rood van het roosteren had ik geen make-up nodig om mijn gezicht de uiterlijke tekenen van spanning te geven. Ik liep de salon in en maakte de deur open.
  
  Een geüniformeerde reus met een karabijn schietklaar in zijn handen, ging voor mij in de houding staan. Ik zou behandeld worden met alle respect dat ik nodig had voor mijn plannen.
  
  'Ik wil een goede nachtrust hebben,' zei ik tegen hem in het Italiaans. 'Mijn zenuwen vallen zowat uit mekaar.' Ik kromp ineen van de pijn om het geheel nog wat overtuigender te maken en de carabinieri schonk me een begrijpende hoofdknik. 'Ziet u er alstublieft op toe dat ik voor de eerstkomende drie uur niet word gestoord,' zei ik. 'Het kan me niet schelen door wie. Als ik wat heb geslapen, kan ik met uw officieren praten, maar voor het moment wil ik wat slaap hebben.'
  
  'Maar zo luidden mijn instrukties al,' zei hij, terwijl hij weer op militaire manier in de houding ging staan.
  
  'Mooi,' zei ik. Zwak wankelde ik mijn suite weer in en sloot de deur. Stil ontdeed ik me van mijn kamerjas, rolde mijn broekspijpen naar beneden en vond in mijn koffer een spuitbus met anti-insecten spray. Ik weet niet of de inhoud ervan enige vlieg kwaad zou doen, maar op de handen aangebracht vanaf een afstand van vijftien centimeter, geeft het een dunne laag die strak om de huid spant. Het wordt zo hard als de huid van een neushoorn en als het eenmaal droog is kun je het afstropen als een handschoen. Het is een derivaat van neopreen, samengesteld door één van onze chemische wonderdokters. Op dit moment zou ik het nodig hebben.
  
  Ik zwaaide mijn handen door de lucht en boog mijn vingers in de maximale droogtijd van twee minuten. Toen pakte ik Zane Grey van het bed op en liep ermee naar het raam aan de voorkant. Ik maakte de vouw in de rechter bovenhoek waarmee het ding geactiveerd werd, telde langzaam tot vijfentwintig en opende het raam. Toen liet ik het wegzeilen, waarna ik het raam snel weer sloot. Vijftien seconden later brak de pleuris uit.
  
  Het geligniet explodeerde alsof twee tankwagens op elkaar knalden en vuurtongen schoten over de hele lengte van de straat, naar weerskanten, bijna tot bij de ingang van het hotel.
  
  Op dat moment was ik al bij het andere raam en dan buiten. Ik liet me van het balkon op het metselwerk van de hoek zakken, terwijl ik met één oog de mannen in de gaten hield die van hun post in de zijstraat wegrenden naar het toneel van de ontploffing.
  
  Mijn beklede handen grepen zich vast in de ruime uitsparingen en ik liet me zakken, nauwelijks uit het gezicht van de straat. In slechts een paar seconden meer dan het me zou hebben gekost in de mooie, maar antieke lift, was ik al beneden. Daar aangekomen liep ik over de nog redelijk verlaten stoep naar de andere hoek en gebaarde een taxi.
  
  Ik gaf hem mijn bestemming op, een plaats niet ver van mijn tweede contactadres, maar net ver genoeg om eventuele achtervolgers van me af te schudden.
  
  Toen ik uitstapte, sloeg ik twee hoeken om en ging de lobby van een hotel in waar de slaperige balieklerk me toeknikte alsof ik een gewone toerist was die daar hoorde. Vervolgens ging ik door een dienstingang naar buiten. Ik kwam op een achterafstraatje. Op twee huizen van mijn doel verwijderd, ging ik een portiek binnen en wachtte nog eens drie minuten om er zeker van te zijn dat niemand me volgde. Rijweg en stoep bleven leeg. Ik liep verder en gaf toen het tweemaal-kort en éénmaal-lang signaal op de bel met het bordje Peci. Een 'tsjik' van de automatische deuropener en ik was zo binnen, op weg naar boven.
  
  Op de tweede verdieping stond een kalende man van middelbare leeftijd me in een deuropening op te wachten. Hij werkte voor een zuster-agentschap van de regering. Hij droeg een verschoten, rood-flanellen badjas zonder ceintuur over een dikke buik die nauwelijks weg te werken viel in een verkreukelde onderbroek van een verschrikkelijk dessin.
  
  'Vragen, vragen, vragen. Die lieve jongens van AXE denken dat ik een combinatie ben van Lieve Lita en het ANP. Praat jij eens met ze voor de verandering.'
  
  'Daarvoor ben ik hier ook,' zei ik. 'Ga voor, Mac.'
  
  'Gilchrist,' zei hij humeurig. 'Niet Mac.'
  
  Hij ging me voor door een keurige, goed onderhouden woonkamer naar een slaapkamer die er even schoon uitzag als hij morsig. Een la van het grote walnoten bureau aan het andere einde tegen de muur stond open en liet een radiotoestel zien dat de helft van de la-ruimte vulde. De andere helft ervan werd ingenomen door een warboel van elektronische spullen, inclusief een telefoon met een spraakomvormingstoestel met vele knoppen.
  
  'Ontvoeringen, moorden, bommen,' mopperde hij. 'Dacht dat ik bij de diplomatieke dienst zat, in plaats van bij een respectabele spionagevereniging. Laat mij maar oproepen, dan kun jij met je meerderen praten via de spraakomvormer. Misschien dat ik dan wat rust krijg.'
  
  Hij draaide wat aan zijn kiesschijven en tikte toen op een morsesleutel naast het toestel.
  
  Hij bleef mopperen. 'Sommigen van ons moeten werken voor hun brood. Gewone uren. Negen tot vijf. Niet rennen van het ene bed naar het andere en van de ene barbecue naar de andere. Hier, neem over, Carter.' Wel, je hebt vreemde snoeshanen nodig voor je spionage-netwerk.
  
  Hawks droge stem raspte al in mijn oor toen ik de telefoon opnam. 'Jij bent een soort genie, Nick,' zei hij. 'Ik stuur je erop uit om een klein probleempje op te lossen en het eerste nieuws dat ik krijg is dat jij zelf het hoofdprobleem vormt. Hier staat...' Ik hoorde hem ongeduldig door zijn rapporten bladeren. 'Hier staat dat jij je hebt laten meelokken door twee knapen die jou aan het spit bonden en op het punt stonden je levend te roosteren toen je weer loskwam en ze achterliet. Dood door "onbekende oorzaak". Nou, dat kan ik dan wel raden zonder verdere aanwijzingen, maar ik dacht altijd dat er vier man voor nodig waren om één van mijn jongens te pakken te nemen. En zes om jou aan te pakken.'
  
  Ik riskeerde een interruptie om hem uit te leggen hoe ik te pakken was genomen. Niet dat het Hawk wat toleranter maakte.
  
  'Ik weet dat je buitelingen met die loopse griet nodig waren,' zei hij, 'maar niet op die manier dat jij je bescherming laat zakken. Voor mijn part ga je naar bed met... ' Ik kon bijna voelen hoe hij zijn geest afgroef naar een sensationele, hoewel onwaarschijnlijke speelpoes... 'Cleo-klote-patra,' stelde hij ten slotte voor, 'als het je informatie oplevert. Maar niet als je jezelf openstelt voor liquidatie.'
  
  'Ik ben nog niet geliquideerd,' zei ik.
  
  'Wiens mannetjes zijn het?' vroeg hij, alsof ik een volledig kaartregister van de internationale boeven jetset bij me had.
  
  'Ze hebben me hun rijbewijs niet laten zien,' zei ik, zijn sarcasme beantwoordend. 'Er was ook geen identificatie op de lijken. Maar volgens mij hadden zij het niet zo op met Amerikanen, wat in de richting van de communisten kan duiden. Hoewel dat ons ook nergens brengt. De ene dag is Ome Sam de vriend van iedereen, de volgende dag kan ie doodvallen.'
  
  'Hou je verdomme aan de feiten,' zei Hawk. 'Bewaar je politieke filosofieën maar voor je vriendinnetjes. Ik heb hun foto's op de telex en Rome kan alleen maar bevestigen dat het freelance leden van het gilde zijn. Ze zijn te huur voor iedereen. Maar wat ik weten wil: heb je al iets gevonden dat Andersons verdenkingen kan bevestigen?'
  
  'Ik heb voldoende gevonden om zelf wat verdenkingen te koesteren,' zei ik. 'Maar niet voldoende om te weten hoe ernstig het is, of waar het naar toe gaat.' Ik ging over op een korte schets: mijn idee dat Wereldeinde niet meer was dan het aan de oppervlakte leek, maar ook dat de verzameling aan militaire rekwisieten wel eens erg verleidelijk kon zijn voor iemand die een smachtend verlangen had om internationaal rotzooi te schoppen. Je hebt altijd van die gasten, waar ook ter wereld.
  
  'Tot het moment dat die twee mijn slaapkamer binnendrongen,' besloot ik, 'had ik gewed dat Anderson had gedroomd. Maar iemand heeft wel geprobeerd mij uit te schakelen. En die vragen die zij uit mij probeerden te stoven, wezen wel allemaal rechtstreeks in de richting van Wereldeinde.'
  
  Hij bleef een paar seconden stil om na te denken over de feiten die ik hem had gegeven. Weer hoorde ik het ritselen van papier.
  
  'Iets anders nog,' zei hij. 'Een bomaanslag. Iemand anders die jou te pakken probeerde te krijgen, of weer dezelfde club?'
  
  'Dat was ik zelf,' zei ik. Voor hij kon exploderen, vertelde ik hem van mijn dringende vertrek uit Le Superbe om mij te kunnen melden.
  
  'Goed,' zei hij met een zucht. 'Hoe denk je nu terug te gaan? Blaas je nu het hele Colosseum op?'
  
  Ik zei hem dat ik niet dacht dat dat nodig zou zijn en begon hem mijn plan om terug te keren te vertellen.
  
  'Nee, nee, Nick,' zei hij. 'Hoe minder ik weet van de schandelijke details van jouw werkwijze, hoe eenvoudiger mijn leven is. Maar wat niemand hier kan snappen is, dat iemand erin is geslaagd aan de weet te komen dat jij op dat vliegtuig zat. Weet je zeker dat dat meisje Rosana niet alleen maar werd aangetrokken door jouw fatale charme?'
  
  'Dat kan geholpen hebben,' gaf ik bescheiden toe. 'Maar ik durf erom te wedden dat zij iemands mokkeltje is. Dat ik haar het adres van mijn hotel heb gegeven, kan de actie wat hebben versneld. Maar het is voor hen van evenveel waarde als voor ons.'
  
  'Wie het ook zijn,' bromde Hawk. 'Ik zal een driedubbele check op het meisje doen: wij, Interpol en Alitalia. Ik zal teven de financiële bijzonderheden doorgeven aan Goldie. Vijfhonderdduizend dollar. Jullie, jongens te velde, zijn ook niet voor de poes. Ik wist het wel, maar misschien wordt dit wel een nieuw record. Ik heb vellen met gegevens onderweg over je nieuwe makkers. Zet Gilchrist direct aan het werk om Andersons krabbels over te seinen zodat ik er direct een paar knappe bollen van hier aan kan zetten. Jij krijgt je antwoorden van Hyman. Gilchrist zendt gewoonlijk alleen maar uit. AA, Zwitserse nummerplaat, Duitse maagden.' Ik had het woord genoemd dat eruit zag als Jungfrau. 'Misschien was die Anderson wel maf. En misschien ben jij het ook. Misschien zijn we het wel allemaal. Nou, jij gaat terug naar het hotel en probeert een uurtje te slapen voor je er weer op uitgaat om taferelen van Nero's Rome te herscheppen.'
  
  De scrambler klikte toen Hawk ophing.
  
  Een mopperende Gilchrist verwerkte de stukjes papier die ik uit Andersons spullen had meegenomen in een gleuf van zijn zendapparatuur en was blij dat hij me gedag kon zeggen.
  
  Ik nam een taxi en liet me achter het hotel afzetten waar ik de dienstingang had opgemerkt. Het interesseerde me niet echt of iemand me zou zien, maar ik wilde mijn deurwacht niet met zijn reet op de wip brengen door hem te slim af te zijn geweest.
  
  Ik nam de lift naar mijn verdieping en bleef dicht tegen de muur van de hal. De hoek bevond zich op een paar meter van mijn deur af. Toen ik de hoek bereikte zag ik de wachtpost, een korporaal volgens zijn insignes, waakzaam en alert bij de deur van mijn suite staan. Mooi zo.
  
  Ik schudde de gele capsules uit het flesje dat Camilla voor me had achtergelaten. Snel wierp ik het flesje naar het andere einde van de gang. Ik wachtte de reactie van de wachtpost niet af. Hij was een geharde, goed geoefende jongen en ik kon op hem rekenen. Dezelfde seconde dat het geluid van het flesje tegen de muur me bereikte, dook ik op mijn kousenvoeten mijn deur binnen. De wachtpost had de nodige vijf of zes passen de gang in gedaan, zijn karabijn al in gereedheid. Het kostte me een minuut om mijn broekspijpen op te rollen, in mijn kamerjas te stappen en mijn hoofd buiten de deur te steken om de wachtpost met een niet begrijpende uitdrukking op zijn gezicht naar zijn post te zien terugkeren.
  
  'Ik bel nu kamerservice voor het ontbijt,' legde ik uit. 'Ik wilde u laten weten dat die eraan komt. Hoorde ik zojuist niet een geluid?' 'Niets, meneer,' zei hij. 'Een kleine ontploffing. Studenten, communisten, monarchisten. Je hebt altijd wel van die herrieschoppers. De keuken heeft trouwens ook één van onze mensen om op de bestelling toe te zien.'
  
  Ik was erin geslaagd veilig thuis te komen.
  
  Ik besloot Hawks raad op te volgen en te proberen wat achterstallige slaap in te halen voor ik van start ging voor de volgende operatie. Camilla's lotion had zo goed gewerkt dat het bijna leek, behalve dan op een paar kwetsbare plekken, alsof ik nooit geroosterd was.
  
  Ik trok mijn kamerjas uit, hing mijn broek en colbertje op een knaapje, wierp mijn hemd en das op een stoel en maakte me klaar om weer in bed te stappen. Er stond een kille, maartse ochtend-bries, dus ik ging het raam van mijn kamer dicht doen.
  
  Niet alleen dat raam, maar ook een raam aan de voorzijde stond open. Ik wist verrekte goed dat ik dat had gesloten toen ik de bom eenmaal naar buiten had gegooid. Iemand was tijdens mijn afwezigheid in mijn suite geweest. Iemand die er nog steeds kon zijn.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 4
  
  
  
  
  Slaap zou nog even moeten wachten.
  
  Ik viste de Luger uit haar holster die over mijn colbertje hing en liep terug naar de deur. Het was een gemakkelijke suite om te doorzoeken: geen halletjes die de indringer kon gebruiken om terug te glippen naar een gebied dat al doorzocht was. Slechts twee grote vertrekken, de zit- en de slaapkamer, plus de grote badkamer. Centimeter voor centimeter ging ik door de zitkamer heen. Ik vergat niet achter de sofa te kijken, achter de zware overgordijnen. De drankkast was zelfs te klein voor iemand van Piero's postuur, maar toch keek ik erin. Alles was leeg. De slaapkamer dito: achter de gordijnen, in de klerenkast, onder het bed.
  
  De deurbel ging. Ik nam die paar seconden om de badkamer aan de buitenkant af te sluiten en om een stoel onder de deurklink te klemmen. Als de bezoeker zich daar verschool, zou hij niet naar buiten kunnen terwijl ik het etensblad in ontvangst nam.
  
  Een hulpkelner in een wit jasje overhandigde mij het blad met eten. Aan de ene kant werd hij geflankeerd door mijn deurwacht, aan de andere kant door een tweede geüniformeerde bewaker die mij verzekerde dat hij in de keuken had toegezien op het klaarmaken van het ontbijt. Ik bedankte ze, gaf de jongen een fooi en liep terug om mijn speurtocht af te maken.
  
  De badkamer was ook leeg.
  
  Maar het open raam bleef een raadsel. Iemand was tijdens mijn afwezigheid hier binnengekomen, waarschijnlijk vanaf het dak waar een ongelijk profiel van watergoten, decoratief beeldhouwwerk en een dekking van schoorstenen iedereen onttrok aan de waarneming van de patrouilles op straat. Maar zelfs dan nog was er een kien, onbevreesd iemand voor nodig. Ik kon het me niet permitteren mijn tegenstanders te onderschatten.
  
  Een tweede blik door de slaapkamer bevestigde mijn diagnose.
  
  Mijn koffer en mijn diplomatenkoffertje waren grondig doorzocht. Alles was nauwgezet teruggelegd op de juiste plaats, behalve de bijna onzichtbare haarzegels die ik op beide artikelen had aangebracht voor ik vertrok. Het geheime vakje in het kleine koffertje was niet ontdekt. Ik had de Luger en het mes meegenomen, dus er was niets geweest dat iemand onlogisch had kunnen voorkomen voor mijn rol van Gerry Carr. Ik haalde een onschuldig ogende transistorradio uit mijn koffer en toog weer aan het werk. Weer doorzocht ik de drie ruimtes, ditmaal op afluisterapparatuur. De radio leek op elke andere radio van hetzelfde formaat, maar met een paar handelingen kon het veranderd worden in een effectieve detector van verborgen, elektronische afluisterapparatuur.
  
  Het interesseerde me niet of ik akoestisch werd afgeluisterd. Ik bewaarde alles dat te maken had met mijn werkelijke identiteit van Nick Carter voor veiliger oorden dan de suite van Le Superbe. Maar ik had een keer een oppervlakkige blik geworpen op de allernieuwste, meest geperfectioneerde videoapparatuur: groothoeklenzen, niet groter dan de kop van een punaise, in staat om beelden over te brengen naar een scherm op meer dan één kilometer afstand. De spraak van Nick Carter kon ik controleren, maar bewegende beelden van mij bij het uit elkaar halen en oliën van de Luger, bij het rommelen in het geheime compartimentje naar een vervanging van het gasbommetje of ander speelgoed van TT (AXE's wetenschappelijke afdeling voor Technische Truuks) zouden niet geheel in overeenstemming zijn met mijn oversekste, simpele image van Gerry Carr, Texaans playboy.
  
  Ik kreeg één biep in de zitkamer, een kleine spijkerzender in een plint in de hoek van het vertrek. Hij was waarschijnlijk voldoende om zelfs de meest gedempte conversatie uit de hele omgeving op te pikken. Ik liet hem zitten waar hij zat.
  
  In de slaapkamer waren er twee: één achter een spiegel boven de kaptafel, de andere halfverborgen door een van de stoffen sierknoppen van het gewatteerde hoofdeinde van het bed. Ik wist niet of ik me nu gevleid of beledigd moest voelen door deze buiten proportie staande belangstelling voor mijn matrasprestaties. Maar ook die liet ik met rust. Elke microfoon kan naar twee kanten werken en misschien was ik in staat ze te gebruiken als onschuldige vrijwilligers voor AXE.
  
  In de badkamer was geen teken van wat ook te vinden. Deels was dat te wijten aan het feit dat stromend water een vervelende zaak kan zijn voor zelfs de beste afluisteraar. Als ik mezelf dus eens ernstig onder handen moest nemen, zou ik dat doen met de volledige medewerking van de douche, stromende kranen en herhaald doortrekken.
  
  Een beetje minder ongerust at ik mijn koud geworden ontbijt en liet me toen plat op het bed neerploffen. Het moet anderhalf uur later zijn geweest dat ik werd gewekt door het overgaan van de telefoon. Het was Camilla. Stralend, levendig en bezorgd. Ze vroeg me of haar lotion me had geholpen.
  
  Hoe langer ik mijn herstel kon rekken, hoe beter het was voor mijn plannen. Dus ik bedankte haar en zei haar (naar waarheid) dat het middel me wonderbaarlijk had geholpen, maar (niet naar waarheid) dat ik me nog steeds wat rillerig voelde hoewel haar pillen me de gelegenheid hadden gegeven wat te slapen.
  
  'Om eerlijk te zijn,' zei ze ernstig, 'is dat van jou wel wat ernstiger dat een gewone zonnebrand. Je moet nog wat rust nemen. Renzo belt je wel. En als het je lukt, kunnen we met ons allen een late lunch nemen en daarna naar de scenariobespreking gaan. Maar dat duurt nog uren. Rome luncht altijd laat. Rust dus nog maar wat uit. Ik heb wel een paar uur nodig voor mijn schoonheidsbehandeling om de verwoestingen van gisteravond wat te herstellen!
  
  Ik bedankte haar nogmaals en liet me weer breeduit op het bed vallen, niet om te slapen maar om mijn lichaam tot rust te laten komen terwijl mijn geest de feiten naploos en plannen maakte.
  
  Die late lunch klonk goed. Die scenariobespreking zelfs nog beter. Ik zat nog steeds te veel in het duister met te veel dingen en hoe meer ik over Wereldeinde opstak, hoe beter het was. Misschien dat ik dan wat licht in mijn duisternis kreeg.
  
  Renzo belde een paar minuten later. Ik liet wat overtuigende kreungeluiden horen toen ik de telefoon beantwoordde. De lunch was voor half drie gepland, nog steeds pas over vier uur, in een keurige eetgelegenheid niet al te ver van het hotel verwijderd. De scenariobespreking zou direct daarna plaatshebben in de privé-vergaderruimte van de club.
  
  'Daar krijg je een paar dia's te zien van andere dingen van onze uitrusting,' zei Renzo. 'En dan krijg je meteen de grote lijnen van het plot te horen.'
  
  'Jee, dat zou ik leuk vinden, Renzo,' zei ik. 'Maar ik voel me nog steeds alsof ik levend gevild ben.'
  
  'Ik wil je niet haasten, Gerry,' zei hij ongelukkig, 'maar het kan belangrijk en interessant voor je zijn, als investeerder... Tenzij je van gedachten bent veranderd.'
  
  'Natuurlijk doe ik nog steeds mee,' zei ik. 'Ik hoop alleen maar dat ik het die hele scenariobespreking uithoud.'
  
  'Prachtig,' zei hij. En hij vertelde me dat hij het begin van de lunch wat zou verschuiven, zodat ik nog wat meer rust zou hebben. 'En ik zal ervoor zorgen dat we de maaltijd besluiten met een Romagna cognac van het land van mijn familie. Dat zal je de kracht geven voor de beproevingen van onze scenariobespreking. Ciao. '
  
  Ik had vijf uur vrij. Hoe ik die tijd kon gebruiken, was een vraag die bijna direct werd beantwoord door mijn eerbiedwaardige wachtpost die beleefd op mijn deur klopte en me een envelop overhandigde die aan de balie beneden voor mij was afgegeven.
  
  'Onze expert heeft zich ervan verzekerd dat het geen bombrief is,' zei hij opbeurend. Maar hij bleef bij me in de salon tot ik hem had geopend zonder dat er vuurwerk kwam of radioactieve straling. Het was een keurig gedrukte uitnodiging voor een opening van een tentoonstelling van primitieven in een galerie op de Via della Fontanella, voor de volgende week dinsdag.
  
  Ik liet hem aan mijn wachtpost zien met de opmerking dat ik inmiddels op de lijst van cultuursukkels was bij geschreven. Hij lachte en liet me alleen.
  
  Toen hij verdwenen was, bracht ik een duimnagel in één van de hoeken en trok gemakkelijk het plastic weg dat daar, zoals ik wist, was aangebracht. Het was Hymans verslag van wat Hawk had kunnen opgraven over mijn vragen van een paar uur geleden. De buitenste machinerieën mogen dan de snelheid hebben van een uit zijn krachten gegroeide slak, de kleinere agentschappen van de regering, zoals AXE, kunnen als het nodig is werken met de snelheid van het licht.
  
  Zonder de plastic buitenkant droeg de rechthoekige kaart zes kleine grijze vierkantjes. Ik nam hem mee naar de slaapkamer en haalde de 200x juweliersloep uit zijn schuilplaats van mijn diplomatenkoffertje. Toen had ik ook nog de hulp nodig van mijn beddenlamp om de hecht opeengepakte gegevens te ontcijferen en over te brengen naar mijn geheugen.
  
  Het eerste vierkantje bevatte voornamelijk vervelende details over mijn cheque van een half miljoen dollar; hoe die afgehandeld werd als het ooit nodig werd om hem uit te schrijven. Het tweede en derde hadden te maken met de analyses van AXE van Andersons krabbels en ik merkte dat de knappe bollen van de interne dienst er niet veel meer van hadden gemaakt dan ik. De schets met de namen die zich concentreerden rond de letter L, met de CH erop en het onleesbare Jung... en nog wat, hadden een tiental verschillende interpretaties gekregen. De enige die ergens op sloeg was de interpretatie die ik er zelf al aan had gegeven, het feit dat de L misschien stond voor Lugano waar Dottore-Professore Pieter Simca zijn Zwitserse bankrelatie had. Maar dat verwees hoogstens naar wat geknoei met franks en lires. Eén van de eksperts las het neergekrabbelde woord als Jung format, ruwweg: jeugdige lengte, wat weer kon verwijzen naar Piero Simca, gezien diens postuur. Een ander beweerde dat het jungflucht moest zijn, weer een ander jung-freudig, een volgende jung-flucht, respectievelijk ontspanning, vreugde, vloek. Het een nog onzinniger dan het ander. Dit wat de krabbel betrof.
  
  Voor de AA-notatie gaven ze mij een lijst van mogelijkheden die al even onzinnig was - van advertentie-agentschap en automobiel-associatie tot en met arbeid adelt. Ook niet van zoveel hulp. Zoveel zou ik zelf ook wel hebben uitgevonden in tien minuutjes in de bibliotheek tegenover de ambassade.
  
  De eerste twee vierkantjes van de tweede regel bevatten meer bijzonderheden over Sir Hugh Marsland, Lorenzo Conti, Studs Mal-lory en Piero Simca. Het was allemaal erg interessant, maar ik kon niets inpassen in het een of andere patroon. Behalve misschien de meedogenloze ambitie, gekoppeld aan, in ieder geval bij Sir Hugh en Studs, een heleboel emotionele en mentale instabiliteit, wat niet zo ongewoon is onder de grote heren van het filmwezen. Studs' problemen schenen zich voornamelijk rond de fles te concentreren. Hij was een regelmatige, grote drinker en verdroeg gewoonlijk zijn hoeveelheden goed. Maar zo nu en dan, met intervallen van zes maanden tot anderhalf jaar, sloeg ergens bij hem de stop door en werd hij met de sirene afgevoerd naar een uiterst veilig rustoord. Hoewel het rapport Renzo's cocaïne-gewoonte opmerkte die Camilla al eerder had genoemd, waren zijn instortingen niet gekoppeld aan drugs of drank. Maar die kwamen alleen voor als hij, wat heel geregeld voorkwam, overwerkt was of uitgeput door alle kapriolen waarmee hij zijn keizerrijk en zijn keizerlijke manier van leven financierde. Ik zag dat de familie van zijn moeder, van kleine hoewel oude adel, inderdaad het land rondom Rome in bezit had gehad. Het land en de bezittingen waren onteigend, eerst door de fascisten van Mussolini en later, na de oorlog, door de regering van christen-demokraten.
  
  Ik zag ook dat Renzo vier jaar geleden, na één van zijn instortingen, weer was opgelapt en tot bedaren gebracht in hetzelfde rustoord op het platteland als dat waar Studs één van zijn periodieke gevechten met delirium tremens voerde. Maar het was een duur, populair en invloedrijk tehuis en als ik gebruik zou moeten maken van de lijst van patiënten om nieuwe verbindingen te kunnen trekken, zou ik stuiten op de helft van de mensen die in Europa voor het frontpagina nieuws zorgden, plus nog wat Amerikanen en Aziaten.
  
  Sir Hugh Marsland was een man zonder duidelijk bewezen smetten op zijn blazoen. Wel had hij een heleboel onbewezen smetten op zijn weg van veelbelovende Birmingham student via Oxford verder omhoog. Nog steeds was hij klimmende. Hij had een mysterieus soort handigheid om zichzelf terug te trekken uit industriële complexen net voordat die door schandalen of een bankroet overspoeld werden, waarbij hij zijn aandelen al te gelde had gemaakt in ponden sterlings, in Zwitserse franks of in Deutschmarken. Hij was diverse malen miljonair in ponden en dat is dan ongeveer twee keer zoveel in dollars. Een dankbare koningin had hem in de adelstand verheven voor zijn charitatieve werk (Order of the British Empire, 1963; Knight Commander OBE, 1971), hoewel mijn aantekeningen te zien gaven dat zijn aktiviteiten voornamelijk neerkwamen op het plaatsen van zijn naam op briefhoofden om andere steunpilaren van de maatschappij uit te melken. Hij had een paar semi-bezoldigde functies bekleed, waarvan één bij de Verenigde Naties, afdeling UNICEF. Hij was niet getrouwd, maar hield van meisjes en scheen er zo nu en dan wat ruw mee om te springen, hoewel hij er wel voor zorgde uit de buurt te blijven van een publiek schandaal.
  
  Piero Simca was, zoals te verwachten, de meest interessante van het viertal. Evenals Renzo had hij familiebindingen met de oude adel. Maar anders dan Renzo had hij het familiebezit door alle regeringswisselingen heen weten te behouden en hij had het oorspronkelijke kapitaal vermenigvuldigd met belangen in alles vanaf de petrochemische industrie tot aan kunstschatten. Ongenadig gepest en getreiterd vanwege zijn lengte, had hij geweigerd zich tot een grap te laten degraderen en op dit moment was zijn lengte al tot voordeel geworden. Van Triest tot aan de teen van Sicilië noemde men hem de Kleine Reus. Zijn familiebezittingen bevonden zich in het noorden, bij het Garda meer. Hij was de politiek binnengegaan als christen-demokraat, maar scheidde zich later af om zijn eigen, nog rechtsere splinterpartij op te zetten. Hij was nauwelijks van enig gewicht in de nationale verkiezingen, maar zijn eigen kiesdistrict bracht hem altijd weer terug in de Senaat waar hij zijn positie gebruikte om te onderhandelen en te intrigeren met alle andere partijen. Hij was een getalenteerd raadsman voor alle partijen, ook internationaal. En de VN had van zijn diensten gebruik gemaakt om te onderhandelen met Arabische terreurgroepen, met de Zuid-Amerikaanse toepamaro's en de Centraal-Afrikaanse stamhoofden van rebellen. Een Milanees dagblad had hem bestempeld als de 'vestzak Henry Kissinger' en waarschijnlijk was dat nog niet eens zo'n slechte beschrijving.
  
  Het laatste vierkantje was vrouwenterrein. Eerst Camilla, dan Rosana. Er volgde een korte lijst van Camilla's minnaars die las als een Wie, Wat, Waar van de Italiaanse industrie, politiek, geldwezen en de wereldwijde jetset. De meesten op de lijst waren erkende vrouwenjagers van enig publiek aanzien, maar ik was enigszins verrast onder hen Piero Simca aan te treffen, met de voetnoot erbij dat zijn slaapkamernaam Don Lupo (Heer Wolf) was. Het andere rapport had hem niet aangemerkt als bijzonder actief in de koffer, maar wat ik van Camilla uit de eerste hand wist, kon zij elke man, hoe groot of hoe klein ook, op gang krijgen. Niets bijzonders over politiek in Camilla's dossier, maar alleen dat ze geregistreerd stond als communiste en dat zegt in Italië minder dan niets. Het is bijna een soort van sjiek in rijke Europese film- en theaterkringen. Ik sloeg Piero's mannelijke activiteiten in mijn geheugen op om die een keer terloops bij Camilla ter sprake te brengen, vanuit een bepaalde nieuwsgierigheid en vanuit een meer gezonde belangstelling. Mijn begeerlijke Rosana scheen interessanter gezien mijn eigen avonturen. Nauwelijks twintig jaar geleden was zij geboren in Padua. Ze had daar schoolgegaan en had twee jaar kollege op de universiteit gevolgd, voor ze op haar negentiende stewardess werd.
  
  Daarna was ze snel opgeklommen van nationale naar intercontinentale vluchten. De reden dat ze de universiteit had moeten verlaten lag bij haar betrokkenheid bij de een of andere Maoïstische student en actie. Maar ze stond ingeschreven als lid van de Monarchistische Bevrijdings Partij, de splinterpartij van Piero Simca. Het was zeer aannemelijk dat zij haar carrière had gemaakt via de aanbevelingen van Piero, aangezien haar vader rentmeester was op een paar van de noordelijke grondbezittingen van de Kleine Reus.
  
  Dit alles duidde op een wat aarzelende verklaring, maar het deed meer vragen opkomen dan beantwoorden. Als zij op de een of andere manier via Piero was betrokken bij Wereldeinde, waarom zou zij dan betrokken raken bij een poging de Texaanse gouden kip te doden voor die in de gelegenheid was zijn gouden ei te leggen? Of had ze de oude banden met de persoon in kwestie al ver achter zich gelaten en gebruikte ze Piero alleen maar als een oude familierelatie? Het zou niet de eerste keer zijn dat iemand van partij veranderde om een baan te krijgen die hij of zij zo dolgraag wilde hebben, en dit alleen om de personen hogerop wat te plezieren. Maar als er iets stonk aan Wereldeinde, dan brachten mijn voorbije ervaringen het eerder in verband met een organisatie met geld, dan met een willekeurige, herrieschoppende groep jongeren.
  
  Mijn gedachten begonnen zich in een spiraal te bewegen. Eén manier om een einde te maken aan die tijdverspillende zelfbevrediging, was het nummer draaien dat Rosana me had gegeven. De meeste maatschappijen gaven de bemanningsleden een dag of wat vrij als ze terugkwamen van een lange vlucht en elke ontmoeting met Rosana, of het nu de dingen zou ontraadselen of niet, had zijn eigen bekoring. En Camilla zou het de komende uren toch te druk hebben met haar schoonheidsspecialist.
  
  Ik vond het nummer in mijn notitieboekje en gaf het door aan de telefoniste van het hotel. Mijn lijn werd bijna zeker afgeluisterd, maar met mijn huidige image was er niets ongebruikelijks aan dat ik een prachtige meid wilde bellen. Vooral omdat een paar leden van de anti-Nick Carter beweging of anti-Gerry Carr beweging moesten weten dat we al een keer eerder met elkaar hadden gestoeid.
  
  Een meisje met een accent uit Midden Amerika en met een verstopte neus nam de telefoon op. Daarna hoorde ik haar roepen: 'Rosy, de een of andere grapjas, Carr.'
  
  Dan Rosana's lieflijke, hese stem. 'Hallo, Gerry. Wat een verrassing! Ik had niet gedacht nog van je te horen, nu je eenmaal midden tussen al die mooie filmmensen zit. Bovendien hoorde ik over de radio dat je was ontvoerd en toen weer ontvlucht bent. Ik dacht dat je in een verpleegtehuis zat en niet meer kon... eh, dingen doen.'
  
  Het kwam zo charmant en argeloos naar buiten gebuiteld dat het net leek alsof er geen kans was van negen tegen één dat zij die vinger was die mij had aangewezen aan Ruitjesjas en Pepé.
  
  'Nee,' zei ik op dezelfde jolige toon. 'Ik zit niet in een verpleegtehuis en ik ben ook nog in staat het een en ander te... eh... gebruiken. Maar, lieve Rosana, er zijn nog een paar spieren waarvan ik niet zo zeker ben en misschien dat jij me kunt helpen dat uit te zoeken, als je tijd hebt.'
  
  Haar lach klonk even ontuchtig als verrukkelijk. 'Maar ik heb altijd tijd voor wat liefdadig werk en goede zorgen,' zei ze. 'Wanneer?'
  
  'Wat dacht je van nu?' vroeg ik. 'Ze hebben me de dubieuze eer geschonken een agent voor mijn suite neer te zetten. Maar als ik het hem zeg, laat hij mijn bezoekers door.'
  
  'Aha,' zei ze. 'Dat is nog meer opwinding. Over vijftien minuten, afhankelijk van ons verschrikkelijke verkeer, ben ik bij je.'
  
  Ze was even goed als haar woord. Ik had de wachtpost bij de deur gewaarschuwd en hij klopte eerbiedig aan om jaloers te melden dat de jongedame die beweerde verpleegster te zijn, was gearriveerd. 'Niet verpleegster, maar fysiotherapeute,' zei Rosana opgewekt. Ze dwarrelde de salon binnen in een grijze, ruwharige bontjas en een belachelijke, grijze hoed, een soort dophoed. Ze zeilde de hoed door de kamer heen en liet hem neerkomen op een overbeladen stoel. Toen wurmde ze zich uit haar jas.
  
  'Och mijn god,' zei ze in één woord. 'Dit is heel wat meer privacy dan een vliegtuig en je ziet er daarbij zo goed uit, dat het lijkt alsof je hele verhaal verzonnen is, alleen maar met de bedoeling mij hierheen te lokken.'
  
  Zonder jas was Rosana's lange, aristocratische gestalte net voldoende bedekt om te voldoen aan de voorschriften ten aanzien van de publieke welvoeglijkheid. Ze droeg een korte jurk van licht, nauwsluitend, lilakleurig materiaal. Haar mooie benen waren gehuld in parelgrijze kousen. Grijze, suède schoenen met plateauzolen lieten haar bijna tot aan mijn wenkbrauwen reiken.
  
  'Beter dan in uniform, hè?' zei ze, terwijl ze haar rok vrijpostig rondzwierde, waardoor ze me een vluchtige blik op haar blote dijen gunde.
  
  'Laat ik je eerst even mijn nederige woning tonen,' zei ik. Ik pakte haar galant bij de arm. Zij draaide zich om en drukte haar lichaam tegen me aan. In plaats van me keurig een arm te geven, schonk ze me een omhelzing waaraan haar hele lichaam deelnam.
  
  'Volgens mij ben je helemaal niet gewond.' Ze zuchtte toen ze zich een paar centimeter terugtrok. 'Toch zal ik je als een krankzinnige verplegen.'
  
  Ze schonk me 'oh's' van verrukking toen ze het grote bed zag met de spiegel waar ik de gordijnen voor had weggetrokken toen we de slaapkamer binnenkwamen.
  
  'Dit is wel iets heel anders, Gerry, dan die verrekte vliegtuigstoelen,' zei ze, terwijl ze op de rand van het bed ging zitten en haar schoenen uitschopte. Vaardig bracht ze haar hand naar haar middel en begon haar broekje naar beneden te stropen. 'Dit is net zoiets als een Olympisch zwembad voor iemand die traint in een badkuip.' Ze knipperde uitvoerig met haar ogen. 'Als ik goed tussen de regels doorlees, moet je hier je spelletjes hebben gespeeld met signorina Cavour op het moment dat ze je grepen, nietwaar?'
  
  'Nou,' zei ik. 'Ze kwam langs. Je weet hoe dat gaat, Rosana. Die filmwereld... '
  
  Weer lachte Rosana met die prettige lach waarbij haar hele lichaam betrokken was. En nu was haar lichaam ongekleed voor een nog beter effect.
  
  'Er stond nog iets bij in de kranten,' zei ze. 'Ze zeiden dat je poedelnaakt werd ontvoerd en dat het eerste alarm werd geslagen door de mooie Camilla. Ze poseerde voor de nieuwsfotografen met een beddenlaken tegen zich aangedrukt, terwijl ze deed alsof ze aan het bellen was. Poeh, Gerry, denk nou niet dat ik jaloers ben. Jaloezie is voor maagden die niet weten hoeveel verschillende, grote ervaringen iedereen zou moeten hebben.'
  
  Ik had mijn colbertje inmiddels uitgekregen en was nu aan mijn broekriem bezig.
  
  'Stop,' beval Rosana. 'Dat doe ik. Jij bent de zieke. Ik moet alles voor je doen.'
  
  Ze duwde me vriendelijk terug op het bed en begon me uit te kleden met kirrende geluidjes vol sympathie en ontuchtige complimenten.
  
  Zij was dezelfde mooie, begeerlijke meid als van toen in het vliegtuig, maar er was iets anders, iets nerveus en verdedigends, aan haar eindeloze woordenstroom, hoe sexy die ook klonk. Ze was niet high van de een of andere drug; ik onderzocht haar nauwkeurig. Er waren geen naaldafdrukken te bekennen in de satijnen huid van haar armen. Maar ze praatte, vleide me, alsof ze een hevige poging deed om mij er met geen woord of vraag van mezelf tussen te laten komen, behalve ter ondersteuning van het vrijen. De vragen die ik haar als een soort van schokeffect had willen stellen, moest ik laten wachten door de afluisterapparatuur. Maar ik kon die afluisterapparatuur voeden met een behoorlijke brok (voor mij) bruikbare foutieve informatie.
  
  Door de manier waarop we met elkaar aan de gang gingen, moest ook dat kleine beetje, foutieve informatie tot later wachten. Rosana wikkelde haar volledige verpleegstersschema af. Haar volle, zachte lippen en haar zoekende tong waren even helend als de magische lotion van Camilla en ik probeerde haar lichamelijk evenveel complimentjes terug te geven als zij mij schonk. Toen waren we op het bed. Rosana's wijduitstaande, stralende ogen namen al onze bewegingen op in de spiegel alsof zij niet alleen zichzelf en mij plezierde, maar tevens een laatste auditie deed voor de harem van de een of andere rare oliesjeik.
  
  'Oh, Gerry,' zei ze, nog nahuiverend van onze klimaks. 'Dit was te goed.' Ze scheen getroffen door meer dan alleen maar seks, hoe inspannend en vol beloning die ook was geweest. Dit was het moment om het ter sprake te brengen en niemand die afluisterde zou het verdacht vinden dat ik na het gedoe van de afgelopen nacht wat nieuwsgierigheid zou tonen.
  
  'Zeg,' zei ik terwijl ik haar haar streelde en wij languit naast elkaar op het bed lagen. 'Je hebt toch tegen niemand gezegd dat ik in het Le Superbe logeerde, schat?'
  
  Haar lichaam trok zich onvrijwillig weg van mijn hand, maar haar stralende ogen knipperden niet. Het ogenspel was een spreekwoordelijk bewijs van eerlijkheid, maar even vaak heb ik het als teken gezien van duidelijke leugenachtigheid.
  
  'Maar nee, Gerry,' zei ze. 'Mijn god.' Ze rolde zich van me weg en hees zich overeind om rechtop in het bed te gaan zitten. 'Je kunt toch niet menen dat ik iets te maken heb met de beesten die jou martelden.' Ze begon te huilen. En om al die huiverende pracht te troosten was een plezier dat weer van het een naar het ander leidde, nu zachter terwijl ik de rol van verzorger en liefkozer op me nam. Toen onze ademhalingen weer gelijk waren geworden, werkte ik mijn vragenlijst af, verontschuldigender, vriendelijker maar nog steeds aftastend en passend bij mijn rol.
  
  'Verdomme, Rosana, schat,' zei ik. 'Zoiets dacht ik helemaal niet. Maar het was zo plotseling en zo helemaal zonder enige zin. Bovendien wist niemand dat ik hier was.'
  
  'Ah.' Rosana aksepteerde mijn verontschuldiging en beloonde die met een onregelmatige lijn van kussen van mijn kin tot aan mijn navel. 'In Rome weet iedereen alles altijd heel snel, Gerry. Een voltallige hotelbezetting, de taxichauffeur, jouw filmmensen. Ik vermoed dat iemand jou voor iemand anders aanzag, denk je niet?' 'Moet wel,' zei ik. 'Maar zie je, ik weet van jou niets anders dan dat je prachtig bent en absoluut uniek in bed en dat je uit het grote wijnland van Colognola komt.'
  
  'Padua,' corrigeerde ze me gedachteloos, terwijl ze zich verlustigde met blikken in de spiegel. 'Vind je me echt prachtig, Gerry? Niet te groot?'
  
  'Een centimetertje meer zou ik niet aankunnen,' zei ik half naar waarheid. 'En een centimetertje minder zou net niet genoeg zijn.' 'Dat is heel lief gezegd,' knorde ze. 'Als antwoord zal ik je vertellen wat voor een eenvoudig meisje ik ben.'
  
  Ze gaf me haar biografie die me bevestigde wat ik al in de microprint had gelezen. Ze noemde zelfs de Maoïstische groep op de uni-versiteit en deed het af als een kinderlijke gril. En via de steun van Piero had zij haar baantje gekregen.
  
  Dat was de opening waarop ik had gehoopt en het was nu mijn beurt die aan te grijpen met een mengeling van verontwaardiging, walging en jaloezie.
  
  'Die kleine Casanova,' ontplofte ik. 'Kijk, ik heb zo het een en ander gehoord over zijn reputatie met vrouwen. En de gedachte dat jij met hem...' Ik knarste overtuigend met mijn tanden om het beeld van Rosana met Piero van me af te zetten, een beeld dat eerder komisch dan beledigend was.
  
  'Ik zei dat ik je de waarheid zou vertellen, Gerry.' Uitdagend hield ze haar kinnetje omhoog. 'Ik heb dus gevreeën met Don Lupo en het was helemaal niet zo slecht en walgelijk als jij nu denkt. Die lekkere Camilla van jou is trouwens ook nauwelijks groter dan een lilliputter en je hoort mij toch ook niet over haar schimpen, wel?' 'Goed.' Ik maakte een grimas van grommende verontwaardiging. 'Je moet weten,' zei ze, 'dat gunsten zelden voor niets aan knappe, jonge meisjes worden verleend.'
  
  'Zie je hem nog steeds?' vroeg ik.
  
  'Zien?' zei Rosana. 'Ja. Mijn vader werkt voor hem. En hij is een belangrijk iemand en een geregelde eersteklas passagier. Maar meer dan zien is het niet de laatste twee jaar, Gerry.'
  
  Het klonk geloofwaardig en ik kon niet verder graven zonder mezelf bloot te geven. De volgende keer dat we elkaar zagen zou ik ervoor zorgen dat het ergens was waar ik veilig mijn onderzoek kon voortzetten. Nu tikte de tijd gewoon door.
  
  Alsof zij mijn gedachten had geraden, strekte zij zich uit voor een laatste wellustige blik in de spiegel.
  
  'Elke slaapkamer zou zo'n muur moeten hebben,' zei ze. 'Als ik rijk ben... Maar nu moet ik weg. Ik heb een afspraak over een uur.'
  
  Ik maakte er geen moeilijkheden over. Ik had mijn eigen lunchafspraak over een uur.
  
  'Ik bel je morgen,' beloofde ik. 'Of jij belt hierheen. Ik weet niet wat voor soort schema jouw makker, Piero, en zijn vrienden hebben opgezet voor mijn entree in de filmwereld, maar ik zal er het weerzien met jou niet door laten verknallen.'
  
  Ze had zich inmiddels al weer aangekleed, als dat een juiste term was voor de bedekking van het luchtige jurkje, en ik volgde haar naar de salon waar ze mij haar jas liet ophouden. Heel plotseling was ze net zo rustig en ernstig als ze even eerder zorgeloos en uitgelaten was geweest met haar breekbare gebabbel.
  
  'Je hebt me zo gelukkig gemaakt in zo'n korte tijd, Gerry,' zei ze. 'In het toestel en dan nog weer hier. Zo erg dat het me bang maakt en dat ik moet nadenken.'
  
  Ik keek even ernstig als zij om tegemoet te komen aan haar nieuwe stemming. Ze schoot in de lach.
  
  'Maak je geen zorgen, Gerry,' zei ze geruststellend. 'Met nadenken bedoel ik niet, een manier zien te vinden om met jou te trouwen zoals de meeste meisjes zouden bedoelen. Ik denk over andere dingen na. Maar morgen praten en spelen we verder.'
  
  Na een kus was ze weg.
  
  Ik liep terug naar de salon met het gevoel dat mijn vragen misschien wat actie hadden losgemaakt in haar hoofd, zonder dat ik overigens een idee had in welke richting die actie zich zou ontwikkelen.
  
  Ik trok de gordijnen voor de spiegel voor ik me ging scheren en kleden voor de lunch. Mijn transistor had me geen enkel signaal gegeven, maar de TT-afdeling van AXE had me eens een spiegel laten zien van onze eigen onderzoekers die een videobeeld uitstekend kon overseinen. De elektronische componenten lagen verspreid over het hele oppervlak en waren afzonderlijk misschien wel te klein om bij mijn speuractie ontdekt te worden. Ik kon me er niet druk over maken dat iemand misschien een kick kreeg om Rosana en mij zo bezig te zien op het grote bed, maar ik kon het me niet permitteren dat niet bevoegde ogen mijn diplomatenkoffertje zagen, het geheime vakje en de inhoud ervan.
  
  Ik verwisselde mijn pak voor een ander dat ik speciaal had laten maken om de Luger in weg te kunnen stoppen zonder dat die op zou vallen. Als er iets intiems zou voortvloeien uit de middag met Camilla, moest ik snel in staat zijn uit mijn kleren te komen zonder mijn wapenarsenaal te tonen. Maar tegelijkertijd wilde ik me niet ongewapend op een voor mij onbekend terrein begeven, dezelfde ongewapende kat in het bakkie als gisteravond. Hugo, de stiletto, was eenvoudiger. Ik bedekte de schede op mijn linkerarm gewoon met een dubbele laag verband, wat wel toegestaan was aan een man die niet lang terug bijna verbrand was. Camilla's lotion hoefde niet de volledige eer te krijgen alle centimeters van mij te hebben genezen. Te meer daar die centimetertjes die voor Camilla het meest interessant waren nog intact waren. Die proef had ik al genomen met Rosana.
  
  In de spiegel boven de wastafel in de badkamer zag ik er bijna fit uit. Bij AXE doen we niet zo aan ingewikkelde vermommingen en make-up, dat laten we over aan de mindere broeders van andere diensten. Ik smeerde alleen wat grijs onder mijn ogen en ik verdiepte die paar lijnen in mijn gezicht. Dit en die paar pijnscheuten die ik zo nu en dan zou laten horen, waren om mijn nieuwe collega's en eventuele toekijkende tegenstanders ervan te overtuigen dat ik nog niet geheel was hersteld van de moeilijke nacht.
  
  Vol eerbetoon bracht mijn deurwacht me naar de lift aan het einde van de gang waar een andere wachtpost me in liet stappen en me naar beneden vergezelde. Daar liep een volgende carabinieri met me op naar de balie. Het was allemaal heel vleiend, maar het legde me een heleboel beperkingen op bij mijn toekomstige activiteiten. Mentaal maakte ik de aantekening Piero te vragen die bewaking wat losser te maken, als dat mogelijk was.
  
  Hij, Renzo en Studs waren al vooruit gegaan, maar Sir Hugh wachtte me op om mij in zijn eigen Rolls met chauffeur naar de bijeenkomst in de club te rijden. Twee agenten op motoren reden voor ons uit, terwijl een derde agent met een mitraillette achter ons reed. Wie het ook geweest mocht zijn die had geprobeerd mij uit de weg te ruimen, het was niet één van Piero's regeringsconnecties geweest.
  
  De lobby van de club had precies dat lome, donkere, opgeklopte, ultra-bourgois decor waar de Italianen zich graag van bedienen als het gaat om sjiek en elegance. Het hele gezelschap van de vorige avond was er, minus een paar van die zuiver voor het amusement dienende sterretjes, plus een paar grijze, gedrongen heren van diverse nationaliteiten aan wie ik werd voorgesteld. Voornamelijk investeerders en een paar technici. Ook was er een scenarioschrijver, Kendall Lane; een magere, zenuwachtige, bezorgde Amerikaan in een blauwe, flanellen blazer, een beige broek en op Gucci slippers. Steeds als ik iemand een hand moest geven deed ik het onhandig, en steeds als ik per ongeluk tegen iemand aanbotste trok ik me zo schichtig terug, dat iedereen wel moest denken met een maffe olieboer te maken te hebben. Als iemand probeerde mijn identiteit vast te pinnen aan dat van die bijzondere, niet te vernietigen Nick Carter, dan zou mijn voorstelling hier die iemand wel een beetje in verwarring brengen.
  
  De lunch was overvloedig in eten en drinken en informeel in de wijze waarop hij verliep. Italianen nemen eten heel hoog op en ze laten dat niet verzieken door over zaken te spreken. Ik zat tussen Renzo en Camilla in. Piero en de scenarioschrijver zaten tegenover ons. Camilla's schoonheidsbehandeling had haar mooier dan ooit gemaakt. Maar in haar geval waren die bezoeken aan de schoonheidsspecialiste verplicht, eerder voor wat sociaal prestige en wat geroddel met andere klanten dan om iets toe te voegen aan wat er in het begin al zo volmaakt aanwezig was. Ze fluisterde me kuise intimiteiten toe, pronkte met me alsof ik een nieuwe poedel was en eiste alle eer op van mijn snelle herstel.
  
  De enige die Wereldeinde nog wel noemde, was Lane, de schrijver. Eens was hij begonnen als romancier en nu was hij een succesvolle scenarioschrijver geworden, gespecialiseerd in spionageverhalen. Hij voelde zich niet gebonden aan de beleefde Romeinse taboes ten aanzien van de eetconversatie. Hij meende een verrekt goed verhaal te hebben en niets kon hem weerhouden nog voor de officiële bespreking er gedeelten van te vertellen.
  
  Ondanks zijn zenuwtrekkingen, wellicht nawerking van de dexedrine die hij nog steeds in zijn lijf had, was Lane een plezierige, zich gemakkelijk uitende man. Een oprechte, maar warhoofdige links-liberaal die ergens in de jaren dertig was vastgelopen. Zijn grote obsessie was de Derde Wereldoorlog. Een zeer gerechtvaardigde zorg. Wat dat betreft bovendien een van de redenen van het bestaan AXE en van mijn eigen aanstelling. Zijn verhaal, zoals de meeste goede verhalen, begon steeds met: 'Wat als...'
  
  'Wat als,' zei hij, terwijl hij met een vinger over tafel in mijn richting priemde, over de derde gang van fazant met polenta heen, 'de hele zaak nu eens niet begint bij een van de supermogendheden, Amerika, Rusland, China, maar bij een groep amorele lieden met voldoende kracht en vermogen om in die drie landen een aantal incidenten te creëren? De Grote Drie zouden ogenblikkelijk reageren tegen elkaar. En aangezien ze allemaal over voldoende nucleaire macht beschikken om de hele wereld te vernietigen is dat het einde van moeder aarde. Wereldeinde, vat je?'
  
  Ik zei hem dat ik het vatte. Maar was het niet een beetje vergezocht?
  
  'Dat dacht ik niet,' argumenteerde Lane verwoed. 'De hele aardkloot is een tondeldoos. Neem gewoon eens twaalf maanden geweld: het bloedbad van Lotz, de moorden tijdens de Olympische Spelen, de bomaanslagen in Londen, die van Belfast elke week, de diplomaten die in de Soedan zijn geëxecuteerd, de Britse regering die uit Bermuda is gejaagd, Bermuda... allejezus. En dat is nog maar de top van de ijsberg.'
  
  'Er is geen Derde Wereldoorlog uit voortgekomen,' zei ik tegen hem.
  
  'Ah,' zei Lane, alsof ik hem zijn beste aanwijzing had gegeven. 'Alleen maar omdat dit alles toevallig was uitgesmeerd over een zekere lengte van tijd. Probeer je eens voor te stellen wat er zou gebeuren als al die incidenten zich afspeelden binnen twee of drie dagen. Voeg daar nog wat bomaanslagen aan toe... Wat dan?'
  
  'Dan zou het zaakje wel eens kunnen ontploffen,' gaf ik toe. 'Maar het komt nog steeds een beetje ongeloofwaardig op me over.' 'Deze tegenwerping is vaker gemaakt.' Piero draaide zich in zijn hoge stoel naast hem om, om antwoord te geven. 'Renzo kan het uitleggen.'
  
  'Op de een of andere miraculeuze wijze heeft Kendall ons voorzien van een script op twee niveaus,' zei Renzo. 'En Studs weet precies hoe je zoiets perfect moet regisseren. Voor de intelligente en geïnteresseerde toeschouwer wordt het een essentiële waarschuwing. Voor anderen, en heel spijtig is dat de meerderheid, is het niets anders dan wrede, zwarte humor. En voor zelfs nog een derde niveau, voor de volledig gedachtelozen, zal het zo'n fantastisch spektakel worden dat de hele wereld beslist kaarten zal willen kopen.'
  
  'Maar het moet hard blijven' drong Lane aan. 'Zwarte humor, mooi. Maar geen komedie. Dat idee om die geheime organisatie lal te noemen, verzwakt het een beetje.'
  
  'LAL,' vroeg ik door een mondvol polenta heen.
  
  'Liquidatie van Alle Levensvormen,' legde Renzo uit. 'Mijn idee. Maar ik zal het je niet in je strot rammen, Kendall.'
  
  'Het Ethiopian Liberation Front noemde zichzelf ELF,' zei Piero. 'En daar was ook helemaal niets grappigs aan.'
  
  'Nou, laat me nadenken,' zei Lane, het gezicht trekkend van de genie die zich gekweld voelt door al die domoren, maar probeert ermee te leven.
  
  'Met sterren als Camilla en Michael,' Renzo wuifde met een hand naar de tafel waar Michael Sport te midden van een schare bewonderaars zat, 'zouden we het hoe dan ook kunnen noemen en nog steeds miljoenen maken.'
  
  'Ik heb maar één film gemaakt die geld heeft verloren,' zei Camilla ernstig. 'Maar met die eventuele verkoop aan de televisie zou het net uit de kosten kunnen zijn. Je bent veilig door in mij te investeren, Gerry.'
  
  'Mop,' fluisterde ik in haar oor, 'met jou maakt niemand zich toch meer druk over veilig of niet?' Als antwoord kreeg ik die verleidelijke, kwajongensachtige glimlach.
  
  Bij de koffie met cognac kreeg ik de gelegenheid Piero te benaderen over het onderwerp dat me zwaar op de maag lag: mijn zwaarbewapende chaperons. Ik kon niet blijven gooien met geligniet-bommen als ik weer mijn kamer wilde verlaten. Een dergelijke afleidingsmanoeuvre op het moment dat er veel verkeer was, zou het lijkenhuis met te veel onschuldige voorbijgangers vullen. In ieder geval te veel om door Hawk gedekt te kunnen worden. Natuurlijk kon ik Piero niet de reden vertellen dat ik die vrijheid nodig had om in contact te blijven met het thuisfront. Maar het laten vallen van wat extra slaapkamernummertjes is een heel overtuigende en geloofwaardige manier om een Romein mee te benaderen.
  
  'Het is gewoon zoiets dat ik... nou, op mezelf wil zijn,' legde ik uit met een zijdelingse blik op Camilla die net in gesprek was met een bankier aan haar andere kant.
  
  Piero's kleine oogjes achter de rosegetinte glazen, namen een glans aan die me bijna deden geloven in zijn bijnaam van Don Lupo. 'Ik begrijp dat zoveel bescherming ongemakkelijk kan zijn,' zei hij met een grimas en een knipoog. 'Voor bijna elke man die ik ken moet de vriendschap met Camilla voldoende zijn, meer dan voldoende, maar ik zie dat die verhalen over jullie Texanen, niet overdreven zijn, Gerry.' Weer die knipoog. 'Ik zal erop toezien dat er in de toekomst wat minder van die beperkende bewaking is. Een paar woorden aan de juiste ministeries.'
  
  'Volgens mij is één man in de lift al voldoende,' zei ik. 'Als hij me laat passeren op het moment dat ik alleen wil worden gelaten.' 'Eén bij de lift op jouw verdieping en één in de lobby,' besliste Piero voor mij. 'Het is een goede oefening voor onze jonge agenten. Maar ze zullen je doorlaten als je met je linkerhand aan je rechter oorlel trekt. Kijk zo.' Hij deed het me voor.
  
  Het was een goede, simpele code. Mijn respect voor Piero dat toch al hoog was, steeg nog een streepje hoger. Een belangrijke irritatie verdween, maar de grote vraag bleef nog even onbeantwoord als altijd. Renzo tikte met zijn fruitmesje tegen de rand van zijn cognacglas.
  
  'We gaan nu naar de vergaderzaal op de tweede verdieping,' kondigde hij aan. 'Alleen de leden van de ploeg van Wereldeinde, dus ik vrees dat we onze tijdelijke gasten voorlopig gedag moeten zeggen.'
  
  Er volgde wat gepruil van de vriendinnetjes van de mannelijke investeerders en van de vriendjes van de vrouwelijke deelhebbers toen de lunchgroep uiteen ging. Degenen van ons die via de trap of de lift naar boven gingen, waren beperkt tot de belangen van minstens 300.000 dollar elk, plus Lane, de schrijver, en een paar technici. We waren met ons dertigen, samengeklonken door de sterke lijmkracht van het geld en de hebzucht dat er meer moest volgen.
  
  Ik haat conferenties, maar die sessie van Wereldeinde was iets interessanter dan de meeste. Vooral omdat ik mijn oren spitste om iets op te vangen waaraan ik Andersons verdenkingen en die van mij kon ophangen.
  
  Lane begon met een korte beschrijving van het plot dat ik ruwweg al kende, LAL, een groepje maniakken, had de bedoeling de wereld zo'n beetje in haar geheel op te blazen. Dit zou gebeuren door wat afleidende bombardementen te beginnen en wat incidenten uit te lokken in de daarvoor aangewezen hoofdsteden en de mogelijke brandhaarden, waardoor het vergeldingsmechanisme van de Grote Drie in werking zou treden vóór iemand, waar ook ter wereld, lang genoeg leefde om te beseffen dat het allemaal op een vergissing berustte.
  
  Je had daar de overbekende, onmogelijk geheime luchthavens en privé-legertjes (nog onwaarschijnlijker voor mij, professioneel gezien, dan voor de rest van het gehoor die het allemaal gretig slikte). Ik moet zeggen dat Lane het geloofwaardig maakte en wat goede emoties legde in de twee hoofdfiguren. Een Britse geheimagent die het complot doorkruist en zijn Italiaanse geliefde die door de terroristen is misleid maar nog vóór het einde het 'licht' ziet en met hem een romance begint. Camilla en Michael stonden op voor een rondje applaus en Lane ging over op een kort, persoonlijk resumé over het belang van de film voor diens uitgebreide publiek - 'dat een Derde Wereldoorlog niet alleen tot de mogelijkheden behoort, maar zeker de beschaving zal vernietigen zoals wij die allen kennen.'
  
  'Dat zeiden ze ook van de Tweede Wereldoorlog,' snoof een cynische bankier op de rij vóór me.
  
  'Dat gebeurde dan ook,' zei een dure gravin naast hem. 'Of heb je de laatste tijd niet om je heen gekeken.'
  
  Nu was het Renzo's beurt om te spreken; en hij noemde de namen van de grote sterren die mee zouden spelen.
  
  Toen kwam Sir Hugh met stapels papier om het kolossale budget te verklaren en te verdedigen. Hiervoor was het gehoor één en al aandacht, inclusief ik. Het was een meesterlijke presentatie en nu zag ik hoe Sir Hugh erin was geslaagd zijn landgenoten en anderen voor miljoenen uit te melken en die op zijn persoonlijke bankrekening bij te zetten. Geen enkel onderdeel was op overdaad te betrappen, maar als je er een paar besnoeiingen op aanbracht zou je een keurige meloen krijgen die de vier partners keurig onder elkaar konden verdelen als ze elkaar niet eerst de strot afsneden.
  
  Zijn optreden, zijn manier van doen, kameraadschappelijk maar aristocratisch, persoonlijk maar nooit neerbuigend, evenaarde zijn cijfers. Hij had goed gehumeurde en goed geïnformeerde antwoorden op een paar commentaren uit zijn gehoor.
  
  'Geen enkele acteur is 100.000 dollar waard voor twee dagen werk.'
  
  Sir Hugh: 'Deze wel. Als hij nuchter is en we hem nu opbergen in een rustoord in Sussex. Ja?' Dit laatste tot een West-Duitse industrieel.
  
  'De verzekeringsgelden lijken me wel erg buitensporig. Voor al mijn fabrieken betaal ik per jaar minder.'
  
  Sir Hugh: 'Ze komen mij ook buitensporig voor, Herr Schmidt. Maar dat is de reden dat de verzekeringsmaatschappijen zo floreren. Maar zonder gekheid. We zijn erin geslaagd in een bijna kosteloze lening een paar van de meest kostbare militaire uitrustingen ter wereld als rekwisieten te krijgen. We moeten zoveel mogelijk gedekt zijn voor het geval dat één van onze B-52en, die meer kost dan ons totale budget groot is, misschien verongelukt.'
  
  Andere vragen werden eveneens afgeweerd met evenveel charme en geloofwaardigheid.
  
  De laatste akte was voor Studs Mallory. Hij sprak opmerkelijk samenhangend na alle cognac die hij had ingenomen. Hij legde uit dat Wereldeinde de eerste film zou zijn, die een volledig gebruik zou maken van computercontrole. Hij beschreef de nagebouwde maquettes van steden, vloten en slagvelden.
  
  'Dit is allemaal oude koek,' zei hij. 'Maar het verschil is, dat al deze kleine componenten zijn vastgelegd in het circuit van onze hoofdcomputer. Ik programmeer die, voed de machine, druk op de knop en zestig procent van Wereldeinde wordt in één take opgenomen.'
  
  Dit leverde een mager applaus op van de in film wijs geworden investeerders, die op een harde manier hadden geleerd dat de eindeloze retakes van badkuipzeeslagen bijna even kostbaar konden worden als de film zelf.
  
  'Voor de andere scènes hebben we de studio's van Renzo, die op dit moment de grootste ter wereld zijn,' vervolgde hij. 'Trafalgar Square, Times Square, Place de la Concorde, ze zijn allemaal nagebouwd. En een derde cameraploeg maakt op lokatie, overal ter wereld, de invulshots zodra Bunny Sawyer en zijn cameramensen tegen het einde van de volgende week hier aankomen.'
  
  Piero nam het over om ons allemaal te bedanken voor het vertrouwen (en het geld) en om te vertellen dat er morgen een excursie zou zijn naar de studio's van Renzo.
  
  Lane schoot Studs aan toen de vergadering werd opgebroken.
  
  'We moeten nog één scène hebben,' zei hij. 'Zo'n gigantische tanker die wordt opgeblazen. Een gaseksplosie in een van zijn tanks is voldoende om het hele schip zo'n driehonderd meter uit het water omhoog te laten komen. En als de tanks allemaal vol zijn, dan heb je kilometers en kilometers brandende olie. Voldoet perfect aan onze bedoelingen, niet?'
  
  Studs gezicht plooide zich in een grijns van goedkeuring.
  
  'Klinkt puik, Ken,' zei hij. 'Maar hoe explodeert die?' 'Eenvoudig: Torpedo. Afstandsbediening vanaf een kotter misschien,' zei Lane. 'Alles dat maar kan raken. Het is niet te missen. Op geen enkele manier. Om die schatjes aan te laten meren moeten zij al drie uur van te voren gaan afremmen.'
  
  'Mooi, Ken. Jij maakt wat kleurrijke beelden voor mij en ik heb een model van die tanker voor jou in minder tijd dan jij nodig hebt om die scène te schrijven.' Hij zweeg even en krabde op zijn hoofd. 'Hoe komen we erachter dat één van die supertobbes door een nauwe zeeëngte komt op, zeg, aanstaande maandag? Het Kanaal bijvoorbeeld. Beter nog in de buurt van Leningrad.'
  
  'Ik zal Mary een paar van die grote oliemaatschappijen laten bellen.' Ken maakte een aantekening op de achterkant van een envelop.
  
  Studs merkte Camilla en mij achter hem op.
  
  'Schitterende ideeën, deze jongen,' complimenteerde hij Lane. 'Ik stuur Sawyer erop uit om het echte schip te draaien en dan gaan we over op het opblazen ervan in het zwembad. Jezus!'
  
  Zacht maar nadrukkelijk trok Camilla aan mijn elleboog. 'Ik dacht erover om terug te gaan naar het hotel om te zien hoe goed je bent genezen, Gerry,' zei ze. 'Dan een gezellig, laat etentje in mijn suite, waarna we nog eens kunnen zien hoe goed je genezen bent. En of je dan nog wat behandeling nodig hebt.'
  
  Een gedachte ter grootte van een mug knauwde aan mijn achterhoofd, maar Camilla's eenvoud van geest smoorde die gedachte. We gingen terug naar Le Superbe en we werden de rest van de middag en de verdere nacht door niemand gestoord.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 5
  
  
  
  
  Ik werd wakker in mijn eigen suite. Camilla had zich behaaglijk tegen me aan genesteld, maar hoe vreugdevol dit alles ook mocht zijn, toch werd ik wakker met een bezorgd gevoel over alle verloren tijd. Camilla kleefde aan me als een aanbiddelijke bloedzuiger en de wachtposten waren nog in volle getale aanwezig.
  
  Na mijn eerste middagvoorstelling met Camilla in haar suite, belde ik Piero op. Hij had slechts vrolijk gelachen en me uitgelegd dat het hem gewoon wat tijd kostte om met die en die minister of generaal in contact te komen, dus ik moest maar zien dat ik me in de tussentijd wat vermaakte.
  
  Dus speelden Camilla en ik Tarzan en Jane, Romeo en Julia, Jut en Jul, enzovoort tot aan het diner met alle gangen in haar vertrekken. Toen kleedden we ons aan voor een korte babbel met Sir Hugh en Studs in de Monza-kamer, waarna we weer teruggingen naar mijn suite waar de potige jongeling met zijn karabijn nog steeds de wacht hield.
  
  Van nature ben ik een man van actie en wat ik nu aan het doen was, was meer het soort werk voor die gasten die Hawk de 'lulhannes-agenten' noemt, vogels die meer geduld hebben voor onzinnig geleuter dan ik en die één vloeibaar ons informatie destilleren uit zo'n veertig liter leuter werk.
  
  Ik babbelde wat en probeerde, voor zover ik kon, wat los te peuteren; maar nee hoor, niets. Sir Hugh en Studs hadden de geringe voordelen met elkaar besproken van Het Kanaal ten aanzien van de Golf van Finland om die supertanker op te blazen. Hoewel ze het over speelgoedjes hadden, was er toch een onplezierig soort animo in hun enthousiasme te herkennen.
  
  'Maar je begrijpt het niet, Studs,' zei Sir Hugh. 'Bij Het Kanaal heb je de kans dat die brandende olie zowel Dover als Calais bereikt.' Hij sprak de naam van de Franse stad op z'n Engels uit.
  
  'Maar als het gebeurt in de Golf vóór Leningrad,' zei Studs, 'dan kunnen we die Ruskies laten reageren met alles wat ze hebben aan artillerie en raketten.'
  
  'In het plot zit al voldoende voor de Russen om op te reageren,' zei Sir Hugh. 'Het idee van Kendall heeft voor ons aan het begin ook nog eens twee steden om in hun geheel te vernietigen.'
  
  'Oké,' gaf Studs toe, daarmee Leningrad opgevend voor Dover en Calais, als een pokerspeler die zijn slechte hand op tafel gooit. 'Ik zal mijn maquettejongens opdracht geven een model te maken van de Engelse en Franse kustlijn.' Hij sloeg zijn zoveelste dubbele grappa achterover.
  
  'Het lijkt me,' waagde ik een opmerking, 'dat jij een verrekte hoop samenpakt in een draaischema van drie maanden.'
  
  'Dat is nu het mooie van de computer, Gerry,' zei Sir Hugh. 'Als Studs eenmaal zijn programma klaar heeft, doen wij in dagen waar elke vergelijkbare film weken voor nodig zou hebben.' 'Maanden,' zei Studs. Hij en Sir Hugh grinnikten tegelijk. 'Wanneer beginnen jullie?' vroeg ik. 'Ik zou hier graag zijn, maar ik dacht eraan om er even tussenuit te gaan voor een trip naar de Jungfrau.' De laatste lettergreep van de naam van de Zwitserse berg liet ik er losjes achteraan komen, terwijl ik scherp op hun reacties lette.
  
  'Verdomme, we beginnen midden volgende week,' zei Studs. 'Zodra Bunny hier is met zijn cameramensen. Blijf hier. Die Jungfrau kun je altijd nog wel eens zien. Bovendien staat lieve, kleine Camilla heel wat hoger in mijn boekje genoteerd.'
  
  Dat was dan alles wat ik uit Sir Hugh en Studs kreeg. Een grote, dikke nul. Renzo en Piero waren weg voor eigen zaken.
  
  Ik probeerde Camilla wat meer harde feiten over Piero te ontfutselen, maar zij zag dat, evenals Rosana, als jaloezie en was daar blij om. Het voegde weinig toe aan hetgeen ik al wist. Evenals bij Rosana was haar commentaar op een vreemde manier achteloos - 'Je moet weten dat een meisje nu eenmaal een paar dingen moet doen om vooruit te komen in deze filmwereld, Gerry,' - en dan weer vol respect - 'Je zou versteld zijn als je wist wat voor man hij was. Ik bedoel, voor vrouwen. In het begin zag ik het gewoon als een grap, maar hij is een groot man, Gerry, en in meer dan alleen maar politiek opzicht. Bij al zijn activiteiten komt hij aan de rand van de afgrond en je hebt dan maanden dat hij zich terugtrekt van het publieke toneel om uit te rusten en zich te laten verzorgen.'
  
  Dit laatste was nieuw en iets om Hawk in te laten graven... als ik ooit mijn persoonlijke vrijheid terugkreeg.
  
  Dit waren mijn gedachten en frustraties toen ik wakker werd. En op het moment dat ik wakker werd, voor Camilla zich verroerde, viel er iets met een harde klap op zijn plaats.
  
  In de bar had Studs gezegd dat het draaien niet zou beginnen voor het einde van de volgende week. In de club, na de lunch, had hij Lane gevraagd na te gaan welke tanker maandag door Het Kanaal kwam of in de buurt van Leningrad was. En het was nu donderdagmorgen.
  
  Iets klopte er niet, of nog niet. Maar als het wel ging kloppen, zou het wel eens op iets veel ernstigers kunnen duiden dan alleen maar een soort van miniatuur oorlogsspel.
  
  Als AXE-agent met de rang van Killmaster had ik op andere opdrachten al meer dan voldoende van mijn talenten gebruik gemaakt om lieftallige jongedames te onderhouden of om me te ontdoen van mindere clubleden, zoals een paar avonden terug. Nu had ik een soort van aanknopingspunt en maar verdomde weinig tijd om dat na te trekken. Mijn dag was ingedeeld met een ochtendbezoek aan de studio. Die afspraak moest ik nakomen, wilde ik niet zowel mijn rol als de mogelijkheid tot het verkennen van de plek zelf verknallen. Dan kwam de lunch, gevolgd door een andere, verplichte sessie met Renzo en zijn advokaten waarbij ik mijn cheque zou uitschrijven. Volgens mijn Rolex was het nu 6.45 uur in de ochtend.
  
  Ik gleed uit het bed zonder Camilla te storen, liep naar de salon en opende de deur.
  
  Er stond geen wachtpost meer.
  
  Ik liep terug en kleedde me snel en stil aan. Ik krabbelde een briefje vol genegenheid, waarin ik Camilla zei dat ik even boodschappen aan het doen was en haar later die ochtend weer zou zien.
  
  Toen was ik buiten.
  
  Bij de lift stond een wachtpost, maar ik gaf hem het oorlelsignaal, zoals ik met Piero had af gesproken. De bewaker grinnikte en liet me de liftkooi binnenstappen. Hetzelfde met de wachtpost in de lobby. Ook hij glimlachte. Ik weet niet wat voor een verhaal Piero ze had verteld, maar het kon me weinig schelen.
  
  De straten waren nagenoeg leeg en elke taxi die rondreed in de buurt van het hotel kon van de tegenpartij zijn. Ik liep de vijf blokken naar het Centraal Station en nam daar een taxi uit de rij. Ik gaf de chauffeur een straathoek op in de buurt van het AXE-huis in Trastevere. Ik had geen trek in die vervelende Gilchrist en het was vrijwel zeker dat ik voor mijn werk nu de hulp van Hyman en zijn CIA-makkers zou kunnen krijgen.
  
  Ik nam de gewone voorzorgsmaatregelen nadat ik de chauffeur had betaald en nadat ik er zeker van was dat ik niet werd gevolgd, stond ik al snel voor de deur van het huis.
  
  Hyman deed open. Dezelfde lusteloze pose en manier van doen als eerder; slaperige ogen, gekleed in een heldergroene pyjamabroek en een oud katoenen legerhemd. Hij werd onmiddellijk paraat toen ik eenmaal binnen was.
  
  'Heb je die handel gekregen die ik bij het hotel heb afgegeven?' vroeg hij. Niets van Gilchrists gemelijke tegenzin. Een slimme, jonge agent die nog steeds verrukt was door het spel.
  
  'Gekregen, gelezen en opgeslagen.' Ik tikte tegen mijn hoofd. 'Daarna vernietigd. Ik heb een paar erg magere aanwijzingen en een paar vragen voor dc. Heb je een lijn?'
  
  'Alleen de spraakomvormer,' zei Hyman. 'Maar dat is voldoende. Bovendien kan ik niet meer hebben. Ouwe Gil is ons communicatiegenie. Dat is de reden dat hij alle zware stukken in Parioli houdt. Laat je niet belazeren door die knorrige, oude man, Carter. Hij weet meer van radio, data-processing en computerprogrammering dan wie ook van die zogenaamde experts. In uiterste nood is hij altijd paraat, maar hij vindt het nu eenmaal leuk om zich voor te doen als de eenvoudige negen-tot-vijf boekhouder.'
  
  'Goed dat ik het weet,' zei ik. 'Maar wat ik nu nodig heb, is een gesprek. Eerst met de thuisbasis, dan met jou. Waar is de telefoon?'
  
  We liepen de achterkamer binnen, waar Hyman duidelijk had liggen slapen op de ingezakte sofa. Hij gaf een welgemikte schop tegen een uiteinde ervan en het gescheurde pluche onthulde een glijplank die de vertrouwde, rode telefoon bevatte.
  
  'Blijf ik of ga ik weg?' vroeg Hyman.
  
  'Blijf meeluisteren,' zei ik. 'Misschien ben je vanaf nu al ingedeeld voor het geval dat ik weer te maken krijg met een opzettelijke of onvrijwillige verdwijning.'
  
  'Ja,' zei hij. 'Ik heb gehoord van je kleine uitstapje die nacht. Gewoonlijk hebben we niet van dat soort actie in het rustige Rome.' Hij liet zich in een ingezakte stoel vallen, toen ik de knop van de telefoon indrukte voor een directe verbinding met het hoofdkwartier van AXE.
  
  'Carr hier.'
  
  'Vier uur 's ochtends voor het geval je het nog niet wist,' klonk Hawks stem.
  
  Ik zag hem voor me in zijn kale kantoor, de grote thermoskan met koffie, de veel te grote kroes en de verzameling papier voor hem op het bureau, terwijl zijn lange vingers een taptoe van ongeduld roffelden en hij de gegevens bestudeerde.
  
  Zonder verdere inleiding gaf ik hem een verslag van mijn laatste vierentwintig uur en van mijn gedwongen immobiliteit.
  
  'Oké, oké,' sputterde hij. 'Als ik iets haat, is het wel een AXE-man die zichzelf verexcuseert. Ik weet dat Rome niet het oerwoud is en als je je dus laat kapen kun je het ze niet kwalijk nemen dat ze een oogje op je houden. Vertel voor de verandering eens iets positiefs.' Ik ben opgeleid op het volledig weergeven van alles wat er is gepasseerd en tevens in een nauwgezette schifting van mijn eigen verkregen gegevens. Maar zelfs met die schifting kostte het me een goede vijftien minuten voor ik alle conversaties gedetailleerd weer had gegeven, zowel die in de slaapkamer als die welke wat meer sociaal waren. Bovendien gaf ik hem mijn observaties, zaken die misschien iets te maken hadden met mijn missie. Als je ergens over twijfelt, laat het dan niet weg; dat is ons allemaal ingehamerd tijdens onze opleiding. Dus ik moest er een paar conversaties bijsluiten die voor mij koeterwaals waren, maar die misschien betekenis zouden krijgen voor de jongens op de achtergrond in Washington, als die ze aan de computers hadden gevoed.
  
  Hawk luisterde naar dit alles, terwijl op hetzelfde moment een bandopname werd gemaakt van het gesprek voor een meer zorgvuldige bestudering achteraf.
  
  'Heb het,' zei hij toen ik klaar was. 'Niet zo slecht om die datum-vergissing op te merken over die tanker.'
  
  Hawks 'niet zo slecht' staat ongeveer gelijk aan een medaille van de regering.
  
  'Stel nu je vragen over de dingen die je ons hier wilt laten doen,' zei Hawk.
  
  'Ik heb er twee met een ferme basis en twee ingevingen,' zei ik. 'De eerste prioriteit is die tanker. Kunt u het zo regelen dat er maandag geen supertanker in Het Kanaal is? En ook niet dinsdag?'
  
  'Geen probleem,' zei Hawk. 'De energiecrisis is nu wel voorbij en onze contacten met de grote reders zijn hecht. Dus ze versnellen of vertragen wel voldoende om die sectie schoon te houden.'
  
  'En Leningrad?' vroeg ik.
  
  'Die vreemde makker van jou, die Studs, schijnt niet te weten dat er daar geen havenfaciliteiten zijn om die grote jongens aan te meren,' zei Hawk. 'Volgende.'
  
  'Ik wil een volledige controle op die Zwitserse bank in Lugano en nog wat dieper graafwerk op Piero Simca,' zei ik. 'Allebei kan voor die L staat in de schets van Anderson: Lugano en Don Lupo. 'Die bank is niet zo moeilijk,' zei Hawk. 'Maar die Kleine Reus zal wat moeilijker worden. Je hebt ons beste graafwerk al in je bezit, maar ik zal zien wat ik nog voor je kan doen.'
  
  'In dezelfde context,' zei ik, 'moeten alle rustoorden in Sussex worden nagegaan. Dat is de plek waar Studs en Renzo allebei naar toe gingen om op te knappen. En ik heb zo het gevoel dat Piero daar ook eens klant is geweest. Waarschijnlijk onder een andere naam. Maar zijn lengte moet te herkennen zijn.'
  
  'Lukt wel,' zei Hawk. 'Is dat alles?'
  
  'Nog één ingeving,' zei ik, 'en één verzoek.'
  
  'Voor de dag ermee!'
  
  'Die ingeving is heel vaag,' zei ik. 'Maar misschien kunnen uw financiële jongens een mooi werkje doen op Magnamute, de verzekeringsmaatschappij die de politiek van Wereldeinde voorschrijft. Als het scheef zit, kan het betekenen dat het een manier is om een heleboel pegels over te hevelen.'
  
  'Verdomme,' zei Hawk. 'We zijn geen bureau voor niet oppassende burgers.'
  
  'Verdomme, chef,' kaatste ik terug, 'AXE is al evenmin een financieringsbedrijf, maar u komt met een half miljoen over de brug dat u misschien straks wel kwijt bent, alleen maar om mijn dekmantel te steunen. Als ik uitvind dat er met geld wordt gerommeld, kom ik er misschien wel achter waar dat naar toe gaat en waarom. En misschien is dat het dan waar Anderson achteraan meende te zitten.' 'Oké,' gromde Hawk. 'En het verzoek?'
  
  'Ik zou graag de volledige beschikking hebben over Hyman, de CIA-agent hier,' zei ik. 'Tevens zou ik graag de bevoegdheid hebben ook gebruik te maken van Gilchrist, alleen maar voor het geval dat.'
  
  'Groen voor Hyman,' zei Hawk. 'Daar heb ik al voor gezorgd. Gilchrist is een ouwe gek, maar als je denkt hem te kunnen gebruiken dan zal ik zien wat ik kan doen. Maar waarom hij? Ik kan je een keur geven van andere agenten in de buurt die tien jaar jonger zijn dan hij en twintig keer beter.'
  
  'Ik wil hem niet passeren,' zei ik. 'Hij is een elektronisch genie. Ik heb een paar dingen in mijn achterhoofd, chef, nog te diep om zelfs maar aan u voor te leggen, maar als ik alles in elkaar weet te passen, zou ik die Gilchrist wel eens heel snel nodig kunnen hebben.'
  
  'Als je zo zit te springen,' zei Hawk, 'maak ik hem voor je los. Tenzij je alleen maar op komt dragen met een Romeins virus dat Clem Anderson te pakken heeft gekregen.'
  
  'Als dat zo is,' zei ik, 'is Gilchrist voor mij misschien wel eens het tegengif om me niet zo te laten eindigen als Clem Anderson.' Hawk besloot met een smartelijke, maar instemmende grom. Hyman kwam overeind vanuit zijn uitgezakte houding. 'Dus ik ben jouw man,' zei hij met een grijns. 'Wat moet ik doen, baas?' 'God mag het weten als het zover is,' zei ik. 'Op dit moment slechts twee dingen.' Ik keek op mijn horloge en zag de wijzers precies acht uur aangeven. Ik werd pas om tien uur op het terrein van Lorenzo Conti verwacht. Met het Romeinse verkeer mocht je voor elke afspraak een half uur bijtrekken. 'Laten we eerst eens kijken wat ik tot nu toe weet en wat daar uit te halen valt. Ten tweede, breng me in contact met het meisje van Clem, Cora, binnen het uur. Misschien weet die geen reet, maar misschien weet ze wel iets zonder het belang ervan te begrijpen.'
  
  Hyman had de rode telefoon weer teruggeschopt in zijn hol in de oude sofa en was al bezig een nummer te draaien op de gewone telefoon die op een gammele tafel stond.
  
  'Cora?' zei hij na zo'n keer of twintig overgaan.
  
  'Zeker, ik weet het. Maar je bent wakker. Hé, ik ben over een half uurtje bij je met een vogel die je wil spreken. Een vriend van Clem van thuis... Amerika, waar anders vandaan, dommie... ? Ik weet het, maar hij wil met jou praten. Blijf dus stevig zitten waar je zit tot wij er zijn. Misschien koop ik wel een kop koffie voor je, met een cornetto. En als dat niet voldoende is... ' Hij liet zijn stem wat zakken '...denk er dan nog maar eens aan wie je heeft geholpen de moeilijkheden rond je tijdelijke verblijfsvergunning op te klaren. Ciao. '
  
  'Ze is er.' Hij draaide zich naar me om en ging zitten. 'Laat me nu weten wat ik moet weten.'
  
  Als agent geef ik er de voorkeur aan alleen te opereren, maar er zijn van die momenten waarop het goed is om iemand anders in je buurt te hebben waaraan je je theorieën kunt toetsen. Dit was één van die momenten en Hyman was een goede, harde en verstandige jongen voor het werk.
  
  'Dit hebben we...,' zei ik tegen hem. Ik zal niet de moeite nemen mijn samenvatting te herhalen, maar met Hyman in het spel en met Hawks goedkeuring hield ik niets achter, behalve misschien een paar details over Camilla's en Rosana's talenten.
  
  'Tot aan het moment dat ik te pakken werd genomen door Ruitjesjas en Pepé,' resumeerde ik, 'dacht ik dat Anderson maf was geworden en te veel bedreiging had gezien in een gewone filmzwendel. Die ontvoering en hun vragen deden me toen denken aan iets groters. Maar aan de andere kant lijkt me dat Renzo en consorten schoon zijn, want die zouden eerst hebben moeten wachten tot zij mijn cheque in hun bezit hadden alvorens me te kunnen laten vallen.'
  
  'Ik zie er weinig mogelijkheden in,' zei Hyman. 'Ook niet veel zinnigs.'
  
  'Nu komt het zinnige gedeelte,' zei ik. 'Ik begon mijn gedachten eens een andere richting op te sturen. Wat gebeurt er als die film Wereldeinde niets anders is dan een soort van front om zaken in het niets te laten verdwijnen? De gewone filmmensen zijn ook sukkels. Die denken hun investeerders eens goed op de hak te kunnen nemen. Maar al doende hebben zij voldoende gevaarlijk wapentuig verzameld om door een onbekend derde gezelschap het scenario van Wereldeinde in werkelijkheid te doen veranderen.'
  
  Hyman nam een paar minuten om het te overdenken. 'Vergezocht,' zei hij. 'Maar mogelijk.'
  
  'Dan heeft die blunder van Studs Mallory gisteravond de zaken weer eens omgedraaid,' zei ik. 'Als er een complot bestaat om rotzooi te schoppen in de wereld en hij van plan is een supertanker op te blazen, dan moet hij ermee te maken hebben. Dus misschien is een deel van het gezelschap van Wereldeinde erbij betrokken. Misschien bestaat het gezelschap voor een deel uit schurken en voor de rest uit stompzinnige idioten.'
  
  Hyman knikte.
  
  'Als het een ander stel mensen was,' legde ik uit, 'of een andere plaats met minder publiek en minder politie dan Rome, dan kon ik er gewoon eens op afstappen en wat hoofden tegen elkaar aan meppen. Net zo lang tot ik de waarheid hoorde.'
  
  'Maar als je nu een paar koppen tegen mekaar aan knalt en je krijgt Piero die wat vragen stelt in de Senaat, dan ontstaan er een heleboel vervelende situaties voor Zijne Excellentie, onze ambassadeur, en voor jezelf, voordat deze slemppartij voorbij is. Situaties waar de CIA en AXE je niet meer uit kunnen halen,' eindigde Hyman voor mij. 'Dus wat doe ik, buiten jou voorstellen aan Cora?' 'Zet je mensen aan elke naam op deze lijst,' zei ik terwijl ik hem de getypte lijst overhandigde met namen van mede-investeerders, die ik had gekregen tijdens de lunchvergadering. 'Speciale aandacht voor connecties van Mallory. Hij is een regisseur van naam, maar werkte zich op vanuit het land der onbekenden. Begon in de studio als dolly-duwer, klom op door zijn technische begaafdheid in film en had onderweg een paar twijfelachtige momenten. Dat houdt je voor vandaag wel bezig. Als er nog iets mocht gebeuren, klop ik wel bij je aan. Anders zie ik je morgenochtend zelfde tijd.' Hyman schoot uit zijn nachtgoed, hulde zich in een spijkerbroek en een verschoten koltrui, sandalen en een medaillon dat was gemaakt van een oud SS-kruis.
  
  'Excuseer die rotzooi,' zei hij onnodig. 'Maar dit is nu eenmaal mijn werkplunje.'
  
  Hij ging me voor naar de straat. We staken de weg over en bereikten een smal achterafstraatje bij de Plaza Santa Maria. Weer een oud gebouw en een etage op twee hoog.
  
  Cora deed de deur voor ons open. Een klein, donker meisje met een vaalbleke teint; een niet onknap, maar gemelijk gezicht boven een goed lichaam dat schuilging in een felgekleurde, hippe broek en een wijde, wollen trui. Over haar schouder heen wierp ik een blik op een rokerige kamer, met de geur van verschaalde wierook en hasj. Een ruimte die eens was opgezet als een gezellig en vrolijk oord met kleurige posters en verspreid liggende kussens, maar die de andere kant op was gesukkeld door het gebrek aan toewijding en geld en nu was veranderd in een klein muizenholletje. Een ander muisje, een ietwat plomp, zwart meisje, lag onaangedaan door de rommel op een kampeerbed te slapen, onder een Indiase sprei die haar half bedekte.
  
  'Krijg ik een kopje koffie van je?' vroeg Cora aan Hyman zonder mij een tweede blik waardig te keuren.
  
  'Zeker. Ga mee. Dit is Gerry Carr. Cora, Gerry.'
  
  'Hai,' zei ze zonder enthousiasme. We gingen de trap af naar beneden. Buiten liepen we naar een espressobar op de hoek en gingen aan een tafeltje zitten. Toen vroeg ze: 'Ben jij... was jij een vriend van Clem?'
  
  'In Cleveland.' Ik groef in mijn geheugen naar Clems biografie. 'We trokken samen op. Hij kon maar nooit beslissen of hij nu acteur zou worden of schrijver. Ik was in de gelegenheid om Rome aan te doen, dus ik dacht hem even op te zoeken. Maar toen hoorde ik... '
  
  'Kon hier ook niet beslissen,' zei Cora. De ober bracht haar een dampende, dubbele espresso en na een eerste slokje verscheen er weer een beetje leven in het fletse gezichtje. 'Arme Clem. Hij had wat werk met het inspreken van Engelse teksten en hij dacht dat hij misschien wel voor een Amerikaanse krant kon werken. Maar die baan was altijd morgen of volgende week. Hij woonde hier in de buurt en ik trok bij hem in. Twee maanden later... Bwam! Iemand steekt hem overhoop en flikkert hem in het water. Ik ben nou niet bepaald Truus Geluk. Verdorie!'
  
  'Christus,' zei ik. 'Clem scheen nooit...'
  
  'Wat ben jij, een soort van religieuze drol?' stoof ze op.
  
  Zonder een religieuze drol te zijn noch een overtuigd blasfemist, beet ik de tanden op elkaar en wachtte af. Het had me weinig kunnen schelen om Cora tegen me in te nemen, maar dan pas als ik wat informatie binnen had.
  
  'Sorry,' zei ik, 'maar ik bedoel, Clem was niet het soort jongen dat mesvechters tot vijanden maakt. Hij had eigenlijk helemaal geen vijanden.'
  
  'Dat was hij ook niet,' zei Cora gesust. Ze fronste haar voorhoofd in rimpels. 'Ik bedoel, hij was een soort van sloeber. Dat geef ik toe, maar hij was een aardige sloeber. We hadden het ook redelijk goed met elkaar en ik had geen enkele, zwaar jaloerse, Latijnse minnaar.'
  
  Haar pruilende, kinderlijke lippen werden samengeknepen in een geforceerde lijn van zelfbeheersing. 'We hielden van dezelfde dingen. En dan niet alleen maar van dat oppervlakkige. Clem zat diep in de mystiek en ik mag dat wel. Tarot, I Tsjing, transcendentale medititie. Jung.'
  
  Mijn oren spitsten zich. 'Wat zei je?'
  
  'Jung,' herhaalde ze. 'Voor Clem was Freud niets anders dan een oude Victoriaanse zenuwarts voor overspannen Weense tantes. Maar volgens hem zat Jung in de juiste richting met dat collectieve onderbewuste en zijn universele mythen, weet je wel.'
  
  'Dat wist ik niet,' zei ik. 'Moet ermee begonnen zijn na Cleveland.' 'Weet niet.' Cora was weer gemelijk geworden, maar ik bleef aandringen op wat misschien een echte aanwijzing was.
  
  'Herinner je je nog iets over wat hij van Jung zei?' vroeg ik. 'Alleen maar dat die psychiaters tegenwoordig niets van hem snapten,' zei ze. 'Van Jung, niet van Clem. Hij had ook een naam voor die lamlendige zielekijkers. Noemde ze Jungels.'
  
  'Wat bedoelde hij daarmee?' vroeg ik.
  
  'Nou, volgens hem deden de meeste lamzakken van psychiaters niet veel meer dan de mensen een alibi verschaffen, in plaats van nou eens precies na te gaan waarom ze zo wilden freaken,' zei ze. 'Dus de patiënten blijven gewoon doorgaan met dat freaken, alleen een beetje erger. Waar Jung zelf door al die rotzooi heen sneed en het liet zien, de weg voor de mensen om zichzelf te veranderen. Alleen is de echte Jung een moeilijke weg en doen de Jungels alsof ze veel gemakkelijker de kortste weg kunnen nemen. Maar wat, verdomme, heeft dat allemaal met jou te maken, vogel?'
  
  'Het gebeurt niet alle dagen dat een vriend van me wordt vermoord,' sprak ik plechtig. (Op sommige AXE-opdrachten komt dat om de andere dag voor, maar dat is wat anders.) 'Ik wilde zoveel mogelijk hierover weten.'
  
  'Dan ben je of een morbide gier, of een kleine detective,' zei ze, terwijl ze haar stoel wegschoof van het tafeltje. 'Ik heb het niet zo met gieren en van Clem heb ik al genoeg van dat kleuterspeurwerk gehad. Dus bedankt voor de koffie en Ciao.'
  
  Het was nu over half tien. Ik had het beste korreltje goud waar ik op had durven hopen, dus ik liet haar zonder commentaar vertrekken.
  
  Ik zei Hyman gedag en nam een taxi naar het hotel. In de lobby kreeg ik even dat vertrouwde, onbeschrijflijke gevoel in de gaten te worden gehouden. Maar dat kon ook komen door de wachtpost in de lift. Bovendien ging ik toch nergens anders heen dan naar mijn suite, dus ik liet het verder rusten.
  
  De suite was verlaten. Slechts een bericht dat in brede halen met lippenstift op de spiegel in de slaapkamer was geschreven om me aan Camilla te doen herinneren.
  
  'Je bent een bruut en een gemene woesteling,' had ze met grote blokletters geschreven. 'En ik hoop dat ik, zo vaak als maar mogelijk is, gewroken zal worden. Tot straks in de studio.' Geen handtekening. Wel een even groot geschreven PS. 'Jij hebt me een paar afschuwelijke, blauwe plekken bezorgd. Dat zal wel weer een mooie post worden op het budget van de make-up. Dag.'
  
  Ik schoor me, kleedde me snel om en trof een limousine die geduldig stond te wachten om me naar het middelpunt van Lorenzo Conti's rijk te brengen.
  
  Renzo en zijn directe ondergeschikten leidden ons langs maquettes van steden die voor Wereldeinde vernietigd zouden worden en reden ons naar een schoongemaakt stuk bouwterrein om te pronken met nog meer militaire uitrusting. Van Arabische tanks tot en met vlammenwerpers, plus nog een aantal dingen dat nog steeds op de verboden lijst stond. In twee helikopters staken we over naar Anzio, dat eruit zag alsof het in de stervensweeën lag van een laatste invasie, met geleende stukken van de Zesde Vloot en van andere NATO-zeemachten, plus een aantal vernuftig bewapende speedboats dat door de Israëlisch was geleverd.
  
  Het leek erop dat Renzo en Piero, met de hulp van Sir Hugh en Studs, de H-bom formule zonder de tussenkomst van de Rosenbergs en Fuchs uit Harry Truman los hadden kunnen peuteren. Aan het einde van het terrein stonden twee reusachtige pakhuizen, die we niet bezochten. Toen ik vroeg wat erin zat, zeiden ze me dat het de opslag was van rekwisieten uit vroegere films. 'Op een goede dag maak ik er een museum van,' zei Renzo.
  
  Dat kon waar zijn, maar ik dacht niet dat ik zou wachten tot ik in de gelegenheid was een kaartje te kopen. Die pakhuizen vroegen gewoon een eerder onderzoek.
  
  We gingen terug naar het administratiegebouw, waar Studs een kleine voorstelling gaf met zijn computer. Hij had een klein maquette dorp, waar tanks zich op concentreerden met artillerie in de heuvels er omheen. Verder nog een aantal kleine, bewegende soldaatjes op schaal.
  
  Studs zwaaide met zijn geponste kaart door de lucht, stak hem toen in de sleuf van de kleine computer en de hel brak los.
  
  Tanks en wapendragers bewogen zich naar voren; artillerie wierp brandbommen op het dorpsplein; vuur schoot op, de kleine figuurtjes bewogen en vielen neer. Het hele gebeuren nam drie minuten in beslag.
  
  'En nu krijgen we enig idee hoe het op het scherm eruit zal zien,' zei Studs met de trots van een klein kind. Hij had de hele scene op video opgenomen en na een schakelaar te hebben overgehaald die het hele vertrek in het donker zette, kregen we de actie zoals die er uiteindelijk uit zou zien, voorgeschoteld op het muurscherm. Het was ongelooflijk. Het was zeer echt. Zelfs de kleine soldaatjes bewogen, vochten, vielen en stierven realistisch op grote afstand. 'Natuurlijk zal dit afgewisseld worden met close shots die op de set worden opgenomen,' legde Studs uit. 'Maar, godallemachtig, het publiek krijgt een verrekte boel oorlog voor jullie geld.'
  
  Ik moest toegeven dat het allemaal erg indrukwekkend was, maar Studs' demonstratie van technisch kunnen deed niets om mijn verdenkingen te sussen.
  
  Renzo voorzag ons van een magnifieke lunch in de eetzaal van het studiopersoneel. Camilla scheen geen enkele grief te koesteren, behalve dan dat zij mij zo nu en dan zat te plagen. En Piero, deels geïnteresseerd door mijn vroege wandeling, was geheel en al grijns en sluwe blik.
  
  Middenin deze chaos werd ik aan de telefoon geroepen, of beter, in Renzo's weelde werd de telefoon naar mij toe gebracht. Wat het moeilijker maakte en des te verwarrender, daar de stem aan de andere kant van de lijn die van Rosana was en Camilla pal naast me zat.
  
  'Hallo, Gerry,' zei ze met haar hese, honingzoete stem. 'Je spreekt met Rosana.'
  
  'Oh, hallo,' zei ik op mijn hoede.
  
  'Dat klinkt niet erg hartelijk,' zei ze. 'Je klinkt... alsof je tegen een man praat, Gerry.'
  
  'Dat hoop ik dan ook met heel mijn hart,' zei ik.
  
  'Oh, oh,' giechelde ze. 'Jij zit midden tussen allerlei mensen. Mensen als signorina Cavour misschien?'
  
  'Nou, zoiets,' gaf ik toe.
  
  'In dat geval krijg je, als ik je weerzie, een kus op je neus, je oren, je kin... ' Rosana ging over tot een nauwkeurige en ondeugende beschrijving van waar ze allemaal die kussen zou geven, duidelijk plezier halend uit mijn hulpeloze vernedering alsof ze er in eigen persoon bij aanwezig was.
  
  'Ja, signorina Marti... Nee... Ik begrijp het..
  
  Ik babbelde aan mijn uiteinde van de lijn alsof het om een zakelijke conversatie ging.
  
  Na mijn ongelukkige situatie ten volle uitgebuit te hebben, werd Rosana ernstig.
  
  'Weet je nog dat ik, toen we elkaar de laatste keer zagen, het had over nadenken?' vroeg ze met nadruk. 'Ik heb nagedacht,' zei ze. 'Heel lang en heel verstandig. Veel verstandiger dan mogelijk was toen we met elkaar in bed lagen. Ik denk... ik heb nagedacht, Gerry, en ik ben een dwaas geweest. Ik heb je een heleboel belangrijke dingen te vertellen.'
  
  'Geweldig,' zei ik, mijn opwinding verbergend. 'Waar bent u nu, signorina Marti?'
  
  'In mijn flat,' zei ze. 'Kunnen we elkaar vanmiddag spreken? Ik hoop zo snel mogelijk.'
  
  'Ik heb voor na de lunch een afspraak met een paar filmmensen,' zei ik. Op geen enkele manier kon ik dat laten schieten zonder mijn dekmantel op te blazen. 'Maar misschien zo rond half zes?' 'Goed,' zei ze.
  
  Mijn hoofd tolde om. Misschien was Rosana wel de enige persoon die de verwarde kluwen garen die mijn opdracht was geworden, kon ontwarren. Als dat zo was, dan vormde zij een gevaar voor dezelfde mensen die die nacht een poging hadden gedaan mij buiten Rome te roosteren. Ze mocht dan een geweldig meisje zijn, ze had geen gasbom. Er stond me maar één ding te doen. Ik kon Hyman niet weghalen uit zijn mogelijke dievennest. Evenmin kon ik haar via de telefoon één van de twee contactadressen noemen. Maar nog steeds hadden we die twee formidabele wachtposten in Le Superbe.
  
  'Als u direct naar mijn hotel kunt komen, signorina,' zei ik, terwijl ik mijn stem zo zacht liet klinken dat ik nog net verstaanbaar was. 'Binnen één uur. Wacht daar op mij in mijn kamer. Ik zal opdracht geven u toe te laten en dan zullen we, daar ben ik zeker van, de zaak tot wederzijdse tevredenheid regelen.'
  
  Ik hing op. 'Oliegekken,' zei ik. Camilla en Renzo keken me even aan. 'Wilden me niet met rust laten.' Geen van beiden scheen iets te willen vragen of zich erom te bekommeren.
  
  Vijftien minuten later, na me verontschuldigd te hebben voor een bezoekje aan het toilet, liet ik een gettone in de publieke telefoon glijden. Ik belde Le Superbe en gaf de balie opdracht de wachtposten te instrueren miss Morandi toe te laten in mijn suite en ervoor te zorgen dat zij niet gestoord werd.
  
  Ik voegde me weer bij Piero, Renzo, Camilla en de anderen met een gevoel van opluchting.
  
  Het feestje viel toen al uit elkaar. Ik moest snel weg met Renzo voor een aantal documenten en voor het tekenen van de cheque op het kantoor van de advokaten. Piero had een paar zaken te regelen. Camille zei dat ze om vier uur een afspraak had met haar spraakleraar, maar dat we misschien erna samen konden dineren. Ik zei dat ik het enorm zou vinden en dat wij, als het misschien misliep, elkaar dan later konden treffen. Ik had naar alle kanten speling nodig omdat ik niet wist wat Rosana me te vertellen had.
  
  Ik probeerde niet openlijk ongeduldig te lijken gedurende onze rit terug naar de stad en tijdens dat eindeloze gezeur van de legale procedure. Hawk had erop gestaan dat ik voorzien zou zijn van een Italiaans-Amerikaanse advocaat om alles er heel echt uit te doen zien. En de advocaat stond erop alle kleine clausules twee maal te lezen, eenmaal in het Italiaans en eenmaal in het Engels. Toen waren er nog wat problemen met de verificatie van de handtekening bij de bank en tegen de tijd dat alles geregeld en verzegeld was, was het inmiddels al vijf uur geworden. Le Superbe lag slechts op een paar blokken verwijderd. Beleefd maar dringend weerde ik Renzo's verzoek af om naar de club te gaan en daar iets te drinken om het gebeuren te vieren.
  
  'Nu ben je helemaal één van ons, Gerry,' zei hij.
  
  Ik zei hem, dat we er beter aan deden het met ons allen te vieren, later die avond, en dat het unfair zou zijn om samen een toost naar binnen te slaan zonder dat Piero, Studs, Sir Hugh en Camilla en zelfs Michael Sports aanwezig waren.
  
  'Je hebt gelijk, Gerry. Maar vanavond zullen we er een enorm feest van maken. In de Monza-kamer, of ergens in een discotheek. Ik regel alles.'
  
  'Goed.' Ik schudde hem de hand en vertrok in een hondendraf over het drukke plaveisel.
  
  De wachtpost in de lobby knikte goedkeurend toen ik terugkeerde en zei me dat er inderdaad een jonge dame in mijn suite was toegelaten. De tweede wachtpost op mijn verdieping bevestigde dat.
  
  Ik gooide de deur open en riep: 'Rosana' en vond haar weelderige, prachtige lichaam languit op mijn bed, haar hals van oor tot oor opengesneden.
  
  Met het overvloedige bloed had iemand iets in het Italiaans op de spiegel geschreven, dezelfde spiegel die nog maar zo kort geleden beschreven was met de lippenstift van Camilla.
  
  'Dood aan de verraders.'
  
  Haar lichaam was nog warm.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 6
  
  
  -
  
  Ik had Rosana haar dood ingestuurd. Door mijn hanige vertrouwen in de veiligheidsmaatregelen van Le Superbe, had ik net zo'n gevoel alsof het mijn hand was geweest die het vlijmscherpe mes had gehanteerd om haar mooie hals af te snijden.
  
  Ik dacht erover na, maar verviel niet in besluiteloosheid door wanhoop of gevoel van schuld. Een AXE-man is menselijk, maar hij kan het zich niet permitteren de uiterlijke nasleep van de emoties over zich heen te laten komen hoe diep die ook worden gevoeld. Hoewel ik me inwendig zat te vervloeken over mijn stompzinnigheid, was ik al bezig met het pakken van die minimum hoeveelheid bagage die ik nodig had voor een veilige aftocht. Eén ding was duidelijk: de jolige, seksbeluste Gerry Carr, olieplayboy uit Texas, had opgehouden te bestaan en was even dood voor mijn missie als arme Rosana.
  
  Renzo en Piero waren in staat geweest me te rechtvaardigen voor het doden van de twee bandieten. En Piero bezat voldoende politieke macht om me buiten een aanklacht wegens moord op Rosana te houden als ik nu de gang op stormde en alarm sloeg. Maar zelfs Piero's beste pogingen zouden niet in staat zijn het lange, slepende proces van de Italiaanse rechtspraak tegen te houden waar ik mee te maken zou krijgen. De dagen van ondervragingen, misschien van afzondering als kroongetuige. En zonder twijfel zou ik weer worden gefêteerd met een bewaking van vierentwintig uur per dag. Allemaal op een moment dat ik zo veel mogelijk bewegingsvrijheid nodig had.
  
  Ik kon alles achterlaten, behalve wat ik aanhad en het gemakkelijk mee te nemen diplomatenkoffertje met de reserve gasbommen, munitie voor de Luger, een geluiddemper en nog een paar onschuldige uitrustingstukken. Ik trok andere kleren aan. Ik verwisselde de zwarte lakschoenen voor een paar grove stappers die ik voor geen
  
  enkele speurneus achter wilde laten. Ook zouden die me later misschien van pas komen. De beide vierkante hakken waren bergplaatsen. De linker voor een zware boksbeugel, de rechter voor een ingebouwde, radioactieve spoorterugvolger.
  
  Even bleef ik aan het voeteneinde van het met bloed besmeurde bed staan en maakte een stille belofte aan Rosana dat ik, ergens onderweg als onderdeel van mijn missie als dat mogelijk was, of anders als een persoonlijk project, haar zou wreken.
  
  De wachtpost aan het einde van de gang knipperde met zijn ogen toen ik weer zo snel op de gang stond. Hij had Rosana dan ook in al haar levende pracht mogen aanschouwen en begreep niet dat een man niet wat langer bleef hangen. Maar met Amerikanen, zo scheen zijn uitdrukking te willen zeggen, wist je het eigenlijk nooit. Ik gaf het oorteken aan de wachtpost in de lobby en kreeg van hem dezelfde, ongelovige blik. Maar ze zouden nog verbaasder zijn als het lichaam van Rosana eenmaal werd gevonden. Als mijn persoonlijke radar goed werkte, zou degene die Rosana te pakken had genomen binnen een paar minuten de volgende fase van de val voor mij in werking stellen.
  
  Ik nam de eerste taxi die ik kon krijgen, stapte uit in een drukke wijk in de buurt van het Vaticaan en dook in de plee van een koffiebar.
  
  Mijn duur uitziende, lichte, keper jas zag er niet uit alsof hij omkeerbaar was, maar zodra ik de gewatteerde voering had los geritst werd het een slonzige afgedragen regenjas die misschien eens betere tijden had gekend, maar dan in een ver en grijs verleden. Een kleine spuitbus deed alle plooien in mijn schitterende broek te niet en deed hem er, onder de rand van mijn overjas, smoezelig en slonzig uitzien. Een klein stukje schuurpapier was voldoende om de glanzend gepoetste schoenen er kaal en afgetrapt uit te doen zien. Met een haal van mijn zakmes op de hoek van het diplomatenkoffertje was ik in staat het kalfsleer eraf te scheuren, waarna ik een ernstig beschadigde brieventas overhield.
  
  Gerry Carr was de kleine koffiebar binnen gegaan en ik liet hem daar achter, samen met de voering van de jas, mijn donkergrijze hoed en de resten kalfsleer.
  
  Ben Carpenter kwam naar buiten; een oudere, in waarde gekelderde, ontmoedigde burger uit dezelfde randwereld van pensions en het schrijven van teksten voor figuranten, die ook het grondgebied was geweest van Clem Anderson zaliger. De finishing touch kon nog wel even wachten.
  
  Het huis in Trastevere lag binnen loopafstand en Ben Carpenter was niet het type om zijn lires te verspillen aan taxi's, behalve als hij te dronken was om zich ergens druk over te maken. Ik liep de drie kilometer, voornamelijk langs de Tiber, en hield een oogje open voor mogelijke achtervolgers. Bij Ponte Garibaldi, de grote brug, voerde ik mijn gebruikelijke afschudtactiek uit in achterafstraatjes. Tegenover ons contacthuis was een koffiebar en daar nam ik even de tijd voor een kopje bittere espresso, terwijl ik door het kralengordijn heen de straat en de trottoirs in de gaten hield voor ik de straat overstak en aanklopte.
  
  Hyman deed open, met een blik van verrassing in zijn ogen. 'Is het nu al morgenochtend?' vroeg hij. Maar hij liet me snel naar binnen en zwaaide de deur achter me dicht. 'Je ziet eruit als een schooier.' Ik schudde mijn overjas af en hij liet een zacht gefluit horen door het kontrast van mijn maatkostuum dat zo halverwege mijn dijen begon en tot aan mijn hals doorliep.
  
  'Ik heb een pak nodig,' zei ik terwijl ik mijn colbertje uittrok. 'En een aantal hemden. Oude. Dat is alles.'
  
  'Nogal een grote maat,' mompelde hij. 'Maar misschien heb ik wel wat.'
  
  Hij rommelde wat achterin een klerenkast, terwijl ik hem vanuit de badkamer, waar ik wat grijs in mijn haar borstelde, mijn relaas liet horen.
  
  'Leuke mensen speel jij mee,' zei hij toen ik klaar was.
  
  Hij vond een pak dat wel ergens naar leek. Het was gekreukt en het paste me net op voldoende punten om de indruk te wekken dat het al sinds lange tijd aan Ben Carpenter toebehoorde. Hij had slechts één overhemd dat mij paste, maar hij dacht er nog wel een paar te kunnen krijgen op één van die straatmarkten. Voorlopig was het prima.
  
  Ik bracht de inhoud van mijn zakken over naar mijn nieuwe kostuum, gorde de schouderholster om voor ik het colbertje aantrok en voelde me tamelijk tevreden met die puinhoop die me aanstaarde vanuit de spiegel. Hyman nam me kritisch op.
  
  'Je hebt nog één ding nodig,' zei hij.
  
  Ik heb zo mijn trots en om van deze veel jongere, van de CIA geleende boodschappenjongen te moeten horen dat er nog iets ontbrak, deed zeer. Maar ik mocht Hyman en tot dusver was hij zeer bruikbaar geweest. Dus ik was geduldig.
  
  'Een valse baard?' vroeg ik.
  
  'Een dranklucht,' zei hij. 'Iedereen die er zo uitziet als jij en niet naar goedkope grappa stinkt, is verdacht.'
  
  Ik gaf toe dat hij gelijk had. Die jongen had toekomst als hij lang genoeg leefde. Samenwerken met mij deed zijn overlevingskansen niet toenemen. Maar ik maakte de mentale aantekening dat ik hem, als wij het allebei zouden overleven, onder Hawks aandacht zou brengen. Hawk heeft het voortdurend over nieuw bloed dat AXE nodig heeft, maar het enige verse bloed dat we ooit schijnen te krijgen is dat wat vergoten wordt door oude profs zoals ik.
  
  'Ik heb nog wat gedistilleerd van Tarquinia, waar een straatslijper zijn neus nog voor optrekt,' zei hij. 'Laten we in de grote salon gaan zitten en een borrel voor je inschenken. Als jij er niet in blijft, neem ik er zelf ook één.'
  
  We liepen terug naar de voorkamer en gingen aan een tafel met wiebelige poten zitten, terwijl Hyman de kurk uit een anonieme fles met een bleke, tarwekleurige vloeistof trok. Hij schonk me twee vingers in in een breed, niet al te schoon waterglas, geheel in overeenstemming met de vervallen sfeer van zijn woning. Nog voor ik het glas omhoog bracht, was de overrijpe lucht al overal om me heen. Het kan nauwelijks erger zijn dan vitriool, dacht ik en ik nam een ferme slok. Maar het was erger. Ik klokte het naar binnen en onderdrukte mijn kotsneigingen. Weer bracht ik het glas omhoog en dronk het toen leeg.
  
  'Hmm,' zei Hyman. Hij schonk voor zichzelf een kleine, minimale hoeveelheid in.
  
  Hij sloeg het achterover en snoof. Water verscheen in zijn ogen. Hij drukte zijn handen in zijn middel en snoof weer.
  
  'De volgende keer probeer ik het bij iemand die even groot is als ik,' kreunde hij.
  
  'Ik heb wat inlichtingen voor je,' zei hij toen hij weer enigszins op adem was gekomen. 'Gilchrist heeft het met een boodschapper meegegeven. Het klopt met wat jij vanmorgen zei. Maar nog steeds zie ik geen aanknopingspunten.'
  
  Hij gaf me een paar getypte velletjes papier.
  
  'Ik stond net op het punt ze te verkleinen,' zei hij. 'Ik heb mijn donkere kamer achter die klerenkast daar, maar zo is het eenvoudiger. Rol het op als je ermee klaar bent. Die oude kruik is een papiervernietiger.' Hij trok een grote chiantifles naar mijn stoel en ik begon te lezen.
  
  De bank in Lugano bleek een twijfelachtige onderneming te zijn, zelfs naar Zwitserse maatstaven, en voor meer dan 80 procent in handen van Piero Simca. Als Hawk het gevoel had dat het nodig was, kon hij voldoende mannetjes in actie brengen op een heleboel verschillende punten. En op de Zwitserse bank had hij er waarschijnlijk meer zitten dan een van de aandeelhouders, behalve misschien Piero.
  
  Het was begonnen als een grenswisselkantoor voor Italianen die hun lires de grens overbrachten en daar inruilden voor de veel veiligere Zwitserse franken. Het had zich uitgebreid in de richting van onroerend goed en trustbeheersing. De laatste jaren, volgens Hawks graafwerk, was het buitengewoon actief geworden in het opkopen van baar goud. Er lag zo ongeveer voor 40.000.000 dollar opgeslagen in de super beveiligde kelders. Nu met de geldcrisis was goudspeculatie populair geworden, maar dit ging toch wel alle normale proporties te boven.
  
  Hyman had het materiaal al gelezen en als ik met een velletje klaar was, rolde ik het op en stak ik het in die ingenieuze fles-papiervernietiger.
  
  De verzekeringsmaatschappij scheen een dood spoor te zijn. Het was een van de oudste, rijkste en meest respectabele maatschappijen van Europa en was gelieerd met respectabele deelgenoten, zowel daar als in de VS.
  
  Het rustoord in Sussex was alarmerender. Geen melding van Piero bij naam. Maar een paar ex-werknemers die in ijltempo waren opgespoord in Londen en Tunbridge Wells, herinnerden zich dat er een geheimzinnige gast had bestaan die zich ophield in de afgesloten kamer in dezelfde tijd dat Renzo en Studs daar als patiënten hadden gezeten. Niemand had hem gezien, maar de psychiater van het huis was - mijn onverwachte winst - de prominente Jungiaan, Herr Doktor Untenweiser! Eén van de informanten bezwoer bij hoog en bij laag dat de gast een kind was geweest, of een kind bij zich had gehad. Piero's lengte zou hem er bij elke snelle blik uit doen zien als een kind van zeven jaar.
  
  Alsof één jackpot al niet voldoende was, had het graafwerk in Engeland ook nog opgeleverd dat Easeful Acres deel uitmaakte van een lange, winstgevende keten van privé-klinieken, eigendom van een city-combine in Londen. En de voorzitter van de Raad van Bestuur was niemand minder dan onze vriend Sir Hugh Marsland. Er kwam nog bij dat alle anderen in de Raad zwijgende jaknikkers waren, tevreden met de jaarlijkse uitkeringen, waardoor Sir Hugh het volledige beheer voor zich alleen had.
  
  Onze vier sleutelfiguren hadden op hetzelfde moment op dezelfde plaats gezeten. Weliswaar al weer enige jaren terug, maar het had een paar jaar van voorbereidingen gekost om Wereldeinde rond te krijgen.
  
  'Tot zover het onderzoek,' was de laatste opmerking, maar die werd gevolgd door vijf asteriskjes, *****, wat inhield dat het bulletin tevens het allerlaatste nieuws bevatte.
  
  'Trans-Ins Mutualité,' spelde het bericht de naam van de verzekeringsmaatschappij die boven alle verdenkingen verheven stond, 'schijnt voor een deel te zijn overgenomen door een Zwitserse bank. Nog steeds een erg geheime overeenkomst, maar het heeft voornamelijk betrekking op een paar corporatieve verzekeringsafdelingen. Zodra mogelijk, meer gedetailleerde feiten onderweg.' De naam van die Zwitserse bank hoefden ze voor mij niet meer te spellen. Het moest Piero's kleine onderneminkje in Lugano zijn en de afdeling zou die sektie behelzen die de filmverzekeringen afsloot.
  
  Dus Piero en de drie anderen waren in een positie om geld van de ene zak in de andere te laten vloeien. Allemaal heel legaal en zonder dat er een luchtje aan hun boeken kleefde om de investeerders te alarmeren. De investeerders hoefden ook niet te weten dat hun geld niet werd gebruikt in winstgevende investeringen, maar in die groeiende hoeveelheid goudharen in de kelder.
  
  'Het past allemaal in elkaar,' wilde ik zeggen, maar Hyman legde me het zwijgen op.
  
  Terwijl ik de rapporten doorlas, had hij zijn radio op tafel gezet en opgeblazen Italiaanse popmuziek vermengde zich met de grappa-geuren. Nu werd de muziek onderbroken voor een nieuwsbulletin.
  
  '... werd een uur geleden het lichaam gevonden van Rosana Morandi, een eenentwintigjarige werkneemster van Alitalia, met afgesneden keel. De politie is op zoek naar Roger "Gerry" Carr, een welgestelde Amerikaan, die in deze suite logeerde en daar snel vertrok op het tijdstip dat, volgens de doktoren, Miss Morandi werd vermoord. Een agent die op wacht stond sinds het vorige incident waar Carr bij betrokken was, verklaarde met zekerheid dat niemand anders de suite was binnengegaan sinds het moment dat hij juffrouw Morandi had toegelaten, overeenkomstig de telefonische instructies van meneer Carr.' Er volgde wat redactioneel commentaar over seksbeluste, rijke Amerikanen die een bedreiging vormden voor de traditionele kuisheid van de Italiaanse vrouw, gevolgd door een vleiende beschrijving van de gezochte.
  
  'Gerry Carr is een lange, knappe verschijning met een aristocratisch optreden,' vertelde de omroeper. 'Hij gaat stijlvol gekleed en droeg de laatste keer dat hij werd gezien een donkergrijze vilthoed van het type Homburg, een lichtgrijze overjas van Engelse snit en een grijs, flanellen kostuum. Hij wordt geschat op een leeftijd tussen achtenentwintig en vijfendertig jaar en spreekt een beetje Italiaans.'
  
  Hyman keek me aan en zag een grijze, verkreukelde man, stinkend naar grappa. Hij grinnikte. 'Ze zullen er een behoorlijke slimme jongen voor nodig hebben om jou aan die beschrijving vast te naaien,' zei hij.
  
  'Maar die erg slimme jongens zijn wel op zoek,' zei ik somber. 'Het soort schema dat we zojuist hebben gelezen is nou niet bepaald opgesteld door zwak begaafden.'
  
  'Maar zie je wat ik bedoelde toen ik zei dat er geen aanknopingspunten waren?' zei Hyman.
  
  'Maar al te waar, makker,' zei ik. 'Wij weten het nu zeker en Hawk zo langzamerhand ook dat Clem Anderson iets heel groots op het spoor was. We weten dat Renzo, Studs, Piero en Sir Hugh Marsland elkaar voor het eerst tegenkwamen op Easefil Acres in Sussex, geleid door iemand die Clem Anderson een Jungel zou noemen. Die L in Clems aantekeningen kan staan voor Piero of voor die bank in Lugano van hem, maar dat maakt weinig uit. We weten dat Wereldeinde voldoende militaire uitrusting heeft verzameld om een kleine oorlog te beginnen en mogelijk een grote te activeren. Maar tot we kunnen bewijzen dat de wapens meer zijn dan alleen maar rekwisieten, hebben we geen poot om op te staan, maat.' 'Dat is maar al te waar,' zei Hyman. 'Waar brengt dat ons, Carter?'
  
  Ben Carpenter werd verondersteld een aantal jaren in Australië te hebben doorgebracht en ik begon zijn karakter over te nemen.
  
  'Ben Carpenter,' corrigeerde ik hem. Ik gaf hem een beknopte samenvatting van mijn identiteit. 'Carpenter. Evenals Carr heeft het de eerste lettergreep van mijn eigen naam. Als ik voldoende tijd heb om een nieuwe identiteit aan te nemen, kan het me niet schelen om mezelf te veranderen in José Gonzales of in Helmud Schmidt. Maar als er een snelle omschakeling nodig is, zoals we door schade en schande hebben geleerd, is het handiger om iets van de oorspronkelijke naam te handhaven. Dus als iemand me probeert vast te nagelen op het feit dat ik reageer op zijn "hallo, Carter", dan is dat precies hetzelfde als wanneer ik met "De naam is Carr of Carpenter." ' reageer.
  
  Hij knikte.
  
  'Terug naar de werkelijke feiten,' zei ik. 'Het beste dat we nu misschien kunnen bewijzen is, dat er een nagenoeg legale zwendel aan de gang is. Ik moet die afgesloten gebouwen op het terrein van Conti in. En snel.'
  
  Hyman keek op zijn horloge; ik had mijn Rolex achtergelaten op het toilet van de koffiebar. Hoezeer ik er ook aan gehecht was, het was te onwaarschijnlijk duur voor Ben Carpenter.
  
  'Je kunt beter wachten tot het donker is,' zei hij. 'Ik heb die plek in mijn eentje onderzocht. Om te beginnen hebben ze bewakers en waakhonden. Op het moment dat je daar voorbij bent, krijg je misschien te maken met een nog moeilijker binnenste verdedigings-ring. We hebben niet met kleine jongens te maken. Maar AXE moet dat hebben geweten, want anders zouden ze Nick Carter niet hebben gestuurd.'
  
  'Ben Carpenter, maat,' corrigeerde ik hem. 'Waar we ook zitten. Je kunt op dit moment maar vast beginnen met oefenen.'
  
  'Oké, Ben,' zei hij. 'Wat heb je om "Contiland" te kraken?'
  
  Ik trok mijn jasje open om hem de holster te tonen die hij al had gezien. 'En een mes,' zei ik. Pierre noemde ik niet. Je moet een paar dingen in reserve houden tegenover een niet-AXE hulp. Ik toonde hem de hak die was geladen met het radioactieve middel dat een spoor uitzet. Ik moest hem dat wel laten zien, want ik wilde dat hij de spoorzoeker kende die was ondergebracht in dezelfde transistorradio die de afluisterapparatuur lokaliseerde.
  
  'Je drukt op deze knop,' legde ik uit. 'En de golfband vormt een indicator voor lengte en breedte met een accuratesse van vijf procent op de kilometer. Dan druk je op de knop beneden en je krijgt een piep die in de sterkte toeneemt, naarmate je het op te sporen element nadert. Gebruik het nooit eerder dan wanneer ik meer dan een uur te laat ben voor een afspraak of een melding.'
  
  Hij deed de handelingen correct na en liet het apparaatje toen in de zak van zijn spijkerbroek glijden.
  
  'Allemaal heel vernuftig.' zei hij. 'Maar hoe kom je voorbij de honden en de wachtposten?'
  
  'Wat die honden betreft,' zei ik, 'haal je voor mij een goedkope hamburger. Die veredel ik met een extract van valeriaan. Hij zal onweerstaanbaar worden voor zelfs de allerbeste hond en dan voeg ik er nog een kalmeringsmiddel aan toe dat ogenblikkelijk werkt. Ik blijf aan de ene kant, terwijl jij aan de andere kant, op een paar honderd meter afstand, de aandacht van de menselijke waakhonden afleidt.'
  
  'Patent,' zei Hyman. 'Maar hoe?'
  
  'Dat bedenken we wel als we eenmaal die kant op gaan. Eerst moeten we een plek voor mij zien te vinden. Ik kan dit huis niet in gevaar brengen door er nog langer te blijven rondhangen.' 'Paspoort?' vroeg hij.
  
  Ik gooide hem het document van Ben Carpenter toe. Het was helemaal in orde, met een vals visum van slechts zes weken oud zodat er geen ruzie kon komen over een of andere verblijfsvergunning. Het afgeleefde gezicht op de foto klopte. Dat moest ook wel. Ikzelf had er model voor gestaan, evenals voor zo'n stuk of twintig andere foto's in mijn lange loopbaan.
  
  'In deze wijk zijn geen echte pensions,' dacht Hyman hardop. 'En ik zou je graag in de buurt willen hebben, hoewel niet te dichtbij. Dat oude mens achter de boulevard neemt betalende klanten. Ze is bijziend en bovendien niet al te kieskeurig.'
  
  'Bedankt,' zei ik.
  
  'Laat me eerst even bellen.' Hij raadpleegde een zakagenda, draaide een nummer en sprak in verminkt Italiaans tegen iemand aan de andere kant van de lijn. Hij verhief zijn stem geloofwaardig en pingelde over de prijs.
  
  'Je hebt je huis,' zei hij toen hij de hoorn had neergelegd. 'Kost dertig duizend lire per maand, vooruit te betalen. Je mag mensen meenemen. Meisjes bedoel ik. Dat oude mens weet dat ze je slingert. Ze zal even je paspoort willen zien, maar dat is alles. Ze houdt er geen registratie op na voor de smerissen, want het zijn zwarte inkomsten. Laten we gaan.'
  
  De Italiaanse kranten werken snel en op het moment dat wij de straat bereikten, staarde mijn oude gezicht, dat van de keurige Gerry Carr, uitvergroot van een foto van onze lunch-bijeenkomst, ons aan van alle kranten.
  
  'UCCIDO! RAPIMENTO! VIOLENZA! MISTERO!'
  
  'Moord! Verkrachting! Geweld! Mysterie!'
  
  Ik gaf ze een zeven plus voor juistheid en vroeg me af wanneer ik er ook weer zo schoon, koel en keurig uit had gezien.
  
  Ik had een haveloze koffer van Hyman geleend voor de extra kleren die hij uit zijn kast had weten op te diepen. We stopten bij een marktkraam en ik deed er twee gebruikte overhemden bij, evenals een gebleekte spijkerbroek, een extra paar schoenen en een gehavende badjas met het opschrift US Navy Hospital, Alcoholical Rehabilitation Unit, Naples.
  
  'Jezus, Ben,' zei Hyman. 'Met die outfit word je nog eens de lievelingshuurder van Moma Pinelli.'
  
  Een volgende straat, een hoek, en hij ging me voor de twee trappen op en stelde me voor aan Moma Pinelli, een corpulente dame van vijftig of zestig, gekleed in een vlekkerige, zwarte rouwtent, een herinnering aan het feit dat Papa Pinelli vele jaren geleden in Ethiopië Gods genade over zich heen had laten komen. Haar haar was wit en op een moedervlek op haar kin groeiden een paar zwarte plukjes haar. Ze was goed gehumeurd en begroette mij en mijn 30.000 lire enthousiast. Mijn paspoort schonk ze slechts een vluchtige blik.
  
  'De kamer achter, signore Ieman,' zei ze tegen Hyman. 'Als u hem wilt laten zien. Ik ben te oud om nog heen en weer te rennen. Wenst uw vriend Amerikaanse sigaretten? Ik heb ze voor slechts 300 lire per pakje.'
  
  'Later, Moma. U overleeft ons nog eens allemaal.' Hyman kuste haar op beide wangen en bracht mij naar de achterkamer.
  
  'Als hij meisjes mee naar boven wil nemen, zeg hem dan dat het geen krijsers of spuiters mogen zijn,' gilde zij ons achterna. 'Ik heb een naam op te houden in deze buurt. Als hij hasjiesj wil, kan ik daar ook voor zorgen. En erg goedkoop.'
  
  Het was ver verwijderd van de suite van Le Superbe, en in meer dan alleen maar geografisch opzicht. In de kamer stond een bed met twee smerige dekens, een grof laken van neteldoek en één hard
  
  kussen. Verder zag ik een grote, houten stoel en een klein tafeltje met een la. Er was een wastafel met een ovalen spiegel erboven en het onvermijdelijke bidet eronder. Eén raam met een prachtig uitzicht op een blinde muur twee meter erachter. Hyman speelde met de verroeste kranen en water kwam schoksgewijs naar buiten. 'Werkt ook nog,' zei hij met enige verbazing. 'Je hebt het helemaal voor mekaar, Ben. Verderop in de gang is een plee met een douche. Pleur die elegante rotzooi van je in een hoek, dan kunnen we naar buiten om wat te gaan eten en je voor te stellen als nieuw lid van de scene van Trastevere. Het heeft geen enkele zin om naar het terrein van Conti te gaan vóór tien uur.'
  
  Hij gidste me door een aantal straatjes naar een trattoria die uit één ruimte bestond en zich tot buiten uitstrekte met een stuk of vier tafeltjes op het trottoir.
  
  'De beste pasta van de stad,' zei Hyman. 'Er is hier trouwens sinds de Westgothen geen toerist meer geweest. Marco!'
  
  Een jongen van een jaar of zeventien met een vettig, wit voorschoot om, verscheen uit de keuken achterin. 'Marco, dit is mijn oude vriend Ben,' introduceerde Hyman mij in het Italiaans. En ik stamelde die paar woorden die Carpenter geleerd kon hebben. 'Blij een vriend van signore Hyman te ontmoeten,' zei Marco.
  
  'Je gaat achteruit, Marco,' zei Hyman. 'De laatste keer was het Dottore Hyman. Ben hier komt zich voor enige tijd bij ons installeren. Breng ons, als echte Romeinen, dus wat rode wijn tot we besloten hebben wat we gaan eten.'
  
  'Si dottore, professore,' zei Marco. In een oogwenk was hij terug met twee flessen rode wijn, zoiets als chianti, maar sterker en helderder van kleur. 'En een paar servetten, in hemelsnaam,' klaagde Hyman. 'Deze tent verliest zijn stijl.' Marco keerde terug met een stapeltje papieren servetten en Hyman en ik pakten onze pennen om schetsen te vergelijken van plattegronden van de Conti studio's en aangrenzende terreinen.
  
  Direct na onze eerste drankjes bestelden we spaghetti met mosselen, geroosterd lamsvlees en artisjokken. En toen we aan onze koffie met grappa zaten, waren we nog steeds bezig onze schetsen met elkaar te vergelijken.'
  
  'Goed,' zei ik boven onze laatste versie. 'Volgens mij staan de pakhuizen te dicht bij elkaar, maar de rest lijkt me wel op schaal.' 'Ze bewaken het als een militaire basis,' zei Hyman. 'Maar ze centreren hun aandacht op de voorkant hier.'
  
  Zijn pen tikte op de poort van de ingang waar Gerry Carr die ochtend nog in een luxe wagen als een welkome gast was binnengereden.
  
  'Erachter zijn geen echte wegen,' zei hij. 'Ze hebben een hek met prikkeldraad, de honden en om de zoveel tijd patrouilles langs de hele achterkant. Hier...' Zijn pen trok een bevende lijn. 'Probleem,' zei ik. 'Hoe komen we bij die achterkant zonder eerst langs de voorkant te zijn gegaan?'
  
  'Jij bent de expert,' zei hij.
  
  Ik staarde weer op de kaart.
  
  'Geen wegen,' zei ik. 'Maar ik ben er verdomde zeker van dat ik hier een soort van pad heb opgemerkt.'
  
  Ik zette een kruisje.
  
  'Oud jachtspoor. Misschien een ruiterpad,' zei Hyman. 'Als het die richting uit loopt, gaat het misschien naar Centocelli. En daar kunnen we heen rijden zonder in de buurt van de poort te hoeven komen.
  
  'Binnen loopafstand?' vroeg ik.
  
  'Dat is niet nodig,' zei hij. 'Ik heb twee vouwfietsen in mijn autokoffer. En nu de plek waar ik die afleiding moet doen.'
  
  'Ik heb een startpistool gezien in je huis,' zei ik.
  
  'Ja.'
  
  'Heeft het een bevestiging voor lichtkogels en heb je die in huis?' 'Dat zit erop,' zei hij. 'Maar dat zet de hele omgeving in het licht zodat ze jou en mij kunnen zien.'
  
  'Niet als we een boom vinden,' zei ik. 'En als je de andere kant op schiet dan waar ik bezig ben. Dan wordt niet alles verlicht, of in ieder geval niet goed. Wacht tot we daar zijn.'
  
  Bij de deur van de taveerne gingen we uit elkaar. Hyman ging terug om zijn pistool en zijn wagen op te halen. Ik ging terug naar Moma om wat munitie op te pikken voor de Luger. Over vijftien minuten zou ik hem weer treffen bij de brug over de rivier.
  
  Hij was precies op tijd, in een oude Peugeot. Aan de buitenkant zag die er allerbelabberdst uit, maar toen ik eenmaal was ingestapt en wij met een gelijkmatige snelheid door het nog steeds verstopte verkeer van negen uur reden, kon ik op het gehoor al vertellen dat de motor met een uiterste perfectie was afgestemd.
  
  'Een half uur om daar per auto te komen,' zei Hyman.
  
  'Dan nog minstens een half uur om het terrein te bereiken. Dan moet het wel lekker donker zijn.'
  
  Verder zeiden we niets en verbraken de stilte alleen om onze rendez-vousplannen vast te stellen voor als de klus er eenmaal op zat.
  
  'Wacht niet op mij,' zei ik tegen hem. 'Als ik binnen kan komen, vind ik ook wel een manier om er weer uit te komen. Ik kom morgenochtend om half acht bij je thuis. Als ik er om negen uur nog niet ben, ga dan aan het werk met die radio en zoek uit of er nog iets levends vastzit aan mijn hak.'
  
  We parkeerden de Peugeot in Centocelli, een alles behalve tuinrijke voorstad, en niemand besteedde enige aandacht aan ons toen we onze twee vouwfietsen uitpakten en in elkaar zetten. Hyman reed voor me uit, straat in, straat uit, tot de behuizing allengs dunner werd.
  
  'Het is hier in de buurt,' riep hij zachtjes naar mij. 'Zo ongeveer een kilometer bos en veld tussen hier en de studio. Maar welk pad leidt waarheen?'
  
  We hadden geluk. De sporen waren overwoekerd, maar niet dusdanig dat wij er niet meer per fiets overheen konden. Drie of vier verkeerde bochten waren gemakkelijk te corrigeren met behulp van het kompas. Het was precies zeven minuten over tien toen we de lange prikkeldraadomheining van Renzo's Romeinse Rijk zagen opdoemen.
  
  Het lag er precies zo bij als ik me herinnerde van mijn snelle inspectie die ochtend. De grond voor de omheining was schoongemaakt, op zo hier en daar een groepje bomen na. Ik zei tegen Hyman tweehonderd passen naar het noorden af te meten en dan, als hij een goede dekking had gevonden, zijn toorts diagonaal over de omheining af te schieten. In die tijd die hij nodig had om zijn positie te kiezen, zou ik mijn eigen voorbereidingen treffen en een schietgebedje opzeggen.
  
  We gaven elkaar een hand en hij verdween. Ik begon vier gelijke ballen te kneden van de hamburger waarvoor hij had gezorgd en vermengde die met gelijke delen valeriaan, voor de aantrekkingskracht op de honden, en een kalmerend middel, voor de snelle knock-out. Ik mengde er zelfs de vergruizelde slaaptabletten door van Camilla, die ik al die tijd bij me had gehouden, ondanks alle verkleedpartijen.
  
  Ik was nu zo dichtbij dat ik het krassen van de poten hoorde en de vage schimmen zag; het waren reusachtige Duitse herders. Twee draafden heen en weer aan de andere kant van de omheining. Ik wierp de vier vleeshallen één voor één over de omheining. Ze kwamen neer zonder een geluid te maken. Ik zag de honden naar de twee verschillende plekken draven die ik had uitgekozen. Ik zou geen enkele kans hebben als ik een gevecht aanging met de honden, want dan zouden de menselijke waakhonden gealarmeerd worden; dus gaf ik elke hond zijn eigen slaapverwekkende hap.
  
  Ik had net voldoende tijd om de wielen van de fiets te demonteren, vóór Hyman, waar hij ook mocht zitten, een nieuwe ster aan het firmament deed opbloeien. Ik rende, de gedemonteerde fiets voor me uit houdend, op de omheining af. Daar stootte ik het frame in de grond en sprong met een sierlijke polsstoksprong over de vier meter hoge omheining heen.
  
  Toen ik neerkwam rolde ik om en bleef een seconde of vijf plat liggen, tot ik er zeker van was dat de wachtposten me niet hadden gehoord of gezien. Honderdvijftig meter verderop stonden ze naar elkaar te schreeuwen, aangetrokken door de toorts. Langzaam werkte ik me naar voren, in de richting van het dichtstbijzijnde pakhuis. Ik was nu voorbij de honden en de wachtposten en elk moment kon ik met een volgend alarm te maken krijgen.
  
  Maar er gebeurde niets. In ieder geval niet iets dat ik merkte. Ik koesterde de hoopvolle gedachte dat Renzo en zijn kornuiten al zo gelukkig waren met de schijnwerpers bij de hoofdpoort, met de Duitse herders en de patrouillerende schildwachten, dat zij geen extra maatregelen hadden getroffen. Ze hadden wel goede, degelijke, dubbel vergrendelde sloten op de deur van het eerste pakhuis, maar goede, degelijke, dubbelvergrendelde sloten zijn nu eenmaal kinderspel voor een AXE-agent.
  
  Ik zorgde ervoor de scharnieren en de sloten zelf goed te oliën voor ik me toegang verschafte.
  
  Ik had een wapenarsenaal verwacht, dus was ik niet verbaasd dat ook aan te treffen. Ik was wel verbaasd en geschokt door de verscheidenheid en de dodelijkheid van de wapens. Er was voor elk wat wils, van Russische raketten voor het laatste model Mig 24 jager tot en met atoomkoppen voor onze eigen, door de Amerikaanse marine uitgeleende, NA T-2B en kleine raketten voor onze Sabre 100-F (nieuwe serie, ongeregistreerd, geheim).
  
  Je kon er donder op zeggen dat geen van de regeringen die zijn uitrusting had uitgeleend ook maar enig idee ervan had dat die zo snel in een gewapende macht veranderd kon worden. Een bezoekje aan de opslagplaats door iemand uit Rusland, China, of uit één van de NATO-landen, zou zeker het complot in de kiem doen smoren, voor het zich kon ontwikkelen, zelfs als het begin, dankzij de verspreking van Studs, op maandag viel.
  
  In een automatische reflex bracht ik onzichtbare merktekens aan op een aantal munitiekoffers, met een vetpotlood dat een radioactief element bevatte. De andere opslagruimte hoefde ik niet te onderzoeken, maar ik bleef wel een grimmige tien minuten doodstil liggen toen een nachtwacht zijn ronde deed door beide gebouwen. Het werd zo langzamerhand van een beangstigende eentonigheid. Nu hoefde ik alleen nog maar te zorgen dat ik hier levend vandaan kwam om zoveel mogelijk mensen te waarschuwen. Zelfs Piero's politieke connecties, zouden hem niet meer kunnen redden bij dit overtuigende bewijs.
  
  De lucht was nog steeds bewolkt toen ik langzaam terugkroop naar de omheining. Weer moest ik voor een afleiding zorgen maar ditmaal moest ik die afleiding zelf verzorgen. Ik herinnerde me de sierlijke, ouderwetse weerhaan op een boerderij die deel uitmaakte van het decor van Wereldeinde. Hij was net zichtbaar vanaf de plek waar ik me nu bevond en het bosje nepbomen zou me wel aan het oog onttrekken voor de wachtposten die aangelokt zouden worden. Ik haalde mijn Luger tevoorschijn, gaf een klopje op de greep en schroefde de geluiddemper erop vast. Hij werd er wat lomper door en het richten was wat moeilijker, maar ik zou maar één kans krijgen en die moest ik hoe dan ook benutten.
  
  Ik steunde op mijn elleboog en wachtte tot de wolken iets dunner werden. Na een minuut of tien was dat het geval. In ieder geval had ik voldoende zicht om een schot af te vuren. De demper liet zijn discrete kuch horen en de weerhaan tolde rond, terwijl het geluid van de inslag over het hele terrein weergalmde. Ik hoorde rennende voetstappen die zich in de richting van de boerderij begaven. Ik pakte mijn mes en begon een gat van een halve meter onder de omheining te graven.
  
  Nog steeds klonk er geschreeuw rond de boerderij, toen ik het frame van mijn fiets weer oppakte, de wielen terugschroefde en in de richting van Centocelli fietste. Ik vervloekte mezelf dat ik zo stompzinnig was geweest Hyman niet in zijn auto te laten wachten. Elke minuut kon nu tellen. Eerst rapport uitbrengen aan Hawk en dan die hele zaak Wereldeinde uit de wereld helpen.
  
  Hierover zat ik na te denken toen ik met fiets en al, hals over kop in een gecamoufleerde kuil stortte. Ik kwam weer overeind met de Luger in mijn hand, maar liet die weer vallen. Om de kuil heen stonden vier mannen en allemaal hielden ze plompe automatische karabijnen in hun handen geklemd.
  
  'We hebben op je gewacht, Nick Carter,' zei één van de mannen, met een stem die werd misvormd door de kap die hij over zijn hoofd had getrokken.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 7
  
  
  
  
  Twee van de mannen hielpen me uit de kuil en fouilleerden me grondig, terwijl de twee anderen me onder schot hielden met hun wapens. Niemand sprak een woord na de eerste begroeting.
  
  Ze vonden de stiletto en haalden die weg. Ze vonden het gasbommetje in mijn broekzak en pakten dat af, samen met al het andere uit de zakken tot en met een verdwaalde paperclip; dat was maar goed ook, want die verdwaalde paperclip was een magnesium verbinding die in een verblindend licht kon ontploffen, voldoende om hen tijdelijk het zicht te ontnemen.
  
  Alle vier waren trouwens zwaar gespierd, mogelijk nog steviger dan Ruitjesjas en Pepé en zeker heel wat slimmer. Ze brachten me naar het einde van het pad waar een grote Fiat stond te wachten. Met zoveel op het spel was er geen enkele manier waarop ik een uitval kon wagen. Het is niet mijn gewoonte om hulp te schreeuwen, maar dit was niet het moment voor persoonlijke trots. En die fractie van een seconde die ik nodig had om adem te halen en om hulp te schreeuwen als een jankende hond, brak een van mijn begeleiders mijn mond open en schoof er een peervormige knevel in.
  
  'Dit om je onnodige inspanningen te besparen, Carter,' zei hun woordvoerder.
  
  Dus was de rit terug naar Rome even stil als mijn heenreis, zij het dan niet zo gezellig. Ik wist dat we Rome binnenkwamen door de glimp van de Porte Maggiore die ik opving. Toen trokken de beide schurken aan weerskanten van me achterin de auto de gordijntjes naar beneden, evenals het gordijntje voor het glasgedeelte dat ons scheidde van de chauffeur. Genoemde glasafscheiding zag er kogelvrij uit en de beide achterportieren hadden geen krukken. Zelfs al zou ik erin slagen mijn beide bewakers te overmeesteren en ze hun wapens afhandig te maken, dan nog zou ik gewoon worden afgeleverd waar ze me van plan waren heen te brengen in de hecht gesloten kooi van glas en metaal.
  
  We reden nog een minuut of vijf en toen voelde ik de wagen langs een glooiing naar beneden gaan om vervolgens tot stilstand te komen. Mijn bewakers lieten de gordijntjes weer naar boven schieten en wachtten tot de chauffeur en diens metgezel de portieren van buitenaf hadden geopend.
  
  We bevonden ons in een ondergrondse parkeerplaats van een of ander groot gebouw. Diverse nummerplaten op diverse wagens; een paar Italiaanse, een Oostenrijkse, een Zwitserse, een Engelse en één met die speciale aanduidingen die dikdoenerig worden gebruikt door de Maltezer diplomaten. Drie van de zes Italiaanse nummerplaten hadden het cd voor Corps Diplomatique. Ik kon Piero verwachten; in ieder geval vrienden van Piero.
  
  Toen de portieren eenmaal open waren, werd ik naar buiten geholpen. Nog steeds was ik gekneveld, nog steeds werd ik stevig vastgehouden en kon ik weinig meer doen dan protesteren met dood gewicht. Ik werd naar een automatische lift gesleept.
  
  De vier zwaargewichten kropen er samen met mij in, hoewel een klein metalen plaatje tegen de zijkant duidelijk in het Engels, Frans en Italiaans aangaf, dat er een maximale belasting was van vier personen of ten hoogste 300 kg. We wogen stuk voor stuk minstens negentig kilogram, dus ik knikte naar het metalen plaatje.
  
  'Ja, schandelijk om de voorschriften zo te overtreden,' zei de spreker van de vier. 'Maar soms heeft men geen keus, nietwaar, Carter?'
  
  De lift ging vier verdiepingen omhoog en opende zich op een van die lange gangen met rijen kantoordeuren die zo typerend waren voor het regeringsgebouw ten tijde van Mussolini. Aan het einde van de gang was een raam en voor dat raam stond een gedaante met een machinegeweer onder zijn arm. Waar de gang naar de andere kant een rechte hoek maakte, stond een gelijk gewapende gedaante.
  
  Elke zwakke hoop die ik nog gehad mocht hebben om me los te rukken en een uitval te wagen, verdween. Ik dacht niet dat Nick Carter, Gerry Carr of Ben Carpenter, dan nog lang op dit ondermaanse bestaan zou hebben rondgewandeld.
  
  Als ik niet zou praten en niet van plan was dat te doen, zouden ze me onder druk zetten, met marteling, waarheidsserum of beide. In al die gevallen kwam misschien die fractie van een seconde die ik nodig had om uit te breken, of, als ik daar niet in slaagde, iemand met me mee te nemen als gezelschap voor het lijkenhuis.
  
  Ze brachten me, of liever gezegd sleepten me, langs drie deuren en stopten bij de vierde. De leider ging naar binnen en kwam even later weer naar buiten terwijl hij met zijn vinger gebaarde. Zijn drie metgezellen duwden me het vertrek binnen.
  
  Het was een groot, luchtig kantoor met getraliede ramen die uitzagen over de Tiber. Bij een van de wanden stond een groot teakhouten bureau van moderne vormgeving. Er omheen waren comfortabele stoelen gerangschikt. Eén ervan was leeg, de andere waren bezet door vijf mannen die in leeftijd varieerden van midden dertig tot achterin de vijftig. Allemaal even respectabel als mijn mede-investeerders in Wereldeinde, maar geen Piero en geen Renzo.
  
  In de stoel achter het bureau zat een lange, magere man van zo'n jaar of veertig, met lang, geelblond haar en een hoornen bril. Ik had hem nooit eerder gezien. Geen van de mannen had ik ooit eerder gezien. En ze zagen er allemaal bovendien meer uit als leden van een kommissie die mij mijn mondeling moesten afnemen voor mijn doctoraal examen geschiedenis, dan als werkgevers van die gasten die hadden geprobeerd me te braden, Rosana de hals hadden af gesneden en die me nu in de onbezette stoel schoven.
  
  'Dank je wel, meneer Carter,' zei de geelharige man hoffelijk, alsof hij niet had gezien dat ik in de stoel was geduwd en twee van die gasten aan weerskanten van me kwamen staan om me daarin vast te houden.
  
  'Zoals je ziet,' zei hij, 'kennen we je werkelijke naam en weten we iets van je capaciteiten. Eén van onze aanwezigen hier, meneer Oleg Perestoff, zegt dat zijn collega's interessante ontmoetingen met je hebben gehad.'
  
  Een kleine, kale man met diepe, verzonken ogen in een Slavisch gezicht knikte somber ter instemming. Ineens klikte de naam. Hij was de topman van de Russische MGB voor West-Europa. Mijn vluchtige gedachte over communistische deelname tijdens de zitting met Ruitjesjas, was dus niet verkeerd geweest. Maar waarom dan Russisch wapentuig in de rekwisietenafdeling van Wereldeinde? Een scherpzinnige afleidingsmanoeuvre? Of miste ik iets vitaals?
  
  'Dit wetende,' zei hij met een glimlach, 'ben ik niet van plan om ook maar de geringste bewegingsvrijheid toe te staan, tot ik duidelijk heb kunnen maken dat wij aan dezelfde kant opereren. Mag ik je verzoeken alle vooroordelen opzij te zetten, meneer Carter?'
  
  Ik zag er weinig heil in om AXE binnen te halen in een operatie waarin ook Perestoff aanwezig was. Ook herkende ik nu een Chinees gezicht dat toebehoorde aan Koe Fal, lid van de Rood-Chinese Inlichtingendienst. Misschien was ik in staat wat tijd te rekken, dus ik knikte.
  
  'Goed.' De geelblonde man klonk opgetogen. 'Sta me toe mezelf voor te stellen. Ik ben kolonel Piet Norden, Noorwegen, Interpol.' Hij schoof zijn identiteitskaart over het gepolitoerde blad van zijn bureau en knikte naar mijn bewakers om mij de gelegenheid te geven mijn hand uit te steken en hem op te pakken. Het bevatte zijn naam en foto, zijn Interpolconnectie en, in cijfers, zijn identificatie die ik herkende als behorende tot de topklasse van wereldagenten.
  
  'Als ik had geweten wie je was, Carter,' zei hij, 'dan was ons allemaal die ongelukkige donderdagavond bespaard gebleven. Op dat moment dachten we alleen maar dat jij het zoveelste lid was van die infame kerngroep van Wereldeinde. En Oleg stuurde de eerste de beste krachten die hij te pakken kon krijgen om informatie uit je los te krijgen. Ik vermoed dat zij hun instructies een beetje al te vrij hebben geïnterpreteerd, maar dat kunnen ze dan verantwoorden aan een hoger gerechtshof.'
  
  Perestoff haalde in afkeuring zijn schouders op en Koe Fal glimlachte om zijn verlegenheid.
  
  'Zodra de feiten van je ontsnapping bekend werden en die van de geheimzinnige, nog steeds niet opgeloste dood van Luigi en Pepé, was het voor een ieder met een beetje ervaring duidelijk dat er een internationaal agent als Nick Carter bij betrokken moest zijn. Maar in hoeverre, en aan welke kant? Jouw achtergronden zijn altijd onberispelijk geweest.'
  
  Perestoff en Koe Fal bewogen zich verveeld in hun stoel. 'Onberispelijk vanuit het gezichtspunt van de NATO,' verduidelijkte kolonel Norden, en beide mannen zaten weer stil. 'Maar het kon zijn dat je een andere weg was ingeslagen, een weg die wij niet kenden. Nog niet zo heel lang geleden was Sir Hugh Marsland een betrekkelijk eerlijk politicus en was Lorenzo Conti niet meer dan een filmproducent met een onstilbare honger naar rijkdom en uiterlijk vertoon. Studs Mallory was een onvoorspelbaar genie, maar niet duisterder dan dat. Piero? Een vinger naar hem uitsteken zou al voldoende zijn om heel Italië, links én rechts, op mijn nek te krijgen of op dat van GRIP.'
  
  Mijn verbaasde uitdrukking dwong zich door mijn geknevelde gelaatstrekken heen en kolonel Norden pauzeerde even.
  
  'Ik heb nu geen tijd voor een lezing,' zei hij. 'grip, Reform Group of International Powers, is voor Interpol zoiets als AXE is voor de CIA. Alle opdrachten die te smerig, te explosief en te indiscreet zijn, komen naar ons,' verduidelijkte hij.
  
  'Zoals ik al zei, konden we niet zeker zijn over je houding en konden we je pas benaderen als we dat wel waren. Clem Anderson zaliger tekende zijn doodsvonnis toen hij probeerde met Studs Mallory te gaan praten, omdat hij dacht dat Mallory slechts een eenvoudige Amerikaanse boerenpummel was die werd misleid door geslepen Europeanen. Volgens Hyman was jij oké, maar het bleef natuurlijk mogelijk dat je met hem hebt gespeeld. Onze enige kans was Miss Morandi, die jou in de eerste plaats had aangewezen, weer contact met je te laten opnemen.'
  
  Dus terwijl ik dacht subtiel bezig te zijn Rosana's connecties na te gaan in de suite van Le Superbe, was zij op dezelfde manier bezig geweest mijn geloofwaardigheid te testen en vast te stellen.
  
  'Zij meldde ons dat jij volgens haar voor meer dan honderd procent schoon was en dezelfde oogmerken nastreefde als wij: Wereldeinde infiltreren en proberen er harde bewijzen tegen te vinden. Maar het was bijna onmogelijk contact met je op te nemen door het dikke scherm dat Piero en zijn vrienden om je heen hadden gelegd,' zei de kolonel. 'We besloten Rosana nogmaals te sturen, met het fatale resultaat dat je maar al te goed kent.' Hij zweeg even alsof hij alles goed tot me wilde laten doordringen.
  
  'Je deed er goed aan te verdwijnen. Hyman, op dat moment zijn trouw in de eerste plaats stellend in dienst van jou en van AXE, weigerde op te treden als bemiddelaar, maar dat maakte weinig uit. Je was met iets bezig waarvan we hoopten dat je het klaar zou spelen: doordringen in die afgesloten opslagruimtes. Dus we brachten een microfoon aan op de auto van de jonge Hyman en op zijn twee fietsen en volgden jullie op een discrete afstand. Ditmaal maakten we gebruik van agenten die iets meer bedrevenheid hadden.' Hij glimlachte charmant en eerlijk.
  
  'Dus, Carter, als je op het punt staat ons te geloven en weet dat wij je medewerking nodig hebben, geef dat dan te kennen met een knikje van je hoofd. Als je enig bewijs hebt gevonden in dat pakhuis, dan beschikken wij over de macht om ons toegang te verschaffen, het te ontmantelen en een einde te maken aan heel die smerige zaak.'
  
  Ik knikte na snel een besluit te hebben genomen. Als kolonel Norden en zijn makkers waren wie zij leken, dan waren al mijn moeilijkheden voorbij. Ook als zij aan de verkeerde kant stonden, zou ik, als ik eenmaal vrij was, een manier kunnen vinden om hen tot ons eigen voordeel te gebruiken. De bewakers aan weerskanten verwijderden de knevel en deden een stap achteruit. Ik was een verfomfaaide, morsige gedaante bij deze conferentie van gladde, belangrijke machten, maar ik was los en was, met mijn informatie, wellicht de meest belangrijke persoon hier aanwezig.
  
  'Prachtig,' zei kolonel Norden. 'Eerst een snelle introductie.' Hij ging met zijn vinger van de ene man naar de andere. 'Meneer Carter, kameraad Perestoff, de heer Koe Fal, Herr Bergen, generaal Maserati, kolonel LeGrand. Goed, wat heb je daar ontdekt.' Twaalf ogen en twaalf oren waren één en al aandacht toen ik de inhoud van de twee pakhuizen beschreef. Niemand maakte aantekeningen. Dit waren mijn soort agenten, getraind in het luisteren, herinneren en opslaan. Kolonel Norden maakte wel een aantekening op een memopapiertje en gaf dat aan een van de handlangers met een kap op die snel het vertrek verliet.
  
  Hij zag mijn opgetrokken wenkbrauwen en suste mijn argwaan. 'Dat is alleen om ons vervoer in gereedheid te brengen zodat we kunnen vertrekken,' zei hij, 'zodra wij de noodzakelijke regeringstoestemming en -steun hebben. Als wat je zegt ook maar voor twintig procent waar is, kan Piero's macht de ontmanteling ervan niet meer tegenhouden. Het is nu half vier. Tenzij er werkelijk een bom op het punt van ontploffen staat, zou het zinloos voor me zijn de desbetreffende minister binnen de eerstkomende vijf uur te bellen.'
  
  'Maar tijd is belangrijk,' argumenteerde ik. 'Op dit moment hebben zij wellicht die slapende honden gevonden en misschien ook het gat dat ik in de omheining heb gemaakt om weer naar buiten te komen.'
  
  'Het heeft ze meer dan een jaar gekost die wapens in die depots te verzamelen,' zei kolonel LeGrand, de Franse afgezant. 'Ik betwijfel of ze binnen vijf uur vervoerd kunnen worden.' 'Als zij het proberen, lopen zij in onze val,' zei generaal Maserati. 'We hebben onze eigen waarnemers bij alle uitgangen en ik beschik zelf over een kleine, maar goed getrainde commando-eenheid, die vrij is van de verderfelijke invloed die signore Piero Simca heeft op sommige andere terreinen van het Ministerie van Oorlog.'
  
  'Ik geloof dat we ons nu een wat meer ontspannen houding kunnen veroorloven, tot het uur aanbreekt om toe te slaan,' zei kolonel Norden. Hij drukte op een bel op zijn bureau en een mooie blondine in een mini uniform - Interpol? grip? De cafetariadienst die vierentwintig uur per dag paraat is? - rolde een omvangrijk buffet naar binnen.
  
  Over de drankjes, hors d'oeuvres en sandwiches heen, kregen we de gelegenheid de stukjes en beetjes van mijn ontdekking aan te vullen met losse, maar gedetailleerde informatie van GRIP.
  
  Waar het allemaal op neerkwam was dit:
  
  Wereldeinde was niet het front van de een of andere groep samenzweerders. Het was zijn eigen, duivelse destructieschema, de uiterste daad van ongericht geweld voor de superpsychopaat. Zijn ogenschijnlijke plot was een regelrechte bespotting van zijn ware bedoeling. Arme Ken Lane. Hij was in het geheel niet betrokken bij deze zaak en hij dacht dat zijn script een waarschuwing inhield voor Wereldoorlog III. In werkelijkheid was het de schematische springplank tot het begin van die oorlog zelf, de allerlaatste slachting.
  
  'De wereld is vandaag de dag een vat met buskruit,' zei Herr Bergen. 'En wacht tot iemand dat tot ontploffing brengt. Een paar kleine, overbelaste groepen zoals jullie AXE, meneer Carter, ons eigen GRIP en zo hier en daar een enkel toegewijd individu, delen de last om dat tot ontsteking brengen tegen te gaan.'
  
  'Tot dusver,' zei generaal Maserati, 'zijn de moeilijkheden verspreid opgetreden en was het ons mogelijk die onder controle te houden. Maar stelt u zich eens voor, meneer Carter, een wereld waarin op hetzelfde moment incidenten plaatsvinden als het neerschieten van het Libanese vliegtuig boven Israël, het oude U-2 incident, de moord op een president, tegelijkertijd verspreide moorden op diplomaten en bombardementen met vliegtuigen met vijandelijke kentekenen boven belangrijke bevolkingscentra. Roer dit allemaal eens goed door elkaar, samen met dingen als opstanden, bomaanslagen in Belfast, guerrilla-oorlogen in Centraal-Afrika, revoluties in Centraal- en Latijns-Amerika, spanningen in het Midden Oosten en in het kruitvat van Zuidoost-Azië. Wie houdt dit nog tegen voor het een oorlog wordt over de hele wereld?'
  
  'Ik heb het Kremlin gewaarschuwd tegen al te snelle acties,' zei Oleg Perestoff somber. 'Maar mijn waarschuwingen zijn niet bestand tegen paniek en publieke druk. Als een vliegtuig met VS-kentekenen of kentekenen van China ook maar een voetzoeker laat vallen boven Leningrad, Moskou of Kamsjatka, dan drukken mijn leiders op de knop en trekken zij zich terug in hun schuilkelders. Mijn waarschuwingen hebben slechts één uitwerking gehad: een aantekening in mijn dossier dat ik verdacht kan worden dubbelagent te zijn.'
  
  'Zoals het geval is bij mijn meerderen in Peking,' viel Koe Fal hem bij.
  
  De grote samenzweerders, zoals grip had uitgevonden, waren Piero, Sir Hugh, Renzo en Studs, ruwweg in die volgorde. Mogelijk nog met toevoeging van mijn sekshongerige en begeerlijke vriendin, Camilla, en een paar van Studs' technici.
  
  'Het meeste hebben we kunnen reconstrueren met behulp van Rosana,' zei kolonel Norden. 'Ze speelde dubbelspel met een heleboel risico voor zichzelf, maar met geheel haar toewijding. Door haar onderzoekingen en bevindingen kwamen wij erachter hoe en waar de hele zaak is begonnen.'
  
  Zeven van de minst sentimentele heren die je op de hele aardbol zal kunnen vinden, hielden een ogenblik stilte ter ere van het dode meisje.
  
  'In die gekkenkliniek in Sussex?' doorbrak ik de stilte.
  
  'Precies,' zei Norden. 'Jij vat het samen in een fractie van de tijd die het ons kostte. Ruim zeven jaar geleden begon Sir Hugh tekenen van emotionele en mentale instabiliteit te vertonen. Hij wachtte niet tot anderen, partners of vrienden, dat bij hem vaststelden en hem tot een behandeling dwongen, maar hij deed het uit zichzelf en zocht hulp bij de grote man in Europa: Dr. Untenweiser, een onschuldige, maar essentiële pion in het spel dat zich dan zou gaan ontwikkelen.'
  
  'Andersons Jungel?' vroeg ik.
  
  'Correct. Dr. Untenweiser bleek in staat, met behulp van tranquillizers en andere middelen, Sir Hugh te helpen zijn psychotische aanvallen onder controle te houden. Dat Sir Hugh in 1968 een callgirl vermoordde was een ongelukkige instorting, maar zijn invloed stond er garant voor dat die affaire in de doofpot werd gestopt. Dr. Untenweiser verschafte de naam van die bijzondere ziekte waaraan Sir Hugh leed en die hij deelt met Renzo, Studs en Piero. Het heet agriothymia ambitiosa, een oncontroleerbare en gepassioneerde behoefte om naties te vernietigen en alle georganiseerde structuren van de samenleving weg te vagen.'
  
  'Andersons AA-notatie,' mompelde ik.
  
  'Precies.' zei Norden. 'Dezelfde ziekte die Sirhan Sirhan motiveerde, de moordenaars van de Olympische Spelen en nog vele anderen. Maar ditmaal had deze ziekte zijn residentie in een man van zowel politieke macht als aanzien. Ook een man van geduld. Hij was bereid om te wachten tot de tijd en de gelegenheid hem de benodigde bondgenoten zouden verschaffen en een paar jaar later gebeurde dat dan ook.
  
  Intussen had Sir Hugh, misschien als een soort van beloning voor de behandeling, of misschien alleen maar vanuit het oogpunt van persoonlijke veiligheid, Dr. Untenweiser aangesteld in zijn persoonlijke hospitaal, Easeful Acres. Het is de meest chique plaats voor nerveuze aandoeningen, voornamelijk drugs en alcohol, die je je maar kunt voorstellen. In het begin van 1970 was Camilla Ca-vour daar als patiënte, ten gevolge van een breakdown op het moment dat zij haar bakens verzette van tippelaarster tot filmster. Misschien toevallig.
  
  Van essentieel belang was de gelijktijdige aankomst van Renzo, ten gevolge van een behoorlijke nerveuze breakdown, van Studs Mallory op één van zijn halfjaarlijkse drankhistories en van Piero Simca, incognito, na een zelfmoordpoging waarvan men zou mogen wensen dat die was gelukt.
  
  Alle drie leden zij aan dezelfde vergevorderde agriothymia ambitiosa, die bij elk werd verergerd door een, naar zij dachten, gewettigde wrok tegen de maatschappij. Renzo door het verlies van zijn nobele status en het verlies van zijn uitgestrekte landgoederen, iets wat nooit helemaal ongedaan kon worden gemaakt door zijn film-miljoenen. Studs door het gevoel dat de grote studio's en jouw VS-regering hem hadden beroofd van een paar octrooirechten op enkele van zijn elektronische vindingen. Piero, de meest begrijpelijke van de drie, door de opeenstapeling van vernederingen sinds zijn kindertijd door zijn geringe afmetingen.
  
  Het toeval bracht Sir Hugh in aanraking met de anderen tijdens een van zijn bezoeken daar als directeur. De diagnostische aantekeningen op de kaarten van de drie mannen waren voor hem voldoende. Verder kunnen we het slechts aanvullen door wat giswerk. Maar het lijkt ons aannemelijk dat zij, in die paar weken dat zij bij elkaar zaten op Easeful Acres, het waanzinnige skelet van Wereldeinde in elkaar draaiden.
  
  Piero scheen de leidersrol van Sir Hugh te hebben overgenomen, maar er kwam geen enkel bezwaar van diens kant. Samen hadden zij alle noodzakelijke internationale contacten, maar die van Piero waren hechter en dichter bij de top. En dat was van essentieel belang als zij kwamen op dat punt van die rekwisieten die zij wilden lenen. Wat die werkelijke bewapening aangaat, hebben zij gebruik gemaakt van dubbelagenten en driedubbelagenten uit verschillende landen, vanaf smokkelaars tot en met geldhongerige verraders. Voor twaalf miljoen dollar kun je een heleboel verraad kopen. Renzo's studio en zijn aanzien in de filmwereld, maakten het hele project geloofwaardig. Maar Studs, naar buiten toe de joker in het spel, was in één opzicht de hoeksteen van Wereldeinde. Alleen door zijn technische knowhow kon de computeractie worden geprogrammeerd en in beweging worden gebracht.'
  
  'Omdat, beste Nick,' zei kolonel LeGrand, informeel geworden door het eten en het drinken, 'zij de werkelijke rekwisieten, de vliegtuigen, de tanks, de kanonneerboten, de Britse Porpoise onderzeeër, hebben uitgerust met dezelfde afstandsbediening die Studs jou zo briljant heeft gedemonstreerd op zijn miniatuur slagveldje.'
  
  'Deze informatie is ons toegespeeld door uw meneer Gilchrist,' zei generaal Maserati, 'die noch zo traag, noch zo weinig energiek is als hij eruitziet.'
  
  'En zelf een genie is die het talent van Studs Mallory benadert, waar het computer-elektronika betreft,' zei Perestoff. 'We hebben één keer geprobeerd hem te pakken te krijgen, maar dat is helaas mislukt.'
  
  Het was omvangrijker en slechter dan ik had vermoed, en slechts door stom geluk was ik erin geslaagd dat op tijd te ontdekken in die pakhuizen.
  
  De wijzers van de muurklok gaven aan dat het even over zevenen was.
  
  'Over anderhalf uur,' zei kolonel Norden, 'moeten we in staat zijn telefonisch voor de benodigde toestemmingen te zorgen. Generaal Maserati zal dat verder behandelen, aangezien dit op een dergelijk niveau natuurlijk een zaak is van de Italiaanse regering.'
  
  'Met het rapport van signore Carter,' zei de generaal, 'zal ik de volledige verantwoordelijkheid op me nemen en om een directe actie verzoeken. Een mondelinge toestemming is al voldoende en dat kost slechts enkele minuten. Ik stel voor over te gaan tot de laatste planning.'
  
  Kolonel Norden had zacht enkele woorden gesproken in zijn intercom.
  
  'Juist,' zei hij. 'Maar eerst een rapport van het Contifront. Meneer Hyman is beneden en ik heb hem opdracht gegeven zich bij ons te voegen.' Hij richtte zich tot mij. 'Hij voelde zich uiterst ongelukkig toen hij merkte dat wij je "geleend" hadden, dus ik suste zijn gevoelens een beetje door hem te belasten met onze waarnemingsfaciliteiten.'
  
  Hyman kwam de kamer binnen en kwam direct naast me staan. 'Sorry, Ben... Nick,' zei hij. 'Deze lieden stelden me pas op de hoogte toen alles al achter de rug was. Maar ik wist wie zij waren en wie jij was, dus ik moest wel met ze meespelen.'
  
  'Geeft niet,' zei ik tegen hem.
  
  Hij draaide zich om naar het bureau met een semi-militaire pose. 'Geen bewegingen die geïnterpreteerd kunnen worden als het verplaatsen van voorraden uit de pakhuizen, meneer,' rapporteerde hij aan kolonel Norden. 'Alleen de gewone, minimale ochtenddrukte. Wagens met eten voor de proviandering van de studio, dat soort dingen. Onze mensen hielden die aan toen die het terrein weer hadden verlaten; ver genoeg uit de buurt om niet gezien te worden, maar ze vonden niets dodelijker dan een melkfles.'
  
  'Goed,' zei de kolonel. 'En de honden en het gat dat Carter heeft gemaakt om te ontsnappen?'
  
  'Ik heb die plek in de gaten gehouden door een nachtkijker, meneer,' zei Hyman. 'Ze vonden de honden pas tegen drie uur in de ochtend. Er klonk veel luid commentaar toen dat gebeurde en één van de wachtposten maakte een soort melding. De omheining controleerden ze niet, zoals elke verstandige veiligheidsman direct zou hebben gedaan. Maar even na zonsopgang ontdekte een wachtpost die plek bij toeval. Weer veel geschreeuw en één van de mannen meldde het per veldtelefoon. Binnen vijftien minuten hadden ze daar een mannetje om het te repareren.'
  
  'Nog verdere ontwikkelingen?' vroeg de kolonel. 'Geen van de belangrijke mensen in het beeld?'
  
  'Alleen Studs Mallory, meneer,' zei Hyman. 'Maar we weten dat hij altijd om half zeven daar arriveert om wat te spelen met zijn computers en machinerieën, hoe dronken hij de avond ervoor ook is geweest.'
  
  'We hopen hem spoedig van zijn drukke schema af te helpen,' zei kolonel LeGrand droog.
  
  Toen hielden we ons bezig met de kernvraag: hoe, wanneer en met wat en wie aan te vallen.
  
  De uitgelezen commando-eenheid van generaal Maserati stond al een uur gereed om bij het eerste teken in actie te komen. Aan die kant geen problemen. Problemen kwamen er pas toen iedereen aan de actie wilde deelnemen en allemaal als bevelvoerder.
  
  Generaal Norden moest op zijn rang gaan staan om de orde te handhaven.
  
  'Het zou niet nodig hoeven zijn, heren, om u eraan te herinneren dat ik de bevelvoerende officier van GRIP ben,' blafte hij op een soldateske manier. 'We voeren hier geen publiciteitsshow op voor iemand persoonlijk, of voor een bepaald land.'
  
  Gemompelde instemming klonk allerwegen.
  
  'Generaal Maserati zal natuurlijk zijn eigen eenheid willen aanvoeren,' zei de kolonel. 'Ik ga met hem mee. Volledig in mijn functie van ambtenaar bij Interpol. Meneer Hyman, in zijn tijdelijke aanstelling als verbindingsman, gaat mee als contactpersoon voor meneer Carter. Dat is alles.'
  
  Hij tikte op zijn bureau om de geluiden van protest tot bedaren te brengen, onder meer die van mij.
  
  'Zouden er meer van ons worden samen gezien op een operatie zoals deze,' zei hij, 'dan zouden wij onze organisatie grip op een fatale manier blootgeven. Meneer Carter, u vergeet dat u nog steeds wordt gezocht voor ondervragingen over de moord op signorina Morandi. Als onze missie erop zit, zal dat eenvoudig zijn op te helderen, maar niet eerder.'
  
  We moesten er wel mee instemmen.
  
  'Bovendien,' voegde hij eraan toe om het wat dragelijker te maken, 'zou het stom zijn onze kerngroep bij deze eerste, belangrijke operatie kwijt te raken. Ik zie niet in wat er verkeerd kan gaan, maar het is gevaarlijk om onze tegenstanders te onderschatten. Mocht er wel iets verkeerd gaan, dan blijven er tenminste nog vijf van ons over. Zes als we meneer Carter meerekenen.'
  
  'Reken mij mee,' zei ik te snel.
  
  'Mocht ik onschadelijk worden gemaakt,' zei kolonel Norden, 'dan wordt het leiderschap overgedragen aan kameraad Perestoff.' Dus ik had mezelf zojuist onder het bevel van een Russische MGB-man geplaatst.
  
  'Generaal Maserati,' zei kolonel Norden, 'ik geloof dat u nu uw telefoontje kunt plegen.'
  
  De Italiaanse officier, plotseling even militair alsof hij in buitenmodel met dekoraties was gekleed, draaide een nummer en sprak met een topfunctionaris van het Ministerie van Defensie. Weer draaide hij een nummer, nu voor een belangrijk persoon op het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
  
  'We vertrekken,' zei hij. 'Kolonel Norden meneer Hyman, gaat u mee? De rest van u: tot ziens.'
  
  'Ik stel voor dat u allen uiteen gaat,' zei kolonel Norden, 'en zo veel mogelijk uw normale werk doet. Het nieuws zal snel genoeg bekend worden.'
  
  Toen was hij weg.
  
  'Ik zie je in mijn huis,' zei Hyman. 'Op het moment dat je er zeker van kunt zijn dat ik terug ben. Zeker vanavond acht uur. Maak je niet druk. Ik hou mijn ogen open.'
  
  
  
  Ik kocht een goedkope transistorradio op weg terug met een taxi. Ik had mijn eigen, ingewikkelde apparaat bij Hyman achtergelaten. Moma Pinelli zat in haar schommelstoel in de voorkamer en ze schonk me een schalkse glimlach die ze waarschijnlijk reserveerde voor laat terugkerende katers.
  
  Ik liep naar mijn kamer en ging in een ontspannen yoga-houding op het doorgezakte bed liggen. De radio zacht aan op een Romeins net.
  
  Er was het gebruikelijke, lichte muziekprogramma van de ochtend met vijftien minuten huishoudelijke tips voor een volgend muziekprogramma begon. Ik schatte het op twintig minuten voor Norden, Maserati, Hyman en de commando-eenheid de studio konden bereiken en vanaf dat moment van een half tot twee uur voor het op het nieuws zou zijn.
  
  Het was precies één uur en zevenendertig minuten later toen het nieuwsbericht door kwam.
  
  'Professore Piero Simca, senator uit Colle di Val d'Amore, noemde het de meest directe inbreuk op de persoonlijke vrijheid sinds de dagen van het fascisme,' zei de nieuwslezer. 'Hij veroordeelt de huiszoeking van de Lorenzo Conti studio vanmorgen door een militaire eenheid onder leiding van generaal Guilio Maserati, in gezelschap van kolonel Piet Norden van Interpol. Hier spreekt thans senator Piero Simca..."
  
  Toen klonk Piero's stem, als altijd verrassend diep voor zijn geringe postuur, vol hoon en jubelend van triomf.
  
  '...een ochtendlijke inval op de meest brute en totalitaire wijze,' zei hij. 'Een speuractie die precies niets opleverde, maar die iets zeer belangrijks liet zien. Het toonde de lichtgelovigheid aan van onze militaire topmensen en hun onmogelijkheid zich, zelfs na dertig jaar, te ontworstelen aan de lange schaduwen van de dictatuur. Het toont de ontmaskering van de zogenaamd niet-politieke Interpolorganisatie, die gewoon niets anders blijkt te zijn dan een corrupte politiemacht. Het zou interessant zijn te weten of de persoonlijke bankrekening van kolonel Norden, ongetwijfeld in een ander land, niet is gespekt door een bepaalde dollarrekening in Califor-nië, aangezien deze actie direct is gericht tegen de Italiaanse filmbelangen.'
  
  Toen nam de nieuwslezer het weer over, die melding maakte van Piero's eis aan de Noorse regering kolonel Norden ogenblikkelijk terug te roepen. Bovendien verlangde hij dat generaal Maserati terecht zou worden gewezen en zou worden teruggezet in rang. Geen enkel ambtenaar van enig ministerie, Defensie of Binnenlandse Zaken, gaf toe toestemming te hebben gegeven voor deze actie, maar dat was, politiek gezien, gebruikelijk.
  
  Ik zette de radio af, vulde mijn munitie aan en enige andere items die ik in mijn zakken kon wegstoppen, en liep in de richting van het huis van Hyman. Nu het nieuws in de lucht was, was het aannemelijk dat Hyman thuis zou zijn.
  
  Hij was er slechts vijf minuten eerder dan ik en de uitdrukking op zijn gezicht, toen hij de deur voor me opende, had weinig meer te maken met zijn gebruikelijke, joviale grijns.
  
  'Er was daar niets, Carter,' zei hij.
  
  'Maar ik heb die open kratten gezien en zelfs een van die atoomkoppen opgepakt,' zei ik. 'Verdomme, Hyman, je denkt toch niet dat ik dat hele verhaal heb verzonnen?'
  
  'Alles wat ik weet,' zei hij, 'is dat ik daar naar binnen ging met Maserati, voorbij Conti's zware jongens en dat er helemaal niets in die pakhuizen was.'
  
  'Dan hebben ze het weggehaald,' zei ik.
  
  'We hadden vijftien man met kijkers rond de hele omheining,' zei Hyman. 'Van voordat jij naar binnen ging tot aan het moment dat die commando-eenheid naar binnen ging.'
  
  'Dan hebben ze jullie belazerd door het te camoufleren,' dacht ik hardop. 'Misschien hebben ze het onder wat onschuldige rekwisieten weggestopt. Jezus, wat voor zoekactie was dat? Kleuters die het spelletje van de drie bekertjes met de erwt speelden?'
  
  'Toen ik zei "niets" bedoelde ik ook "niets," Nick,' zei hij, meer ontspannen nu. 'Verdomme, alleen maar een lege ruimte en een kale, wat stoffige vloer. Maar geen teken van verplaatsing van iets dat groter is dan een jerrycan. Dat was het, Nick.'
  
  'Ze hebben ons te grazen genomen,' zei ik. Ik ging zitten om mijn gedachten wat te laten bezinken. 'Ik had mee moeten gaan... maar nu is het te laat. Ik moet zien weer binnen te komen.'
  
  'Geen kans op, Nick,' zei Hyman. 'Conti heeft zijn studiobewaking verdubbeld en de carabinieri hebben hem nederig gevraagd tweehonderd van de meest uitgelezen veiligheidsmensen te accepteren, die inmiddels al op zoek zijn naar Gerry Carr. Geen enkele kans.'
  
  'Dan maak ik er één,' vloekte ik.
  
  'Jij bent niet de meest populaire man in Rome, Nick,' herinnerde Hyman me. 'Jouw naam is fango, dat wil zeggen, "drek", voor generaal Maserati. Kolonel Norden denkt nog steeds dat je werkelijk iets hebt gevonden. De anderen hebben nu een vergadering om te besluiten of ze je voor de wolven zullen gooien, of dat ze je stilzwijgend in het team houden.'
  
  Ik bande mijn emoties uit toen ik nadacht over een team dat onder meer bestond uit een Rus en een Rood-Chinees en dat moest besluiten of Nick Carter al of niet vertrouwd kon worden. Het was niet waarschijnlijk dat hun beslissing bepaald zou worden door zoiets vaags en warms als emoties. Aan de andere kant moesten ze mij er wel bijhouden. Er zat voldoende bewijs in die vergaar koker van grip om aan te tonen dat het project Wereldeinde een enorme bedreiging betekende, een tikkende tijdbom die onklaar moest worden gemaakt. En ik was de enige persoon die het project van binnen had gezien.
  
  Ik herinnerde me dat ik niet alleen het bewijs had gezien en aangeraakt, maar dat ik het tevens onzichtbaar en onuitwisbaar had gemerkt met mijn speciale vetpotlood.
  
  'Ik heb een koolstof-yttrium scanner nodig,' zei ik. 'Zoiets als het geval op die radio die ik je heb gegeven, maar dan in te stellen op een bepaald atoomgewicht. Op de universiteit hier moeten ze zo'n ding hebben en anders wel op een wetenschappelijke afdeling van de regering.'
  
  'Ik zal wat koffie maken, terwijl de kommissie beslist of ze je nog wel willen vertrouwen met een jojo, laat staan met zo'n mooie scanner,' zei Hyman vriendelijk.
  
  'Waar houden ze die vergadering?' vroeg ik. 'We hebben geen tijd te verliezen, Hyman. Ik kan het ze zelf vragen en ze mijn redenen geven. Perestoff zal het begrijpen.'
  
  'Zij bellen ons en niet omgekeerd,' zei Hyman. 'Sorry, maar zo gaat het. Ik weet niet waar zij vergaderen, ben nooit zo hoog in die club gekomen. Ik weet wel dat het niet op het kantoor van het Ministerie van Marine is, waar zij vanmorgen zaten.'
  
  Ik dacht na, terwijl Hyman eenvoudige instant koffie brouwde. Ik nipte van de vloeistof die hij in een gebarsten kop voor me neerzette. Ik wist dat ik het bewijs had gezien, maar dat blijven beweren tot ik groen zag had geen enkele zin tegen Piero's invloed.
  
  De telefoon ging over. Hyman nam hem op.
  
  'Ja,' zei hij. 'Ja?' De oude grijns werkte zich weer in het jongensachtige gezicht. 'Waar?... Nou, we komen eraan.'
  
  'Je zit er nog steeds in, Nick,' hij richtte zich tot mij. 'Ze hebben de vergadering in een villa op de Via Appia. Maserati en Norden zijn er niet, maar de vervanger van Maserati was er wel en die stemde vóór jou. De nieuwe man van Interpol, die onder direct bevel blijft van Perestoff, stemde tegen. Perestoff, LeGrand en Koe Fal stonden aan jouw kant. Bergen, de Mof, stemde tegen. Conclusie: je hebt nog een kans gekregen.'
  
  We liepen het huis uit en stapten in zijn Peugeot, terwijl hij bleef doorpraten. Op het moment was snelheid belangrijker dan een
  
  voortreffelijke veiligheid. Hij reed als een gek door het Romeinse verkeer dat toch al vol krankzinnige chauffeurs zit. In minder dan vijftien minuten kwamen we piepend tot stilstand voor de oprit van een oude villa. Het oude hek zwaaide voor ons open en sloeg daarna weer achter ons dicht.
  
  Het was een korte, geen-gelul-vergadering met niets van die optimistische kameraadschappelijkheid van de vorige sessie. Het werd me goed ingepeperd dat ik alleen nog maar werd gebruikt omdat ik de laatste hoop vertegenwoordigde, niet omdat iemand enig speciaal vertrouwen in me had of zo van mijn blauwe ogen hield.
  
  Ik werd voorgesteld aan majoor Milliardone, een Italiaanse politieofficier, die generaal Maserati verving en aan senhor Sousa, een argwanende Portugese marine attaché, verbonden aan Interpol. Kameraad Perestoff leidde de zitting.
  
  Ik legde hen uit dat ik geen enkele verklaring had, maar slechts één enkele hoop. Ik liet ze mijn merkpotlood zien en Perestoff knikte. Zijn eigen jongens maakten gebruik van eenzelfde soort foefje. Ik vertelde ze van de scanner die ik nodig had en Milliardone stuurde een boodschapper naar de natuurkundige afdeling van de universiteit van Rome in een Alfa Romeo met gillende sirene.
  
  'Als het een goed apparaat is,' zei ik, 'kan ik mijn merktekens lokaliseren binnen een straal van vijf kilometer. We zitten nu op minder dan half die afstand van Conti's terreinen, dus we kunnen beginnen op het moment dat het ding hier aankomt. We hebben een stafkaart nodig voor de coördinaten.'
  
  Er was weinig algemeen gebabbel tot we de sirene hoorden gillen, het teken dat de Alfa Romeo terugkeerde. Milliardone beschikte over een goed gedetailleerde stafkaart van het noordwestelijke gebied, net ten noorden van de stad. Hij lag uitgevouwen op tafel, de uiteinden aan weerszijden afhangend. Hij stond er overheen gebogen met een aantekenpotlood in zijn hand; een gezette man in uniform, met een puntige snor als een oude, waakzame kater, gereed om toe te springen.
  
  De politieman gaf me het geleende instrument van de natuurkundige afdeling. Hij was nagenoeg identiek aan het geval dat ik kende van mijn droogoefeningen in de hoofdkwartieren van AXE. Ik stelde hem nauwkeurig in op de buitenissige combinatie van elementen, terwijl ik mijn handelingen uitlegde.
  
  'Het moet een ongewone combinatie zijn, omdat het anders iedereen met een lichtgevend polshorloge zal aan wij zen. Daar! Daar is het!'
  
  Langzaam draaide ik de meter open en kreeg een antwoord van de trillende naald op de lengteschaal. Ik liet hem tot rust komen voor ik het doorgaf aan Milliardone. Perestoff keek, zwaar ademend, over mijn schouder mee.
  
  De Italiaan trok een rechte lijn over de kaart. Ik stelde de schaal in op de breedtegraad en las het andere getal op.
  
  Milliardone trok een tweede lijn die de eerste kruiste op een punt precies tussen de twee rechthoekjes op de kaart die de pakhuizen van Conti aangaven die ik had bezocht, het pakhuis dat generaal Maserati was binnengevallen en leeg had aangetroffen.
  
  'Het is een stomme grap,' zei Herr Bergen vol afkeer. 'Carter staat aan hun kant en hij zorgt ervoor dat we opgehouden worden. Elke gek kan die scanner zo verdraaien dat hij de locaties krijgt die hij al weet. Het is absoluut waardeloos.'
  
  'Ik geloof niet dat het apparaat is verdraaid,' zei kolonel LeGrand. 'Ik las dezelfde getallen op die schijf als meneer Carter opnoemde.' Majoor Milliardone zag er meer als een dikke wijze kater uit, dan ooit.
  
  'Meneer Hyman,' zei hij. 'U en luitenant Gismondi hier hebben allebei op wacht gestaan. U zegt dat u niets ongewoons zag of hoorde tijdens uw wacht, niets buiten de normale opwinding toen de honden slapend werden gevonden en later toen de breuk in de omheining aan het licht kwam. Alstublieft, vertel het ons nogmaals. Stap voor stap, zonder ook maar iets weg te laten.'
  
  Hyman vertelde precies hetzelfde als wat hij mij had verteld, maar toen hij wilde stoppen, dwong de majoor hem door te gaan tot na de aankomst van Studs Mallory.
  
  'Nou, hij reed gewoon naar binnen in een Mercedes met chauffeur,' zei Hyman. 'Stapte uit en ging de technische afdeling binnen, het gebouw dat tussen het administratiegebouw en de pakhuizen in ligt. Toen hoorde ik een gezoem, u weet wel, zoals wanneer je een verwarmingssysteem inschakelt. En de meeste Amerikanen doen dat op deze maartse ochtenden. Dat was alles.' 'Luitenant Gismondi,' zei de majoor.
  
  De luitenant begon bij het begin, maar Milliardone onderbrak hem.
  
  'Dat zoemen na de aankomst van Malllory,' zei hij. 'Hoorde u dat ook? Denk goed na.'
  
  'Nou ja, meneer,' zei luitenant Gismondi. 'Het was duidelijk te horen, maar...'
  
  Eerder dan de anderen begreep ik waar Milliardone heen wilde. 'Een lift,' zei ik. 'Die hele, verrekte vloer is naar beneden gezakt. Een van de technische successen van de grote Studs Mallory.' Majoor Milliardone glimlachte instemmend.
  
  'Theatermensen, vermoed ik,' zei hij. 'Een toneel dat omhoog komt, een toneel dat zakt. Allemaal onderdeel van hun wereld van illusie. En het enige bewijs een zwak gezoem dat van alles kan zijn.' Toen verdween zijn brede kattengrijns.
  
  'Maar wat helpt ons dat verder?' vroeg hij. 'Na het eerste fiasco kan ik niet een nieuwe gevechtseenheid Renzo's terrein binnen laten marcheren voor een volgende inspectie. Mijn eigen carabinieri zouden me niet eens door de poort naar binnen laten komen. En Piero zou een protestmars organiseren.'
  
  Alle gezichten stonden somber tot de dikke majoor, met het gebaar van een kind dat een raadsel oplost, met zijn vlakke hand tegen zijn voorhoofd sloeg.
  
  'Over land kunnen we niet naar binnen,' zei hij. 'We kunnen ons nauwelijks vanuit de lucht naar beneden laten zakken. Maar onder de grond zitten voldoende gangen om een snelweg aan te leggen. Niemand kent alle katakomben van Rome, ondergrondse doorgangen van negentien eeuwen. Maar ik, Guglielmo Milliardone, ken ze beter dan welk ander levend wezen ook, want ik kom er voortdurend om de dieven tot in hun hol te volgen. Zie hier.'
  
  Hij boog zich over de kaart en trok met potlood snel lijnen, een maas van kronkelingen die in elkaar overliepen, elkaar kruisten, ontmoetten en weer uiteen gingen. Twee ervan liepen net onder de twee kruisende lijnen van onze peiling door.
  
  'Ik ben een dwaas daar niet direct aan gedacht te hebben,' schold hij op zichzelf, terwijl hij zijn revolverholster van de stoel pakte. 'Heel waarschijnlijk is dat de route die zij gebruikten om hun meest geheime materiaal aan te voeren. En Mallory construeerde een pakhuis met een liftvloer die tot in de catacomben kan zakken en desgewenst weer omhoog kan komen.'
  
  'Wat gaat u doen als u daar eenmaal bent, majoor?' vroeg ik. 'Een deuntje fluiten? Nog steeds hebben we te maken met het ongemak daar niet een gevechtseenheid naar toe te kunnen brengen.' 'Verdomme,' bekende hij. 'Ik weet het niet. Maar ik zal iets doen. Misschien blaas ik het allemaal op, met mezelf erbij.'
  
  'Een bewonderenswaardig aanbod van zelfopoffering, majoor,' zei Perestoff. 'En geheel in de oude, Romeinse traditie. Maar niet praktisch. Al die atoomkoppen bij elkaar zouden wel eens zo ongeveer tot dezelfde explosie kunnen leiden als de rampspoed die wij juist proberen te vermijden.'
  
  'Ik ga mee,' zei ik. 'Niet in de geest van de oude Romeinse waarden, kameraad Perestoff, maar omdat ik mijn wapentuig ken. Ik kan de nucleaire van de niet-nucleaire wapenen scheiden en dan een vuurwerk maken van een stuk of wat gewone bommen. Dat geeft dan de brandweer volmacht om de studiopoort binnen te gaan, majoor. En uw ondergeschikten kunnen dan klaar staan om rugdekking te geven die wel nodig zal zijn op het moment dat ze daar binnenkomen en de verborgen voorraden van Wereldeinde vinden.'
  
  'Dat is het antwoord,' zei de majoor, me tevreden op mijn schouder kloppend. 'U gaat mee, signore Carter. Gismondi, organiseer de brandweer voor een alarm en verzamel Guilio's gevechtseenheid om te volgen. Het zal voor hem een rehabilitatie betekenen, nog voordat Piero kans heeft gezien hem voor de krijgsraad te laten dagen.'
  
  'Als Nick gaat,' zei Perestoff, op een toon die geen tegenspraak duldde, 'dan ga ik ook. Ik stemde alleen maar voor hem omdat hij onze laatste toevlucht is. Ik vertrouw hem nog steeds niet in een pakhuis dat vol zit met dergelijke wapens.'
  
  'Ik vrees dat ik eveneens mijn armzalige lichaam zal moeten aansluiten als Perestoff meegaat,' zei Koe Fal. 'Ik denk niet dat mijn meerderen het zouden goedkeuren dat ik een Amerikaan en een Rus samen wegstuur. Zelfs niet onder uw toezicht, majoor.'
  
  Met moeite bewaarde majoor Milliardone zijn kalmte, maar het lukte hem.
  
  'Bent u er zeker van dat u niet vergezeld wilt worden door de carabinieri, de bereden politie en de politiekapel?' vroeg hij. 'Goed dan. Wij met ons vieren. Maar dat is alles. We kunnen de niet in kaart gebrachte catacomben binnengaan even voorbij de plaatsen die aantrekkelijk zijn voor de toeristen bij St. Galixtus. Laten we gaan.'
  
  Het was slechts een korte rit naar een schroothoop, waar de politiewagen ons achterliet. Majoor Milliardone leidde ons langs een berg oude fietswrakken in de richting van een nauwe ingang.
  
  'De kaarten die er zijn,' zei hij, 'zitten in mijn hoofd.' Hij dook naar binnen en wij volgden hem. De doorgang verbreedde zich en de lantaarn van de majoor die voorop liep, toonde rijen van gestolen wagens, voor het merendeel ontdaan van onderdelen die op de dievenmarkten werden verhandeld, maar sommige ervan waren nog in goede staat.
  
  De majoor ging voorop. Ik liep direct achter hem, me terdege bewust van het feit dat Perestoff direct achter me was met het Tsjechische pistool in zijn rechterhand. Daarachter kwam Koe Fal, die een Amerikaans automatisch pistool droeg, Vietnams geringe bijdrage aan het Chinese arsenaal.
  
  'Nog een half uur lopen,' riep majoor Milliardone naar achteren. 'In het begin hebben we slechts iets te duchten van eenvoudige diefjes, daarna, vrienden, voorzichtig aan.'
  
  We liepen stil voort. Na tien minuten draaide Milliardone een dimmer op zijn lamp en ging nog bedachtzamer en langzamer lopen. 'Nu,' zei hij, zich omdraaiend, 'bevinden wij ons op minder dan tweehonderd meter van de terreinen van Conti. Ik stel voor een uiterste voorzichtigheid te betrachten.' Hij sprak in het Italiaans, dat de gewone taal was geworden op onze missie. In het Italiaans heeft het woord voorzichtigheid drie lettergrepen: prudenza. Majoor Milliardone was nog niet aan het za toe, toen er een luid en weergalmend gekletter te horen was van twee getraliede hekken die voor en achter ons naar beneden vielen. Op hetzelfde moment werd onze kleine, beperkte ruimte overspoeld door een verblindend wit licht. 'Ik meen,' klonk de bariton van Piero, 'dat de juiste uitdrukking hiervoor is: als ratten in de val.'
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 8
  
  
  
  
  Onze afgegrendelde ruimte in de tunnel van de catacomben, leek op de filmset voor de een of andere, ondergrondse martelscène. Elk detail was haarscherp, maar de ruimte verderop zwart en ondoordringbaar als een put.
  
  Grijsbruine steen en aarden muren met sporen oranje en rood. Een stapel gestolen banden stond als een altaar onder een nis met eeuwenoude botten. Een splinternieuw, verchroomd wandelwagentje glom in de hoek naast het voorste traliewerk.
  
  Majoor Milliardone liet twee oorverdovende knallen horen van zijn automatische pistool. Perestoff, Koe Fal en ik doken weg voor de rikocherende kogels, die de ijzeren tralies raakten.
  
  'Stop dat,' beval Perestoff. 'Wilt u er wel aan blijven denken dat ik nog steeds het bevel voer.'
  
  De stem van Sir Hugh klonk, vol met het spottende lachje van de Engelse landjonker.
  
  'Met Studs' virtuositeit, zou je toch nauwelijks denken dat onze lichamen zich bevinden waar onze stemmen vandaan komen,' zei hij spottend. 'In werkelijkheid zitten wij heel gerieflijk in het kantoor van Renzo naar jullie te kijken op een gesloten televisiecircuit.' Ontmoedigd stak majoor Milliardone zijn wapen weg.
  
  'Binnen een paar seconden,' vervolgde Sir Hugh, 'worden jullie behandeld met een geurloos, direct werkend gas van een korte, maar effectieve duur. Als jullie slapen worden jullie door onze mensen naar onze meer plezierige vertrekken overgebracht voor een ondervraging die misschien wel heel wat minder plezierig zal worden.'
  
  'Hou je adem in,' beval Perestoff, maar hij was te laat en gleed al naar de stoffige vloer. Dat was het laatste dat ik me herinnerde, voor ik weer bij kennis kwam op een sofa in Renzo's suite.
  
  Eerst zag ik een muur die volledig volhing met zijdedrukken van
  
  Andy Warhol en beeltenissen van Marilyn Monroe. Ik dacht dat ik hallucineerde, tot ik de vertrouwde gezichten zag van Renzo, Studs, Sir Hugh en Piero, gezeten aan de andere kant van het vertrek, en naast me, even grondig aan handen en voeten gebonden als ik, majoor Milliardone, Oleg Perestoff en Koe Fal.
  
  'Jullie zijn vier mislukkelingen,' richtte Piero zich tot ons toen we allemaal weer tot bewustzijn waren gekomen. 'Even belachelijk en pathetisch als de wereld zelf die we, zoals jullie al duidelijk hebben geraden, op het punt staan te vernietigen. Een zieke en verrotte beschaving, met jullie als haar rioolbewakers, het duidelijke symptoom van de zwakheid ervan.'
  
  'Deze laatste, kleine conferentie,' zei Sir Hugh, 'beoogt niets anders dan ons amusement. De enige tragedie van Wereldeinde, het grootste spektakel in de geschiedenis van de mensheid zoals we zonder overdrijving hebben aangekondigd, is het ontbreken van toeschouwers.'
  
  'Het spreekt natuurlijk vanzelf,' legde Renzo uit, 'dat het werkelijke einde van de wereld niet in de film van die naam is. Die is ronduit belachelijk, zelfs gemeten naar mijn eigen, tolerante maatstaven. Maar wij vieren zijn allen mensen uit de showbusiness en het bedroeft ons enigszins geen reactie van het publiek te zullen krijgen.'
  
  'Dus toen jullie gevieren, topagenten van internationale faam, ons valletje kwamen binnenklossen,' zei Studs Mallory met een brede glimlach, terwijl hij zichzelf hielp aan vier vingers whisky uit een kristallen karaf, 'dachten we: hier is ons publiek, een gevangen publiek. Zo zit dat.'
  
  De pathologische behoefte van een psychopaat aan een publiek is vaak de zwakte geweest die tot zijn ondergang heeft geleid. Maar op dit moment zag ik nou niet direct een zonnige uitweg uit deze bijeenkomst. Mijn metgezellen en ik waren stevig vastgebonden en aan weerskanten van de sofa stonden twee potige bewakers van zo'n één meter negentig lang met geweren in de aanslag.
  
  Piero moet hebben gezien dat mijn ogen die richting op zwierven, want hij reageerde. 'Jouw bewakers, meneer Carter,' zei hij, 'zijn Indonesiërs. Gebonden door een loyaliteit die slechts via hoge gages verkregen kan worden. En onze laatste onthullingen zullen hen niet schokken, aangezien ze in het geheel geen Engels verstaan. Ook geen Chinees, meneer Koe Fal.' 'Schiet ons dan maar neer, dan hebben we het gehad,' zei majoor Milliardone. 'We kennen jullie plan en er zijn anderen die dat kennen. Misschien dat zij slagen waar wij gefaald hebben.'
  
  'Dat denk ik niet,' zei Piero. 'Generaal Maserati staat onder huisarrest en wacht op een onderzoek. Waarschijnlijk wordt het krijgsraad. Als jullie lichamen worden gevonden, nadat de studiobewakers jullie uit zelfverdediging hebben neergeschoten, hebben we wellicht de laatste nagel aan de doodkist van grip. Bovendien gaat het nu om ons amusement en niet om uw prioriteiten. Ik zal Sir Hugh vragen te beginnen met het verhaal, daar het begin hem waarachtig toebehoort.'
  
  Sir Hugh leunde naar voren, keurig gekleed, gezet, een beetje opzichtig, het ideaal voor elke castingdirecteur die de minzame, maar desondanks efficiënte nieuwe, Engelse zakenman zoekt.
  
  'Zo'n jaar of vijf geleden,' zei hij op een gemakkelijke conversatietoon, 'kwam het allemaal tot een klimaks toen ik me bewust werd van mijn nerveuze aandoening. Flauwte, verwarde spraak, tijdelijk verlies van geheugen, dat soort dingen. Maar wat nog erger was, een neiging om de dingen uit de hand te laten lopen en om rotzooi te veroorzaken als ik door mijn emoties werd meegesleept.
  
  Ik had altijd al wel het gevoel zo'n keer of wat per week te moeten rotzooien met een gehuurde slet; de enig zinnige manier: geen kouwe drukte, gewoon recht op en neer. Maar ik wilde ze nog wel eens wat ruw behandelen, dus moest ik wat meer betalen. Maar het werd ruwer en op een goede nacht trok ik de tieten van die stomme teef er bijna letterlijk af. Het kostte me stapels geld aan advokaten, vrienden op een aantal ministeries, enzovoorts, om daar weer uit te komen. Toen dat achter de rug was, realiseerde ik me dat ik medische hulp nodig had.
  
  Door het grootste geluk ter wereld, ontdekte ik toen Dr. Untenweiser. Hij vond de juiste medicijnen om mijn zenuwen in bedwang te houden en om mijn sadistische uitbarstingen te controleren. Tijdens een aantal zittingen op de bank, deed hij me realiseren dat er eigenlijk niet zo veel abnormaals met me aan de hand was. In ieder geval niet iets waarmee ik, met de juiste behandeling, niet een gerieflijk leventje zou kunnen leiden. En hij had helemaal gelijk. In de jaren erna geen openlijke moeilijkheden meer, behalve die kleine vergissing toen een ongelukkig meisje erin bleef onder mijn behandeling. Maar ik was hogerop gekomen in de wereld, zodat het allemaal keurig onder de tafel werd geveegd.
  
  Maar wat ik mijn beste Dr. Untenweiser maar niet duidelijk kon maken,' zei Sir Hugh even achteloos alsof hij over een huiduitslag praatte, 'was dat ik mijn vroegere destructieve pleziertjes miste en dat ik iets enorms, iets wereldomvattends, nodig had ter vervanging. Op dat moment verschenen Renzo, Studs en Piero ten tonele, in die volgorde. Renzo?'
  
  'Sir Hugh had Dr. Untenweiser neergepoot in een kliniek, annex kuuroord,' zei Renzo. 'En de faam ervan had zich snel verbreid in de geïnformeerde kringen over de hele wereld. Ik had zelf een ongelukkig patroon van nerveuze aandoeningen en ook last van dezelfde uitbarstingen van geweld die Sir Hugh zo gevaarlijk achtte voor zijn image. In mijn geval betrof het jongetjes. En op het moment dat een zwakke jongeling met het gezicht van een Botticelli-cherubijntje zich zo ondankbaar toonde dood te gaan na een buikvliesontsteking die hij had opgelopen door een uitgescheurd rectum, zag ik Easeful Acres als de aangewezen plek om wat uit te rusten terwijl een paar zakelijke vrienden de rotzooi achter me opruimden.'
  
  Ook hij sprak met de uiterlijke onverschilligheid van de krankzinnige.
  
  'Vrienden van me hadden me verzekerd dat Dr. Untenweiser zich niet zou bemoeien met die paar shots cocaïne zo nu en dan die ik, evenals de grote Sherlock Holmes, nodig heb voor mijn creatieve vermogens. En dat was voor mij de extra prikkel om te gaan. Tot mijn grote verrassing trof ik in die kliniek een eminente collega uit de filmwereld en een landgenoot van u aan, meneer Carter: Studs Mallory.'
  
  'Ik ging erheen om weer eens een tijdje van de drank af te zijn,' zei Studs Mallory opgewekt. 'Niet dat ik alcoholist ben, dat niet. Maar zo nu en dan, zo'n keer of twee per jaar, loopt dat spul me uit de klauw. Dan haal ik een paar maffe grappen uit en moet ik weer uitwijken naar een tent waar ik drooggelegd word om weer wat uit de knoop te komen. Ditmaal had ik mijn laatste Oscar gevierd; Mallory's comeback noemden ze het, alsof ik ooit was weggeweest. Ik ging naar Mexico, naar een chique hoerentent. Ik begon met Scotch, dat is voor mij zoiets als niet drinken. Maar tegen de tijd dat ik was overgestapt op tequila, probeerde ik wat kunstjes met vier van die snollen tegelijkertijd. Ook op seksgebied ben ik de programmeur. Die stomme Mexicaanse snollen namen geen bevelen van me aan en ik gebruikte zo'n oud scheermes om hun verstand wat bij te werken. Eén van die wijven hebben ze in een kist afgevoerd en een ander zal nooit meer lopen. De rest was ook een beetje toegetakeld. Maar, je kunt nu eenmaal alles kopen in Mexico, dus kocht ik mijn alibi's. Toch had ik zo het gevoel dat het weer eens tijd werd om goed droog te liggen in een wat koelere omgeving. Ik nam het vliegtuig naar Sussex, waar het allemaal samenkwam.'
  
  'Waar ik me ook bevond, op Easeful Acres,' vervolgde Piero op zijn beurt, 'onder het pseudoniem "Charles Stratton." Ik koos die naam omdat het de naam was van de fameuze generaal "klein duimpje". Fysiek was ik uitgeput door een missie naar Centraal-Afrika. Het was een groot succes geworden, hoewel niet geheel zonder gevaar. Evenals mijn vrienden hier heb ik een zekere voorliefde voor buitensporigheden. Voor de situatie in kannen en kruiken was, waren er nogal wat opzienbarende moorden op blanke boerenfamilies. Voorpaginanieuws van martelingen, het verkrachten van kinderen, ingewanden die eruit worden gehaald, in sommige gevallen kinderen die werden opgegeten voor de ogen van hun teergevoelige ouders. Nog steeds zou ik direct die kant opgaan, als de Verenigde Naties me dat zouden vragen, maar dan meer om mee te doen aan die kleine feestjes, dan om de moeilijkheden te regelen.'
  
  'Die Piero,' brulde Studs, 'altijd baas boven baas.'
  
  Piero glimlachte en vervolgde: 'Zo nu en dan bracht Sir Hugh een bezoek aan Easeful Acres om de boeken te controleren, om zijn behandeling bij Dr. Untenweiser voort te zetten en om wat speurwerk te doen naar informatie die hem kon helpen bij zijn zaken. Geen chantage, maar kennis van, zeg sodomie, van een prominente edelman kon hem helpen aan een nieuwe naam boven zijn briefhoofd, niet?
  
  Sir Hugh brak snel door mijn alias heen, herkende uit hun dossier twee andere verwante zielen in Renzo en Studs en bracht ons samen. Heel heimelijk in mijn privé-vleugel voor een serie bijeenkomsten, waaruit het Wereldeinde-project is ontstaan.'
  
  'Maar het was Piero die de zaken werkelijk aan elkaar laste,' zei Studs. 'Verdomme, Piero, we lagen allemaal behoorlijk in de vernieling, voor jij arriveerde en dat zou anders nog zo zijn geweest.' 'Laten we zeggen dat onze vaardigheden elkaar aanvulden,' zei Piero bescheiden. 'Wij allen hadden, bewust of onbewust, verlangd naar een aanval op de gevestigde orde die ons had gekwetst. Ik werd gestraft omdat men mij belachelijk maakte vanwege mijn lengte. Renzo raakte zijn nobele bezittingen kwijt. Sir Hugh kreeg, ondanks zijn faam en weelde, nog een aantal subtiele sneren te verduren vanwege zijn lage komaf. En ze ontnamen Studs zijn inventieve brein zonder duidelijke erkenning of beloning.'
  
  'Alleen kon niemand van ons de wraak krijgen die hij zocht,' zei Renzo peinzend. 'Onze kleine uitbarstingen, hoewel technisch gesproken misdaden, waren slechts kinderspel. St. Joris was uitgerust voor het verslaan van draken maar hield zich slechts onledig met het neermeppen van bromvliegen. Samen nu, kunnen we alles bereiken... en hebben.'
  
  'Renzo's studio en zijn reputatie van spektakelstukken, gaven me het idee,' zei Piero. 'Mijn eigen diplomatieke connecties, samen met de internationale zakenrelaties van Sir Hugh en Studs' vaardigheid en prestige op het technische vlak, hielpen ons. We verzamelden de munitie en atoomkoppen die we nodig hadden om de stukken uit te rusten die alle regeringen ons bereidwillig afstonden op basis van Renzo's vroegere filmslagvelden. Het kostte tijd, maar het is gebeurd. De enige argwaan kwam van een paar overgevoelige neuzen uit GRIP en van de overgevoelige vriend van meneer Carter, Clem Anderson die geliquideerd moest worden.
  
  Vrijdagavond staat voor de deur. Wij vieren hebben het plan opgevat om gezellig te gaan eten in de stad, misschien in gezelschap van de charmante vriendin van meneer Carter, signorina Cavour, en een paar andere, genereuze dames. Morgen nemen Renzo, Sir Hugh en ik het privé-vliegtuig van Renzo naar de schuilplaats die we hebben voorbereid. Volgens de beste meteorologische rapporten ligt die zelfs veilig voor de meest gevaarlijke fall-out tijdens de slachting die we hebben voorbereid. Voor extra beveiliging hebben we onderkomens ver onder de grond met gefilterde lucht en voorzien van alle mogelijke comfort. We hebben meer dan voldoende rijkdom in de vorm van die mooie goudharen die ik de afgelopen zes maanden vanuit Lugano hebt verscheept. We bezitten een eigen leger, bestaande uit duizend van het soort mannen zoals de beide bewakers hier. Ik hoop dat u allen verrukt bent het verhaal nu te kennen.'
  
  Ten antwoord spoog Perestoff op de luxe vloerbedekking. De anderen reageerden niet.
  
  'Niet direct het enthousiaste publiek waarop ik had gehoopt,' zuchtte Sir Hugh. 'Maar ik heb leren leven met mijn kleine teleurstellingen.'
  
  'Waarom vliegt dat Amerikaanse zwijn niet gelijk met jullie mee?' Koe Fal was niet in staat zijn nieuwsgierigheid te bedwingen. 'Meneer Mallory zal nog een paar uur langer blijven om de laatste banden te programmeren en op de knop van de computer te drukken,' zei Piero. 'Een andere jet staat klaar om hem te vervoeren, zodat hij nog in een veilige tijd in staat zal zijn zich bij ons te voegen. En om die twee dagen dat de radio en televisie mogelijk nog werken onze kleine voorstelling te aanschouwen en te beluisteren.' Studs Mallory had zijn derde stevige borrel achterover geslagen. Hij schoof zijn stoel naar voren, zijn blauwe ogen puilden iets uit door hetgeen er komen ging. 'Jij beloofde me de eerste kleun, Piero,' zei hij. 'Vergeef me de uitdrukking.' Hij greep in zijn zak en haalde er een groot knipmes uit. Hij maakte het open en een lang, krom lemmet kwam naar buiten.
  
  Ik hoorde de ademhaling van majoor Milliardone naast me versnellen, maar hij knipperde zelfs niet met zijn ogen.
  
  'Zie je,' knorde Piero. 'Aangezien jullie een zo weinig bevredigend publiek voor ons zijn geweest, zullen we onze bevrediging op een andere manier uit jullie moeten zien te halen.'
  
  Studs sprong overeind uit zijn stoel en plantte het mes in Milliardone, net onder diens navel. De majoor gromde, maar meer niet. Het uitblijven van enige reactie maakte Studs gek van woede. Keer op keer ramde hij het mes in de Italiaanse officier. Door zijn woede was het lot de man genadig, want de derde of vierde steek trof de man in het hart en het bloedende lichaam gleed tegen me aan. 'Nogal slordig, Studs, ouwe jongen,' zei Sir Hugh. 'Ik neem aan dat het nu mijn beurt is met deze Chinese heer?'
  
  Hij kwam overeind en liep op Koe Fal af, terwijl hij een kromme zeilmakernaald uit zijn vest haalde. Wat hij ermee voorhad, zal ik nooit weten, want Koe Fal beet op dat moment de cyanidecapsule stuk die hij al die tijd in zijn gebit verborgen had gehouden en was al dood voor Sir Hugh hem kon aanraken.
  
  'Gele ploert.' Sir Hugh pruilde als een dik schoolkind dat niet naar een partijtje mag.
  
  'Nou, nou,' schimpte Piero. 'We mogen wel hopen dat we boven dat enge radicalisme en nationalisme van onze vrienden van Interpol en grip staan. Renzo, geluk met je Rus.'
  
  Ik wist iets af van de MGB-opleiding. Net als onze opleiding bij AXE was die erop gericht geheimen te bewaren in het aangezicht van marteling. Maar wat onze tegenstanders voorhadden was uiteindelijk niet anders dan gewone marteling, als doel op zich.
  
  Slank, kwaadaardig en elegant in zijn op maat gesneden kostuum, kwam Renzo overeind uit zijn stoel. Op zijn gezicht de dunne, kille glimlach als van een schilderij van de elegante Renaissance voorouders die hij beweerde te hebben.
  
  'Dank je, Piero,' zei hij. 'Ik haal er een bijzondere bevrediging uit dit soort blatende, heteroseksuele types terug te brengen tot jammerende gelei. En daarom zal ik dus beginnen met zijn proletarische geslachtsklieren.' Uit zijn borstzak haalde hij een smalle suède schede en daaruit kwam een dunne, chirurgische scalpel tevoorschijn.
  
  Hij was binnen het bereik van de sofa toen Perestoff schreeuwde: 'En de ballen voor jou!' Hij schopte naar voren met zijn geketende voeten en trof Renzo hard en doelgericht in het kruis.
  
  Renzo sloeg dubbel van de pijn en wankelde achteruit. Toen hij weer overeind kwam en zijn ademhaling weer normaal ging, gebaarde hij sissend naar de twee bewakers.
  
  'Daar zal je voor boeten, Rus. Daar zal je voor boeten.'
  
  Ik heb een sterke maag, maar ik draaide mijn hoofd af toen Renzo aan het werk toog. Het duurde lang voor Perestoff stierf, maar hij hield zich sterk. Helemaal aan het einde klonken er een paar kreunen, maar die waren nauwelijks meer menselijk te noemen. Het waren de onwillige reflexen van een uiteengereten en gemartelde vleesklomp die elk contact met het bewustzijn had verloren. Ik haatte alles waar Oleg Perestoff voor stond, maar op dat moment hoopte ik dat ik een even waardige uittocht zou maken.
  
  'En nu jij, Carter,' zei Piero. Maar hij leunde naar achteren in zijn verhoogde stoel en maakte verder geen enkele beweging. 'Ik denk dat alles wat je met je vrienden hebt zien gebeuren te gemakkelijk voor je zal zijn, Carter. Volgens mij... ' Hij bracht een klein handje omhoog naar zijn kinderlijk gepenseelde sik in een air van diepe concentratie.
  
  'Gewone moord schijnt te platvloers in verhouding tot onze grote show,' zei hij.
  
  'Ook die op Rosana?' vroeg ik, een gok wagend. Ik wilde nog wat losse draden samen knopen voor ik stierf.
  
  'Je raadde het?' vroeg de dwerg minzaam. 'Ja, op dezelfde manier als waarop ik je kamer doorzocht toen je die eerste ochtend zo grof verdween. Ik ben iemand die atletiek voor zijn liefhebberij doet en er kleven nu eenmaal zekere voordelen aan mijn lengte. Het was niet zo moeilijk voor me om over het dak van het hotel te glippen, me op het balkon te laten zaken en me beide keren toegang te verschaffen zonder opgemerkt te worden vanaf de straat. Arme Rosana, ze deed nog steeds alsof zij bezig was voor onze belangen. Maar we hadden voldoende bewijs van haar connecties met kolonel Norden, dus moest ik haar wel uitschakelen. Jammer. Ze zou een decoratieve dienstmaagd zijn geweest in onze nieuwe residentie.'
  
  'Ze vertrouwde jou,' zei ik.
  
  'Elke politicus moet wel een paar kiezers teleurstellen ten bate van de hogere politiek,' zei Piero met het geduld van de gek die zijn logica probeert op te dringen op de niet gekke ongelovige.
  
  'Op dit moment is een ieder het erover eens dat het grootste probleem van de wereld dat is van de overbevolking. Wereldeinde zal een bijdrage leveren om dit op te lossen. En welk ras er ook uit mag voortkomen, het is onze opdracht dat te overheersen.'
  
  Hij glimlachte. 'Maar, ik kom te laat voor ons etentje. Jij, Carter, zal het enige lid van ons wereldpubliek zijn dat de bedoeling van onze show kent.' Hij lachte. 'Dus ik zal je zelfs niet aanraken. We brengen je terug naar de catacomben, terug naar dezelfde afgesloten plaats. Daar laten we je achter met pen en papier om je laatste herinneringen te noteren op het moment dat de wereld boven je hoofd explodeert en jij sterft van honger en dorst. Het is mijn ironie om te hopen dat de pagina's bewaard zullen blijven; een verhaal over de architecten van dit gebeuren: Sir Hugh, Renzo, Studs en ik. Over een paar honderd jaar zullen die notities gevonden worden, samen met jouw gebeente en dat van de vroeg-Christelijke martelaren.' Hij klapte in zijn handen en sprak iets in een Aziatische taal die ik niet onmiddellijk kon thuisbrengen. Eén van de bewakers gaf me een harde dreun op mijn hoofd en ik was buiten bewustzijn voor ik me kon verzetten.
  
  Toen ik bijkwam, was ik terug in mijn getraliede catacombencel. Piero had de schijnwerpers aan gelaten, me voorzien van een kleine tafel, een aantal ballpoints en een stuk of tien blocnotes. Dat was het dan: het nieuwe meubilair, de stapel gestolen banden, het wandelwagentje, de oude, heel oude botten en ik. Ik mocht verrekken als ik Piero's gloeiende getuigenis schreef, maar misschien kon ik iets anders met het papier doen.
  
  Maar wat? Een rat vangen, een papiertje eraan vastmaken en hem dan weer laten gaan? Maar wie zou die boodschap, verdomme, op tijd opmerken? Ik begon kinderlijk te worden in mijn hulpeloosheid. Geen zaak die je kenmerkend kon noemen voor Nick Carter. Als een ekstra belediging hadden ze mij mijn Luger, mijn stiletto, mijn gasbom en de inhoud van al mijn zakken gelaten.
  
  Mijn mes had een extra vijltje, maar dat zou niets uithalen. Dat zou zoiets worden als het openbreken van de kluizen van de Chase Manhattan Bank met behulp van een brievenopener, slechts oefening in hulpeloosheid.
  
  Ik bleef in kringetjes denken, terwijl mijn horloge de uren als minuten wegtikte en ik maar geen oplossing vond. Het was zaterdagochtend nu, na een nacht van hazenslaapjes en momenten van doodlopende gedachten. Piero, Renzo en Sir Hugh zouden inmiddels in de lucht zijn, op weg naar hun gezellige en verre schuilplaats. Ergens boven me zou Studs Mallory de laatste hand leggen aan zijn computerprogrammering. Ver weg in Washington zou Hawk een paar onschuldige werknemers van de typekamer uitkafferen, hoger geplaatsten verzekeren dat alles in orde zou komen omdat Nick Carter aan de zaak bezig was, en dat nog geloven ook.
  
  Ergens aan het westelijke einde van de tunnel klonk een geluid. Ratten? Kruimeldieven die nog meer van hun buit kwamen verstoppen? Zelfs de politie zou ik hebben verwelkomd, ook al hadden die een opsporingsbevel bij zich voor Gerry Carr.
  
  'Lachen, je bent in beeld.' Het was Hymans spottende stem, waarin een enorme opluchting doorklonk.
  
  'Trovato, we hebben hem gevonden,' klonk de stem waarvan ik me herinnerde dat die toebehoorde aan luitenant Gismondi, de assistent van majoor Milliardone. 'Maar waar zijn de anderen?' 'Jullie hebben een snijbrander nodig.' Ik was al aan het bevelen geven, zonder verder nog tijd te verliezen.
  
  'Brigadier Fazio,' hoorde ik Gismondi naar achteren roepen. 'De noodbrander.'
  
  Renzo's verlichting liet de buitenkant van mijn cel in het stikdonker, maar ik zag Hyman en een jonge sergeant van de genie toen die naar het traliewerk toe liepen. Toen zag ik de flauwe flits van de brander die door het metaal heen sneed alsof het boter was. Ik struikelde door de opening naar buiten en belandde in Hymans armen.
  
  'We hebben minder dan achtenveertig uur,' zei ik. 'Onderweg vertel ik jullie alles. Hé, hallo... ' Dit tegen de corpulente Gilchrist die naast luitenant Gismondi verscheen.
  
  'Zaterdags vrij,' morde hij. 'Duidelijk afgesproken toen ik dit baantje nam. Maar de jonge Hyman hier haalde me over en ik moet eerlijk bekennen dat een aantal technische aspecten me wel interesseert. Wat hij zei over die computercontrole over het hele arsenaal... '
  
  'Hou je bek en luister,' snauwde ik. 'Wat ik te zeggen heb, zal je misschien meer interesseren. En jij, Gilchrist, bent misschien wel onze enige weg hieruit.'
  
  Ons zo snel mogelijk voorthaastend, vertelde ik hun mijn verhaal en zij vertelden mij het hunne. Dat van mij is bekend, maar dat van hun was als volgt: grip, de CIA, generaal Maserati en zijn hele commando-eenheid zaten in hetzelfde verdomhoekje als Gerry Carr, Ben Carpenter en Nick Carter. Dat had ik wel kunnen raden. Maar wat ik niet had kunnen raden, of hopen, was dat Hyman aan mijn transistor opspoorder had gedacht en toen Gismondi had overgehaald. Zo handelden ze niet alleen onofficieel, maar ook nog eens een keer onwettig toen zij de commando-eenheid loskoppelden om die bij Gilchrist te voegen en mij op te sporen. Het apparaat had dezelfde punten aangegeven als wij hadden gekregen op de stafkaart voor het pakhuis. Gismondi had de kaarten die majoor Milliardone had volgekrast met lijnen nagelezen. Het was hun niet gelukt ook maar in de buurt van de hoofdingang van het terrein te komen, omdat die nu goed was afgegrendeld door de zware jongens van Wereldeinde, maar ze hadden een andere, kriskras route genomen.
  
  'Maar we zitten nog steeds in dezelfde puree,' eindigde ik mijn relaas. 'Jullie zeggen dat zij de commando's niet toelaten voor een onderzoek. Niemand van ons is in staat door het regeringsapparaat heen te breken dat Piero als blokkade voor ons heeft achtergelaten. Zelfs al kwamen we binnen, dan nog zouden we niets anders vinden dan een schoon kantoor zonder lichaam en dezelfde lege pakhuizen. En ze hebben daar voldoende privé-leger om ons volledig in de pan te hakken, voor we ook maar kans zien de vloer open te breken om het hele arsenaal aan de oppervlakte te brengen. Ze kunnen altijd zeggen dat ze ons hebben neergeschoten omdat we privé-eigendommen aan het vernielen waren.'
  
  'GRIP bestaat nog steeds,' zei luitenant Gismondi. 'Ik sta in contact met zowel generaal Maserati als kolonel Norden, die nog steeds op zijn uitwijzing wacht. Ze staan klaar om zo nodig een aanval vanuit de lucht te beginnen en uit je verhaal maak ik op dat het nu nodig is.'
  
  'Geen kans,' zei ik. 'Een te groot risico met al die atoomkoppen zo lekker dicht bij elkaar. Ikzelf kan wel zorgen voor een schone ontploffing om het schema van Wereldeinde in de war te sturen, maar dat alleen als laatste toevlucht. Ik heb nog steeds een kaart in mijn mouw zitten.
  
  'Dat kan dan beter een aas zijn, meneer Carter,' zei Gismondi bitter.
  
  'Toevallig is het een vrouw,' zei ik.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 9
  
  
  
  
  Even na twaalf uur diezelfde zaterdag zat een geschoren en minder armoedige Ben Carpenter naast Camilla Cavour op de achterbank van haar Rolls Royce. De schitterende wagen spoedde zich in de richting van de studio's van Lorenzo Conti. Het had me een heleboel moeite gekost, maar daar waren we dan...
  
  
  
  'Voor zover je weet, maakt zij ook deel uit van de bende,' had Hyman ertegenin gebracht. 'We weten dat zij patiënte was van die kliniek, de wieg van heel deze verschrikking.'
  
  'Maar honderden anderen ook,' zei ik. 'Ze was er niet in dezelfde tijd. En niemand noemde haar toen ze zo zaten op te scheppen in het kantoor van Renzo. Ze hadden geen enkele reden haar medewerking geheim te houden, aangezien zij ervan uitgingen dat wij allemaal toch dood zouden zijn. Ik heb een idee, Hyman, en, bij God, dat moeten we aangrijpen. Want het is zo'n beetje het enige dat we nog hebben.'
  
  'Goed,' stemde hij er ongelukkig mee in.
  
  'In de eerste plaats,' zei ik, mijn lijst van prioriteiten afwerkend, 'verzeker je je ervan dat Mallory daar aanwezig is. Dat is van belang. De enige manier waarop we dit nog tegen kunnen gaan, is door zijn programma om te keren en de enige die dat misschien kan is Gilchrist.'
  
  'Misschien?' De gezette, kleine man blies van verontwaardiging. 'Laat mij een computer zien, Carter, en ik doe er alles mee. Vanaf het spelen van Swansee River tot aan het klaarmaken van een sauce meunière en het bombarderen van Guam. Wat die druiloor uit Texas kan, die Mallory, kan Gilchrist dubbelop.'
  
  'Goed,' zei ik. 'Hyman, jij belt Camilla Cavour in Le Superbe. Er bestaat te veel kans dat de mensen van de balie mijn stem herkennen als die van Gerry Carr. Zeg haar dat zij, voor publiciteit en promotie van Wereldeinde, wordt gevraagd aanwezig te zijn bij de opening van een nieuw benzinestation. Haar gage bedraagt 100.000 lire. Gilchrist en ik zullen daar op haar wachten. Dan neem ik het over. Als je binnen vierentwintig uur niets van me hoort, laat je grip zijn bommen gooien.'
  
  Hij knikte, nog steeds niet gelukkig.
  
  'Zij heeft toegang tot de studio's,' zei ik. 'Niemand daar, behalve Studs Mallory, kent mijn slordige rol van Ben Carpenter en ze staat erom bekend dat zij loslopende zwervers oppikt om ze in een klein rolletje of zo te wringen. Als we eenmaal de studio binnen zijn, doen we het verder met de natte vinger en met de medewerking van Camilla, naar ik hoop.'
  
  'Denk jij,' zei luitenant Gismondi met een cynische grijns, 'dat signorina Cavour zo graag de rol op zich neemt van reddende engel, alleen maar omdat zij zo nu en dan op een liefdadigheidsbal verschijnt?'
  
  'Nee, maar ik denk zo dat Camilla een wat meer persoonlijk motief heeft voor het behoud van wat wij zo spottend de beschaving noemen. Als ik het mis heb, ben ik dood.'
  
  'Evenals ik,' klaagde Gilchrist. 'Maar ik zou graag de uitrusting van Mallory eens willen zien. Als die duitenfrikkerige regering me eens maar een vijfde van zijn budget gaf... maar misschien verandert men hierdoor van mening.'
  
  Camilla beet in het aas dat Hyman haar voorhield. Maar er volgden een vijftien riskante minuten bij het benzinestation, voor zij in de rest van mijn plan toestemde.
  
  Eerst een kritisch en niet erg vleiend onderzoek van mijn uiterlijk als Ben Carpenter, voor ze ook maar wilde toegeven dat ze me kende. Toen verspilden we nog wat tijd door haar taxatie van mijn huidige verschijning in het publiek.
  
  'Wel een morsig persoon,' zei ze. 'Maar je hebt nog steeds die sterke mannelijkheid die me bevalt, Gerry, Ben! Misschien neem ik een nieuwe confrontatie in overweging... '
  
  'Nick Carter,' zei ik. 'Dat is mijn echte naam. En je kunt die maar beter weten ook.'
  
  'Maar dan heb ik over je gehoord,' zei ze. Haar ogen vernauwden zich argwanend. 'Er doen nogal wat verhaaltjes over jou de ronde. En wat ik van vrienden heb gehoord, zijn die niet al te best.'
  
  Het was dus een spel van alles of niets. Ik speelde open kaart met haar en gaf haar een summier verslag van de situatie. Wat Camilla dan ook allemaal mocht zijn, ze was zeker niet stom. Ze volgde mijn uitleg met zo nu en dan een vraag.
  
  'Ik geloof je niet,' zei ze toen ik uitgesproken was.
  
  'Niemand is zo gek dat hij een grote film met mij in de hoofdrol weggooit voor zo'n krankzinnig en woest plan.'
  
  Net die scherpte in haar reactie waarop ik had gehoopt en waarop ik mijn toekomst, zo mogelijk die van de hele mensheid, had ingezet. Dus ik drong nog wat aan.
  
  'Ik verwachtte ook niet dat je me zou geloven, Camilla,' zei ik. Ik steunde dat met een blik waarvan ik hoopte dat die goede herinneringen zou oproepen aan vroegere momenten samen. 'Ik vraag je alleen maar mij een kans te geven te bewijzen dat het waar is wat ik je vertel. Als je me dan nog niet gelooft, kun je me uitleveren aan de Italiaanse autoriteiten en dan zul jij een heleboel mooie publiciteit hebben in de Italiaanse dagbladen. Meer en beter dan het geval zou zijn bij alleen maar de opening van een nieuw benzinestation.' 'Renzo heeft me onder meer tot ster gemaakt,' zei ze. 'Dus nu vraag je me hem te verraden voor iets dat me als pure fantasie voorkomt.' Op het moment dat zij begon te argumenteren, was het pleit voor meer dan de helft beslecht.
  
  'Was die ontvoering van mij dan fantasie?' vroeg ik. 'De moord op Rosana? Het enige dat ik wil, is dat jij aanwezig bent op het moment van de confrontatie tussen Studs Mallory en mij. Daarvoor moet jij mij en Gilchrist het terrein binnenbrengen.'
  
  'Waarom hij?' Ze liet zich vermurwen uit nieuwsgierigheid. Maar misschien was het ook nog iets anders.
  
  'Hij is een technisch genie, zoals Studs,' zei ik. 'Hij is misschien de enige man die in staat is de schade te herstellen die jouw makkers hebben aangericht.'
  
  Gilchrist kwam naar voren met een zweem van plezier op zijn gezicht door mijn vleiende beschrijving. Hij zag eruit als een zeewolf in dat oude bruine kostuum van hem, een zeewolf die probeerde te glimlachen.
  
  'Aan welke film heeft hij meegewerkt?' vroeg Camilla. Maar ze liep al voor ons uit naar haar Rolls en gaf haar chauffeur met een gebiedend gebaar van haar hand te kennen de portieren voor ons te openen.
  
  'Niet alle technici werken bij de film,' zei ik.
  
  'De beste wel,' zei Camilla. 'Alberto, naar de studio...'
  
  
  
  Daar waren we dan. Aan de poort geen moeilijkheden. De Rolls snorde over de gladde, stille weg naar het administratiegebouw toe, waar portiers over elkaar struikelden om de deuren voor ons te openen en ons binnen te laten. Met Camilla in ons gezelschap waren al onze paden gebaand en geplaveid. 'Ja, signorina Cavour; zeker, signorina Cavour.' Van dat heel makkelijke.
  
  Ze vroeg bij de receptie naar Mallory en kreeg te horen dat hij op zijn privé-kantoor zat in het computercentrum naast het beruchte pakhuis. Zoals ik haar tevoren had gezegd, vroeg ze niet aangekondigd te worden.
  
  'We willen Studs verrassen,' zei ze, haar wereldberoemde glimlach ten volle ontplooiend. 'Mijn vrienden en ik.'
  
  Een deel van mijn gok was, dat het personeel binnen het studiocomplex uit gewone werknemers zou bestaan die in het geheel geen binding bezaten met het project Wereldeinde. De sterke jongens van de bewakingsdienst zouden zich concentreren rond de hoofdpoort en bij de omheining.
  
  Gemeten aan de glimlach die zij terugkreeg, had ik het bij het rechte einde gehad. Iedereen was ervan overtuigd dat Studs Mallory een heel gelukkige vent was om een dergelijk verrukkelijk wezen als Camilla Cavour op bezoek te krijgen.
  
  Ik sprak snel en zacht tegen Camilla toen we door het overdekte gangpad liepen, dat de gebouwen met elkaar verbond. Gilchrist liep op één pas achter ons. Ik herhaalde instructies die ik haar keer op keer in de Rolls Royce had gegeven.
  
  'Laat mij als eerste naar binnen gaan,' zei ik. 'Studs' reactie zal je een eerste aanwijzing geven. Als hij me niet herkent, ook al ziet hij me alleen maar als Gerry Carr, dan mag je de politie roepen. Maar als hij geschokt is door mij daar in levende lijve te zien, dan zal je moeten toegeven dat ik de waarheid heb gesproken.'
  
  'Ja, ja,' zei ze ongeduldig. 'Dat heb je me al voldoende verteld. Ik ben geen kind meer.' Maar met een spoortje van kinderlijke ondeugendheid voegde zij eraan toe: 'Wie je werkelijk bent, vind ik misschien later wel uit... op mijn manier.'
  
  Een slaperige man in een grijs uniform keek op van zijn bureau aan de ingang van het technische centrum. Hij herkende Camilla en slaagde erin strijkages te maken, zonder uit zijn ingezakte houding omhoog te komen.
  
  'We gaan naar meneer Mallory,' zei Camilla.
  
  'U vindt hem in kamer 19, signorina,' zei hij.
  
  Ik liet Camilla haar vrouwelijke klopje op de deur geven en antwoorden op Studs' gegromde: 'Wie is daar?'
  
  'Camilla, schat,' zei Camilla met een walgelijke schuchterheid. 'Tot aan mijn strot in het werk, maar nooit te druk voor jou.' Studs sprak met een stem als een ritssluiting die werd opengetrokken. 'Kom binnen, schatje.'
  
  In haar plaats stapte ik naar binnen, de deur wagenwijd achter me openlatend.
  
  'Nick Carter,' zei hij met meer perfecte verbazing dan een regisseur hem had kunnen voordoen. 'Wat doe jij hier, verdomme.'
  
  Zijn rechterhand ging naar het knopje op het bureau en zijn linker tastte in een la.
  
  Ik was al door het vertrek heen voor één van beide handen doel had getroffen, vooral zijn linker die terugviel op een paar centimeter van een pistool.
  
  Hoewel Studs groot en gespierd was, was hij ook snel ter been. En de tijd die ik nodig had om de alarmdraad los te rukken en de la dicht te slaan, gaf hem voldoende gelegenheid zich volledig te herstellen. Camilla en Gilchrist waren nu ook binnengekomen. Gilchrist duwde de deur achter zich dicht en draaide hem op slot om verdere bezoekers af te schrikken.
  
  Met zijn rechterhand greep Studs een Venetiaans presse-papier, een regenboogkleurige bol ter grootte van een honkbal. Snel sprong ik toe, zijn slag opvangend met mijn schouder. Ik plantte een vuist in zijn maag en voelde die wegzakken in al dat extra vet dat zijn eens zo sterke lichaam had doen uitzakken. Mijn andere hand richtte ik op zijn lies. De situatie vroeg om een snelle, stille en meedogenloze actie. Mijn Luger zou een heel leger door de deur hebben binnengebracht, maar bij Studs had ik die niet nodig. Zijn kracht was tien jaar geleden al verdwenen en het enige dat er nog van over was, was een dun laagje vernis.
  
  Hij klauwde naar mijn ogen, maar ik had mijn beide handen al op zijn strot, duim en wijsvinger op het drukpunt. Zijn handen vielen terug voor ze goed en wel met hun werk waren begonnen. Slechts twee, dunne bloedgeultjes had ik om aan te geven dat ik had gevochten. Ik ben wel eens met meer verwondingen bij een kapper naar buiten gekomen.
  
  Ik drukte net voldoende om hem voor een paar minuten van slag af te brengen. Ik trok de dunne, krokodillenleren riem van zijn middel en bond zijn polsen stevig vast. Camilla giechelde toen zijn broek naar beneden zakte en liet zien dat hij een man was die ondergoed verafschuwde. Ik trok mijn eigen stropdas los om zijn enkels samen te binden.
  
  Gilchrist wandelde op zijn gemak door het vertrek nu het gevecht achter de rug was, terwijl hij alle bordjes van de computers tegen de wanden las met het plezier van een kind in de dierentuin.
  
  Toen Studs weer bij zijn positieven kwam, staarde hij me woedend aan met het venijn van een vastgepinde cobra.
  
  'Je hebt nog wat vragen te beantwoorden, Studs,' zei ik, 'voor we besluiten wat we met jou zullen doen. En nu stel ik de vragen.' 'Je bent zo sterk, Gerry, Nick, Ben.' Camilla kwam vlak naast me staan om haar bewondering te knorren.
  
  Het was mijn eigen verrekte fout. Mijn hele concentratie was op dat moment bij Studs toen zij de Luger uit mijn holster pakte en naar de tegenoverliggende muur gleed. Ze zette de veiligheidspal over met de vaardigheid die ze had opgedaan in een stuk of wat spaghetti westerns en liet de loop zonder te trillen van mij naar Gilchrist wijzen en weer terug.
  
  'Allebei tegen die muur daar,' zei ze. 'Leg je handen op je hoofd. Nu is het Camilla Cavour die de vragen stelt.'
  
  'Dat is goed gezegd,' moedigde Studs haar aan. 'Ik wist wel dat je niet met hen samenspande. We hebben niet zo veel tijd meer. Ik heb alles al geprogrammeerd en de eerste feed-in knop is ingedrukt.'
  
  'Jou heb ik ook nog wat vragen te stellen, lieve Studs,' zei Camilla, geen enkele stap doend om hem los te maken terwijl haar beeldschone gezicht ontsierd werd door een frons.
  
  Ik speelde met de gedachte een sprong in haar richting te wagen. Ik kon onder de vuurlijn blijven, maar het geluid van het schot zou nog steeds een ramp kunnen betekenen, een dubbele ramp nu Studs zijn machinerie al in werking had gesteld.
  
  'Vertel haar dan het plan, Studs.' Ik gokte op een laatste hoop. 'Jullie grote onderneming om de hele wereld te vernietigen, terwijl jullie doen alsof jullie met een film bezig zijn.'
  
  Studs grinnikte, nog steeds vol zelfvertrouwen over zijn manie.
  
  'Wereldeinde is echt, Cammie, schatje,' zei hij. 'Maar de finale is alleen voor zakken als die daar.' Hij maakte een onhandige beweging van zijn lichaam naar Gilchrist en mij. 'Het vliegtuig staat klaar om jou en mij naar Vara Lenoeviki te brengen, een eilandje ten noorden van de Fidji Eilanden, waar onze eigen wereld op ons ligt te wachten. Piero, Renzo en Sir Hugh zijn nu al halverwege. Van Rome naar Calcutta. Van Calcutta naar Nadi en daarvandaan het laatste sprongetje naar huis.'
  
  'Geen film?' zei Camilla. Iedereen, behalve een krankzinnige zoals Studs, kon de woede in haar stem horen.
  
  'Verdomme, schatje. Op Vera Loe Lenoeviki ben je pas werkelijk de koningin,' zei Studs. 'Meer dan een filmster. Koningin over de hele wereld die ons nog rest. Daarover zullen wij heersen. Piero, Renzo, Sir Hugh jij en ik.'
  
  'Dank je Studs,' zei Camilla. 'Ik heb eerder in mijn leven de hoer gespeeld. Het heeft me veel moeite gekost een ster te worden en ik geef er de voorkeur aan dat te blijven.'
  
  Met een feilloze nauwkeurigheid schoot ze hem middenin zijn brede voorhoofd. Rimpels van verbazing kwamen omhoog om de kogel te verwelkomen en een roos bloeide op waar die binnendrong. Toen viel zij flauw.
  
  Gilchrist was al in beweging op het geluid van het schot en ik volgde hem.
  
  'Druk die twee knoppen op het middenpaneel in, Carter,' zei hij, wijzend op twee rode knoppen, als een oude instructeur die les gaf in brandblussen. Onder het spreken was hij al bezig met het overhalen van schakelaars en hendels. 'Eén zegening heeft die Mallory ons wel nagelaten,' zei hij. 'Een stalen scherm van acht centimeter tussen dit computercentrum en de rest van het gebouw.'
  
  Geen van beiden besteedden we enige aandacht aan Camilla tot Gilchrist tevreden was over onze veiligheid.
  
  'Ziezo,' zei hij, terwijl hij met een schoolmeesterachtig gebaar een laatste schakelaar overhaalde. 'Dat geeft ons lucht voor...' hij loerde bijziend op een klein paneel '...voor tenminste achtenveertig uur.'
  
  Daarna was het tamelijk eenvoudig. Slechts wat computertechnologie, maar dat was werk voor Gilchrist.
  
  Ik pakte de telefoon op op het bureau van Studs en belde Hyman en Gismondi op het alarmnummer van GRIP.
  
  'Jullie kunnen nu in actie komen,' zei ik. 'Breng de commando-eenheid mee. We hebben het computercentrum te pakken en ik denk wel dat het privé-legertje hier heeft begrepen wat er aan de hand is en nu maakt dat het wegkomt. Tussen haakjes. Studs Mallory is heel erg dood.'
  
  Camilla was weer bijgekomen en stond nu warm en trillend naast me.
  
  'Leg ze uit dat ik hem neerschoot om mijn eer en goede naam te verdedigen,' zei ze, alsof ze het meende.
  
  'Geen enkel hof in dit land zal me minder dan een medaille geven.' Ze pruilde een beetje omdat Gilchrist en ik nauwelijks tijd voor haar hadden in onze pogingen het programma van Studs kort te sluiten. Maar het grotere goed, het feit dat de wereld nog steeds in de gelegenheid zou zijn om close-ups van Camilla Cavour te bewonderen, won het.
  
  Ik zou gewoon de hoofdcomputer hebben doorzeefd met Wilhelmina, maar voor Gilchrist was dat net zo iets als de Mona Lisa open snijden om de muur erachter te repareren.
  
  'Die dingen zijn onbetaalbaar,' mompelde hij. 'Omdat je iemand met een mes en vork om zeep kan helpen, keren we toch ook niet terug tot de tijd waarin we met onze handen aten, wel? Oh, hemel nee. Deze mag niet kapot.'
  
  Ik beschikte over voldoende technologische kennis in mijn bagage om voor de grovere acties zorg te dragen, zoals het stoppen en omkeren van banden die waren opgezet en getimed voor belangrijke acties.
  
  Gilchrist dolde met de meer subtiele problemen, zoals het terughalen van vliegtuigen en oorlogsmaterieel dat al op weg was naar het terrein van actie. Een paar liet hij te pletter vliegen voor er een nucleaire explosie plaats had kunnen vinden. Een paar andere programmeerde hij zo dat ze in cirkels bleven vliegen tot gevechtsvliegtuigen van de NATO en andere machten ze konden oppikken en onklaar konden maken.
  
  De telefoon op het bureau ging tien keer over voor ik hem beantwoordde. Het was Hyman. Hij bevond zich in het administratiegebouw, samen met Gismondi en de zojuist gerehabiliteerde kolonel Norden en generaal Maserati.
  
  'Het werkte allemaal precies zoals jij zei, Carter,' riep Hyman verrukt. 'Toen de gewapende macht van Renzo in de gaten kreeg dat het technische gebouw was afgegrendeld, kroop het weg als een stelletje ratten. We hebben het pakhuis doorzocht en de verborgen munitie gevonden. Iets ervan kwam al naar buiten op transportbanden om geladen te worden op voertuigen met afstandsbediening.'
  
  'Je kunt elke dekoratie krijgen die mijn land maar te bieden heeft,' kwam generaal Maserati tussenbeide.
  
  'AXE werkt zo niet, generaal,' zei ik. 'Wat ik nu het meest dringend nodig heb, is het snelste Amerikaanse transportmiddel dat me van hier naar Calcutta kan brengen. Van daar naar Nadi en van daaruit, een kleiner vliegtuig, dat me naar een klein eilandje kan brengen dat Vera Lenoeviki heet. Ik heb daar nog wat onafgemaakte zaken liggen.'
  
  'Ben ik ook niet een nog onafgemaakte zaak, Nick?' vroeg Camilla.
  
  'Jij, liefje, bent onafgemaakt plezier, ' zei ik. 'En dat zal helaas nog wat moeten wachten.'
  
  Ze keek somber tot ik haar doorverbond met Hyman die haar vertelde hoeveel fotografen er stonden te wachten bij de hoofdpoort. Gilchrist en ik zouden via de achterkant vertrekken.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 10
  
  
  
  
  Het grootste gedeelte van de reis sliep ik. MATS beschikte niet over stewardessen als Rosana, maar wie wel, verdomme?
  
  Als ik niet sliep, zat ik aan de scrambler telex achterin het grote toestel met de stompe neus, kibbelend en informatie uitwisselend met Hawk.
  
  Het was niet zo maar geluk dat het experimentele, nog steeds top-geheime toestel me stond op te wachten op de startbaan van het NATO-vliegveld bij Napels. Generaal Maserati had me erheen gevlogen in een snel tweepersoons toestelletje van de Italiaanse luchtmacht.
  
  Hawk had elke stap van me gevolgd vanuit zijn kantoor in Washington DC en mijn baas voelde er evenveel voor als ik om de klus volledig op te knappen en geen loslopende bacteriën achter te laten die de wereld opnieuw konden infecteren. Hij trok aan de touwtjes, schold, bedreigde en chanteerde waar het nodig was en het vliegtuig stond, met een piloot, co-piloot, twee navigators en een peloton parachutisten, getankt en startklaar te wachten toen ik uit het vliegtuigje van generaal Maserati naar buiten sprong.
  
  De hoofdnavigator hielp me aan boord en informeerde me over onze kansen in ons vluchtschema. Het zakenvliegtuig van Renzo was een snel ding in zijn klasse, maar vergeleken met dit toestel was het zoiets als een protserige sportwagen tegenover een formule 1. En de jet van Renzo zou de gewone route volgen via Calcutta en Nadi, de luchthaven op de Fidji-Eilanden, naar het paradijselijke eiland van Wereldeinde. Met reisonderbrekingen en alle vrije tijd die zij zich konden veroorloven, hadden de knappe bollen geen enkele reden om eraan te twijfelen later dan zondagmiddag op hun privé-vliegveldje te arriveren. Wij zouden een non-stop, directe route nemen via een stukje van de Noordpool en vroeg in de ochtend van dezelfde dag het eiland bereiken.
  
  Hawk kwam door over de telex, vertaald in officiële regeringstaal door een secretaresse en een telexoperateur en beroofd van zijn gebruikelijke sarcasme, maar duidelijk, beknopt en volledig,
  
  
  
  'HUIDIGE MISSIE GEEFT JE VOLLEDIGE BEVOEGDHEID VAN KILLMASTER STOP OPDRACHT TOT HET BINNENDRINGEN IN HOOFDKWARTIEREN VAN TOPFIGUREN EN DEFINITIEVE LIKWIDATIE STOP HERHAAL DEFINITIEVE LIKWIDATIE STOP PARATROEPERS ANDERE OPDRACHT HOEWEL JIJ KUNT ADVISEREN STOP HUN ACTIE ALLEEN VOOR GEVAL VAN ONWETTIGE LEGERMACHT ALDAAR STOP WERK HIER EN IN ROME OM INCIDENTEN VAN CONTI SIMCA EN MARSLAND TE KREEREN KAN GEHOORD WORDEN VIA DE WERELDMEDIA STOP...
  
  
  
  Er volgden een aantal meters met bijzonderheden, voornamelijk betrekking hebbend op de ligging van de villa, zijn in- en uitwendige veiligheid, de incidenten die Hawk had gepland, gesteund door een aantal lieden van de pers die samenwerkten met AXE, om wat Gilchrist had afgelezen van de computerbanden te kunnen nabootsen. Er zouden krantenkoppen komen over explosies in Parijs en Londen. Er zouden in werkelijkheid ook wat explosies zijn, maar nauwkeurig in de hand gehouden en onschadelijk. De USSR zou melding maken van het verlies van een atoomonderzeeër. China zou protesteren over een grensincident bij de grens met Mongolië. Onze FBI zou net op tijd een aanslag weten te verijdelen op een vooraanstaande politicus. De rest van de telex bevatte bijzonderheden voor de paratroepers. Het was een bikkelharde eenheid, onder het bevel van een Amerikaanse kolonel USMC (United States Militairy College).
  
  Helemaal aan het einde: 'GOED WERK STOP.' Dat is een heleboel lof voor een man als Hawk, maar het werd dan ook ogenblikkelijk gevolgd met 'TOT ZOVER STOP EINDE.'
  
  Een half uur voor we in het gezicht zouden komen van Vera Lenoeviki, porde de kolonel me wakker.
  
  'We naderen het eiland vanuit het zuiden,' zei hij. 'Drie minuten nadat we erboven hangen gaan jij en de jongens eruit en we hopen dan maar dat jullie op de noordpunt ervan neerkomen.'
  
  'Juist,' zei ik. 'Op ongeveer drie kilometer van de villa vandaan.' Hij knikte. 'Het vliegtuig gaat verder en landt op de Ellice Eilanden,' zei hij. 'Ik hou contact met de Brits-Amerikaanse commandopost over de korte golf. Prettig je ontmoet te hebben, Carter.' We gaven elkaar een hand en hij blafte korte bevelen naar zijn manschappen om zich klaar te maken en op te stellen bij het luik. Dit waren profs. Geen geouwehoer toen ze zich twee aan twee uit het vliegtuig lieten vallen, volgepakt met alles wat het boekje voorschrijft en met nog wat items waaraan het boekje nog niet was toegekomen.
  
  Ik had mijn Rolex terug en keek op de secondewijzer tot die drie keer volledig rond was geweest. Toen volgde ik door het luik naar buiten.
  
  We hadden te hoog gevlogen om te worden gezien, behalve misschien door de telescoop van Mount Palobar, of om opgepikt te worden door een radar, buiten die van Washington DC en Moskou. Ik hield mijn zuurstofmasker voor terwijl ik de seconden aftelde naar het moment dat ik aan het touw kon trekken en de atmosfeer dik genoeg was om in te ademen. Toen gooide ik hem weg. De timing en plaatsbepaling waren perfect. Toen ik door het wolkendek heen dook, zag ik onder me een beeldschoon stuk eiland vol palmbomen en tuinen die zacht gloeiend overliepen in een zandstrand. Met behulp van de touwen stuurde ik me door de briesloze lucht naar een gemakkelijke landing op een schoongemaakt stuk grond dat was afgeschermd door kokospalmen.
  
  Ik maakte het tuig los en rolde de parachute op tot een kleine bal die ik wegstopte aan de voet van een van de bomen en bedekte met wat gras en kokosvezels.
  
  Ik had geen tijd om te genieten van de paradijselijke omgeving. Tijdens mijn daling had ik de villa al gezien en ik begaf me nu in die richting, gebruikmakend van de dekking van de palmbomen en van tropisch struikgewas. Een zeventiende eeuws, Italiaans paleis zou misschien hebben misstaan hier in de Stille Oceaan, maar deze gracieuze, architectonische schoonheid beslist niet.
  
  Het kostte me weinig moeite me toegang te verschaffen. Zoals in Hawks rapport had gestaan, was de beveiliging gebaseerd op routine. Er waren patrouilles van gewapende wachtposten, maar zij liepen hun rondes met regelmatige tussenpozen. Ik kroop op de stenen muur, verborg me achter een ineengedoken griffioen en nam hun tijd op. Ik klokte ze twee keer voor ik de tien minuten speling die ik had aangreep en de tuin overstak, een raam forceerde op de benedenverdieping en me in de villa bevond. Nu moest ik alleen maar zorgen uit het gezicht van het huishoudelijke personeel te blijven. Mijn informatie had met geen woord gerept over wachtposten binnen, maar ik nam geen enkel risico.
  
  Van de plattegrond die ik in mijn hoofd had opgeslagen wist ik de grote salon te vinden en ik posteerde mezelf achter een grote stoel met hoge rugleuning, uitgevoerd in goudkleurig leer.
  
  Hij was immens en leek op een troon. En mocht het een troon zijn, dan was die voor Piero Simca. De zitting was vijftien centimeter verhoogd en was zo breed dat hij door een normale hand met uitgespreide vingers bedekt kon worden. Hij stond in een donkere hoek van het vertrek en bood me een goed uitzicht op de deur naar de gang. Ik installeerde me daar om te wachten voor zolang het nodig was; een half uur, twee uur, vijf uur of langer.
  
  Ik had nu de tijd om de operatie weer eens in mijn geest door te nemen, om de inhoud van de kamer in mijn hoofd op te slaan en om wat stille oefeningen te doen. De kolonel en zijn paratroepers zouden zich nu verzameld moeten hebben op de verlaten zuidkant van het eiland. Van daaruit zouden ze optrekken tot het kleine privé-vliegveldje. Dan zouden ze wachten tot ze het signaal kregen dat mijn Killmaster-actie erop zat. Kregen ze dat signaal niet binnen twee uur nadat het privé-vliegtuig was geland, dan zouden ze tot actie overgaan en aan hun eigen operatie beginnen. Maar Hawk ziet het liever niet dat identificeerbare, Amerikaanse troepen ergens bij betrokken worden, behalve als allerlaatste maatregel, in een geval van duidelijke nood.
  
  De kamer zelf was een klein museum, vol kostbare objecten. Onder meer een heleboel schilderijen en sculpturen die ik kende van een toevallige blik op een lijst van gestolen en vermiste kunstobjecten: Italiaanse, Franse, Engelse. De meubels wedijverden met elkaar in schoonheid en zeldzaamheid. Aan het hoge, betimmerde plafond hing een gigantische kroonluchter met duizenden fraaie, kristallen pegels die afhingen van een verguld frame. Het zag eruit als het geraamte van een hoepelrok voor een reusachtige miljonaire.
  
  Er ging een uur voorbij en ik deed wat yoga-oefeningen om mijn zenuwen alert te houden en mijn spieren soepel. Er waren slechts twee spannende momenten. Vlak nadat ik me daar had geïnstalleerd verscheen er een bronzen godin van een Indonesisch dienstmeisje in de salon. Ze had een Koninklijke waardigheid ondanks de geringe lengte van haar dienstrokje. Ze was helemaal in het zwart gekleed met een wit kanten schortje vol plooien. Ze haalde een hendel over waardoor de voorkant van een antieke ladekast openzwaaide en drie grote televisieschermen zichtbaar werden. Toen ging ze weer weg. Veertig minuten later kwam een soort van butler binnen om het vertrek aan een vluchtig onderzoek te onderwerpen. Maar hij kwam niet dichter bij mij, en zijn dood, dan vier meter. Hij scheen tevreden en trok zich weer terug. Duidelijk het teken dat de meesters werden verwacht.
  
  Ik hoorde het vliegtuig aankomen voor zijn landing. En nog geen tien minuten later hoorde ik de bulderende stem van Sir Hugh op de gang.
  
  'Loopt allemaal zo gesmeerd als wat, Piero,' zei hij.
  
  'Pravda stelt zijn eigen oorlogsverklaring op over de vermiste onderzeeër. Studs zal nu wel op het punt staan te vertrekken om zich bij ons te voegen.'
  
  De butler liet ze het vertrek binnen en vroeg de heren welke drankjes hij moest serveren.
  
  'Ik zorg wel voor de drankjes, Charles,' zei Sir Hugh. 'De komende paar uur willen we niet gestoord worden, want we zijn in conferentie.' Via een paneel schakelde hij de drie beeldschermen in en alle schermen toonden verschillende tonelen van verwarring: een ademloze reporter die een bomontploffing in het centrum van Londen meldde; niets meer dan rook en lawaai, voortgebracht door het Criminal Investigation Department op instigatie van Hawk. Een geschokte commentator bij de VN in New York had het over de letterlijke en figuurlijke aanval van een Chinese afgezant op een afgevaardigde van de USSR. Het derde scherm gaf nieuws uit Dallas. 'Heel dicht in de buurt van een nieuwe politieke moord.' De stem sloeg over.
  
  Piero had zijn plaats ingenomen op de troon waarachter ik me nog steeds verborgen hield. Sir Hugh vulde drie hoge glazen met whisky en soda. Renzo strekte zich behaaglijk uit op de sofa.
  
  Ik wachtte tot Sir Hugh halfweg tussen de twee anderen was, voor ik me in de kamer stortte met de Luger in mijnhand.
  
  'Handen op je hoofd,' blafte ik. 'Jullie allemaal. Pronto!' Verrassing en een volledig ongeloof dat Nick Carter nog leefde en zich nu hier, in deze ruimte bevond, maakte hun gehoorzamen zo snel als ik wenste.
  
  'Deze keer praat ik,' zei ik. 'Maar niet zo veel meer. Net voldoende om jullie te laten weten dat dit het einde van jullie reis is, mensen.'
  
  Renzo bewoog zich met de snelheid van een cheeta. Zijn gladde, keurige pruik raakte me midden in het gezicht en voor ik ook maar één schot kon afvuren sloeg hij met een welgemikte karateslag het pistool uit mijn hand. De anderen, nog verdoofd door het gebeuren, lieten hun handen weer zakken.
  
  In één beweging schopte ik de Luger buiten het bereik van de anderen en had ik Hugo al door de lucht snerpen, op weg naar Renzo's keel. Toen zijn stervende lichaam de grond bereikte, had ik het pistool al weer in mijn hand, liet ik Sir Hugh struikelen die op weg was naar de deur en had ik de zaakjes weer behoorlijk in mijn macht.
  
  'Sta op, smeerlap.' Ik gaf de adellijke Engelsman een onvriendelijke schop. Nu behield ik een veilige afstand. Met mijn vrije hand voelde ik aan zijn haar en aan dat van Pierro om er zeker van te zijn dat er niet meer van die pruikengrappen zouden volgen.
  
  'We gaan het nu iets anders doen,' zei ik. 'Marsland, jij bindt Sica vast.' Ik wierp hem een eind elektriciteitssnoer toe dat ik had losgetrokken van een staande lamp. 'En ik hou toezicht.'
  
  Met haat op elke centimeter van zijn rode gezicht, deed Sir Hugh wat hem gezegd was. Ik keek toe om er zeker van te zijn dat de knopen juist werden gelegd en strak in de huid sneden.
  
  'Goed,' zei ik tevreden toen hij klaar was. Ik duwde de geboeide Piero, nu niet veel meer dan een kermisballon van een kind, op zijn zij.
  
  'Ik veronderstel dat jullie weten dat dit het einde voor jullie betekent,' zei ik. 'Als jullie nog een gebedje willen zeggen, nog een laatste woord hebben voor de achterblijvers, doe het dan snel.' 'Dit is schandalig, Carter.' Sir Hugh probeerde een parlementaire waardigheid in zijn stem te leggen, maar faalde jammerlijk. 'Je kunt mensen niet zo in koele bloede vermoorden.'
  
  'Een internationale jury zal jullie schuldiger bevinden dan welke Mof ook die in Neurenberg is opgeknoopt,' zei ik. 'Maar dat duurt maanden. En de publiciteit die dan aan jullie grillen gegeven zal worden, zou wel eens anderen op hetzelfde onzalige idee kunnen brengen. Mijn baas meent dat sommige vormen van krankzinnigheid even besmettelijk zijn als syfilis, als die onder een brede, publieke aandacht worden gebracht. De dood van jullie wordt in de publiciteit gebracht als een ongelukkige samenloop van omstandigheden.'
  
  'Maar dat houdt Wereldeinde nog niet tegen,' zei Sir Hugh opschepperig. 'Het kan nog steeds gestopt worden als je ons in de gelegenheid stelt een telexbericht naar Studs te sturen.'
  
  'Je kunt een dode geen telexbericht sturen,' zei ik. En met een paar korte zinnen vertelde ik ze van Studs' dood en van de vervalste televisiebeelden waarin zij zich zo verlustigd hadden. Dit laatste deed iets knappen in de grote Engelsman.
  
  Je kunt op alles voorbereid zijn, behalve op een plotseling opflitsende aanval van krankzinnigheid. Wat eerst een trage, inerte massa had geleken, trof me als een bulldozer met straalaandrijving. Met zijn handen sloeg hij de Luger uit mijn greep en zijn gewicht deed me bijna op de vloer belanden. In mijn ooghoeken zag ik Piero hoopvol bewegen onder de televisieschermen, maar ik had nu geen tijd om op hem te blijven letten. Sir Hugh vocht hard en smerig, als de ergste tegenstander die ik ooit had gehad en zijn kracht was verdubbeld door zijn krankzinnige woede. Eén geweldige hand greep naar mijn lies en rukte broek, gulp en de rest met een woeste ruk los. Hij kreeg het kleine zeemleren zakje te pakken waarin ik Pierre bewaarde en gooide het gasbommetje naar het andere einde van het vertrek.
  
  Hij kende Nick Carter, dat was zeker. Maar zijn manoeuvre had hem iets van zijn voordelige positie gekost. Ik gaf hem een kopstoot in zijn maag die hem wijdbeens tegen de vloer deed gaan. Ik bukte me over hem heen en gaf hem een fatale karateslag in zijn nek.
  
  Langzaam kwam ik weer overeind om de Luger op te rapen en Piero af te maken zonder er verder nog enige tijd aan te verspillen. Toen deinsde ik achteruit. De kroonluchter, met zijn duizenden kristallen pegels, viel kletterend om me heen. De holle koepel van sprankelend licht was nu een kooi geworden. Het metalen frame bezat openingen waar ik mijn hand doorheen kon steken, maar mijn Luger lag op meer dan een armlengte van me vandaan.
  
  Een bijna vriendelijk lachje kwam van de nog steeds geboeide, kronkelende Piero.
  
  'Dus nu blijven alleen nog maar wij tweeën over, Carter,' zei hij. 'Misschien dat we toch tot zaken kunnen komen. Ik weet dat jij je reputatie nogal hoog opneemt en die wil ik niet in gevaar brengen. Je kunt rapporteren dat je me hebt verdronken en ik beloof je te zullen verdwijnen.'
  
  Hij maakte nog een paar kronkelende bewegingen en even later, ondanks dat die knopen strak waren aangetrokken, was hij vrij. 'Naast een sportamateur, ben ik ook nog zoiets als een slangenmens,' zei hij. 'Je moet heel wat vaardigheden ontwikkelen wil je het overleven.' Er klonk bitterheid in zijn stem door, maar hij verving die door een glimlach. 'Nog steeds ben ik in het bezit van meer dan voldoende miljoenen. Ik kan je heel wat beter belonen dan jouw krenterige regering.'
  
  Ik schudde mijn hoofd. 'Gaat niet op, Piero,' zei ik. 'Er staat een gezelschap klaar om jou op te knappen mocht het mij niet lukken.' 'Als ik je geloofde,' zei hij, nog steeds goed gehumeurd, terwijl hij zich uitrekte en met kleine dribbelpasjes naar de Luger liep en die opraapte, 'en ik ben er nog niet zo zeker van dat ik dat doe, dan zou jij, als je dus de waarheid spreekt, ze hetzelfde verhaal over mijn verdrinking kunnen ophangen.
  
  Je kunt erop vertrouwen dat ik voorgoed zal verdwijnen als Piero Simca. Nu jouw vriend, Hawk, zo goed geïnformeerd blijkt over ons kleine plannetje tot bevolkingsplanning, weet ik dat er voor mij geen enkele toekomst meer is weggelegd in de politiek of waar dan ook, als Piero Simca. Maar met een nieuwe dekmantel, met een andere naam, kan ik vooruitzien op een genoeglijk bestaan in mijn geliefde Afrika. En jij kunt je dan terugtrekken als de rijkste AXE-agent uit de hele geschiedenis.'
  
  'Geen schijn van kans,' zei ik. 'Er is nog iets anders te vereffenen dan Wereldeinde alleen, Piero. Je vergeet Rosana.'
  
  'Die stompzinnige snol.' Hij ontplofte. 'Zou je haar willen laten afwegen tegen Piero Simca?'
  
  'Zoals vroeger, Piero,' zei ik. 'Een leven voor een leven.'
  
  Woede stapelde zich op in de kleine demon. Mijn enige hoop was hem op die manier aan de haak te slaan.
  
  'Bovendien,' zei ik, 'zou het niet helemaal eerlijk zijn tegenover Rosana. Op de weegschaal slaat ze je niet alleen in gewicht, maar ook nog eens honderdvoudig in fatsoen.'
  
  'Fatsoen!' Zijn stem verloor zijn diepte en klonk bijna schril. 'Laat me je dan eens vertellen op welke verschillende manieren ik die boerentrut allemaal heb genaaid.' Hij verviel in bijzonderheden die alleen de eerbiedwaardige Dr. Untenweiser tot verrukking gebracht zouden hebben.
  
  Ik geeuwde openlijk. 'Dat moet er zo ongeveer hebben uitgezien als een aap bovenop de Venus van Milo,' zei ik honend.
  
  'Aap?' snierde hij. 'De aap is gekooid. Aap Carter. Ik ben vrij.' Hij zwaaide met de Luger en wees die trots op mij door één van de spijlen. Kakelend van plezier trok hij zijn hand terug, voor ik die had kunnen pakken. 'We gaan een spelletje spelen. Het spelletje van de stoute jongen die de aap plaagt. Dan schiet ik je neer, Carter, of je vriendjes nu komen of niet. Ik denk dat ik, Piero Simca, heus nog wel ontsnap.'
  
  Hij danste om mijn kooi heen, stak het wapen naar binnen en griste het dan snel weer weg als ik er een uitval naar waagde. Steeds weer huppelde hij buiten bereik als ik op hem afdook en niets anders dan lucht ving. Ik liet mijn gezicht rood aanlopen van frustratie, dwong mijn ademhaling tot een woedend gehijg en liet mijn bewegingen, na elke mislukte poging, langzamer worden. Tot de laatste keer, toen mijn hand zich om zijn hoofdje sloot en zo stevig kneep dat hij het wapen liet vallen.
  
  Nu begon hij te smeken. Hij onderhandelde niet toen ik het kleine hoofdje met de van pijn vertrokken lippen door de opening naar binnen trok. Hij bezat ongelooflijk veel kracht voor zijn geringe lengte, maar zijn einde was al bekend op het moment dat ik dat hoofdje van hem, zo groot als een kokosnoot, te pakken kreeg. 'Alles,' zei hij schor. 'Al mijn geld, Carter, vrouwen, wat je maar wilt... aargh... '
  
  Ik dacht aan het lichaam van Rosana, zoals ze daar badend in haar bloed op mijn bed in Le Superbe had gelegen, en trok het hoofd naar beneden tot ik de nek hoorde breken.
  
  Een staande lamp was samen met mij in de kooi gevangen en toen ik niets meer te duchten had van Piero en het wapen, gebruikte ik die om de kroonluchter een paar centimeter van de grond op te krikken. Daarna kostte het me weinig meer dan wat trek- en duwwerk om me uit het ding te bevrijden.
  
  Ik raapte de Luger op en vuurde drie schoten af met een tussenruimte van drie seconden. Het afgesproken signaal met de kolonel. Hawk kon me zijn krantenbericht wel besparen dat er nu zou komen.
  
  
  
  BRITS FINANCIER EN ITALIAANS STAATSMAN OMGEKOMEN NA VAL VAN BALKON.
  
  MYSTERIEUZE ZELFMOORD VAN BEROEMDE PRODUCENT.
  
  
  
  Welk verhaal Hawk ook in elkaar mocht draaien, het zou voor mij allemaal op hetzelfde neerkomen: 'Opdracht uitgevoerd.'
  
  
  
  * * *
  
  
  
  
  
  Over het boek:
  
  
  
  
  Nick Carter kon niet gissen dat het verrukkelijke sensuele samenzijn met de stewardess Rosana enkele kilometers boven de aarde, voor haar een rampzalig staartje zou hebben.
  
  Noch waren de penibele situaties waarin hij zelf verzeild zou raken, voor hem voorspelbaar.
  
  
  
  "Toen mijn geest weer helder werd, drong de geur van brandend hout tot mij door.
  
  Ik lag 'gestript' en vastgebonden op een kolossaal, metalen spit boven een gloeiend vuur.
  
  'Wie ben je en wat is je taak in Rome?' vroeg de man die Pepe genoemd werd met een smerig glimlachje.
  
  Ik wist dat als ik mijn identiteit zou prijsgeven, onverbiddelijk de dood het gevolg zou zijn. Dus zweeg ik. Pepe knikte naar iemand bij het draaimechanisme, die mij liet zakken tot vlak boven de hete gloed. Ik voelde de huid op mijn schouders en benen schroeien ..."
  
  
  
  
  
 Ваша оценка:

Связаться с программистом сайта.

Новые книги авторов СИ, вышедшие из печати:
О.Болдырева "Крадуш. Чужие души" М.Николаев "Вторжение на Землю"

Как попасть в этoт список

Кожевенное мастерство | Сайт "Художники" | Доска об'явлений "Книги"